Order by date, last inserted
Analysis/fragments by Auke Scholma
 06-01-2021  Hanco Elenbaas:
Egbert van Hattem, 8 september 1999

Stijlvolle rentree dammer Sijbrands

Ton Sijbrands en Harm Wiersma zijn het EK dammen sterk begonnen. De Nederlandse routiniers boekten belangrijke overwinningen op de Litouwer Edvard Boezinski en de Est Kaido Leesmann....

Met hooggespannen verwachtingen werd de rentree van Ton Sijbrands op het internationale dampodium gadegeslagen. 'Er is een grote groep dammers die denkt dat Sijbrands meer van zichzelf verwacht dan de vierde of vijfde plaats waar hij zich voor uitspreekt. Ik hoor daar zeker bij', zei de Groningse hoofdklassespeler Herman Spanjer. Vooral de grote overwinning die Sijbrands in de oefencampagne boekte op de Senegalees Ndiaga Samb (10-2), sprak tot de verbeelding.

In de openingsronde greep Sijbrands de gelegenheid tot een stijlvolle overwinning met beide handen aan. In een door Boezinski toegelaten lange-vleugel-opsluiting kwam Sijbrands met een lastig te vinden, niet alledaags plan. 'Toen Boezinski stilviel en een vereenvoudiging achterwege liet, wist ik dat de rest een kwestie van techniek zou zijn', zei de opgeluchte Sijbrands na afloop.

De overwinning op de eigenzinnige maar taaie middenmoter Boezinski telt goed aan. Wel lijkt de Litouwer de laatste jaren wat aan kracht te hebben ingeboet. De winst van Sijbrands was hoe dan ook minder vanzelfsprekend dan die van Wiersma op Kaido Leesmann.

De Est leek aanvankelijk slim een oude, scherpe openingsvariant van stal te hebben gehaald. Het kostte Wiersma de nodige tijd om de meest kansrijke voortzettingen te vinden. Maar net toen het publiek begon te geloven in de kennis van zaken van Leesmann, beging deze een standaardfout door een paar zetten te verwisselen. Wiersma profiteerde direct en nam met een tijdelijk offer het centrum in beslag. Leesmann moest wel wat terugdoen, maar zijn verre voorpost ging kansloos ten onder.

Het grote drama speelde zich echter op het derde televisiescherm in de demonstratieruimte af. Rob Clerc had een aardig ogende centrumaanval, maar schrok toen Gantwarg een foutief geachte zet toch uitvoerde en daarmee de overlevingskansen van de witte voorpost ter discussie stelde. De Nederlandse kampioen restte niets anders dan de gedane, maar gebrekkige, berekeningen tot uitvoering te brengen, hoewel hij zag dat de Wit-Rus een sterke tegendam zou scoren.

In het lastige eindspel (met wederzijds een dam, maar met voor Gantwarg een schijf meer) speelde de aangeslagen Clerc in tijdnood zonder plan en zonder logica. Hij zocht tot het bittere eind naar redding maar vond geen antwoord meer. De laatste dertig seconden van zijn bedenktijd liet hij vervliegen zonder dat er nog een zet uit zijn vingers kwam.