- (Analyse)opmerking toevoegen
- Hoe voeg ik zelf een variantje toe?
- Embed Youtube-film
- Regels voor commentaar
 | 25-08-2020 CMF Jesse Bos: |
Een paar dagen geleden stond een opmerking over Getmanski-Sijbrands waarbij Ton kansrijk spel miste in de laatste ronde van het EK. In het kader van as is verbrande turf vroeg ik mij af of Harm de laatste ronde meer uit de stand had kunnen halen.
Achteraf heeft zwart net te laat controle over de linker bordrand van wit. Daarom vroeg ik mij hier af of zwart eerst met schijf 3 had moeten spelen. 43. ... 03-08
43. ... 03-08
44. 39-34 08-13
45. 31-26 24-30
46. 26x08 30x48
47. 08-02 13-18
48. 02x30 23-29
49. 33x24 14-20
50. 25x14 48x03
43. ... 03-08
44. 39-34 08-13
45. 34-30 13-18
46. 31-26 12-17
47. 43-39 23-29
48. 28-23 19x37
49. 30x10 21x34
50. 33x24
43. ... 03-08
44. 39-34 08-13
45. 25-20 14x25
46. 33-29 24x42
47. 43-38 42x22
48. 27x07 21-26
49. 31-27 19-24
hier moet wit nog een schijf in de stand investeren, of zwart naar dam laten lopen
43. ... 03-08
44. 31-26 04-09
45. 26x17 12x21
46. 39-34 08-12
47. 34-30 12-17
48. 43-39 23-29
43. ... 03-08
44. 31-26 04-09
45. 26x17 12x21
46. 39-34 08-12
47. 43-39 12-17
48. 35-30 24x35
49. 33-29 35-40
50. 29x18 40x29
51. 28-22 17x37
52. 39-33 21x43
53. 33x04 43-49
54. 18-12 49-40
55. 12-08 37-41
Ik durf hier geen uitspraak over te doen, maar het lijkt me wel heel kansrijk. Misschien iets voor de Kingsrowers om uit te zoeken.
 | 25-08-2020 Gerrit Draaisma: |
.
 | 25-08-2020 Hanco Elenbaas: |
Harm hoopte nog steeds op een match tegen Ton en had er dus geen enkel belang bij om van Bubbi te winnen.
 | 25-08-2020 GMI Martin Dolfing: |
Ik meen ergens gelezen te hebben dat Harm op een zeker moment had kunnen winnen.
| | 25-08-2020 Hanco Elenbaas: |
Ton Sijbrands, 16 oktober 1999, 0:00
Bubbi weerstaat druk Wiersma
Nadat hij op de veertiende en voorlaatste dag van het Europees kampioenschap 1999 van Gantwarg had gewonnen, ging Harm Wiersma met een voorsprong van één punt op ondergetekende de slotronde in....
Anders dan men misschien zou verwachten, werd Bubbi-Wiersma een betrekkelijk rustige, klassieke partij. Maar het gave, gestroomlijnde duel kende wel degelijk allerlei spanningshaarden in de vorm van stellings- èn tempiverschillen. En zeker toen Wiersma in het middenspel een kansrijk ogende Ghestem-doorstoot plaatste, luidde de verwachting dat Bubbi spoedig aan de druk zou bezwijken.
De Italiaan wist echter alle moeilijkheden bekwaam het hoofd te bieden, waarna de laat-klassieke positie volkomen in evenwicht bleek. Toch zou deze puntendeling, zoals bekend, geen nadelige gevolgen voor Wiersma hebben. Zelf bleef ik immers tegen Getmanski eveneens op remise steken (zie de rubriek van vorige week), zodat Wiersma's eerste plaats al met al niet in gevaar kwam.
Bubbi-Wiersma
(EK 1999)
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.34-29 23x34 6.39x30 14-19 7.44-39 10-14 8.30-25 17-21 9.32-28 21-26 10.37-32 26x37 11.32x41 18-23 12.38-32
Hiermee leggen beide spelers de basis voor het gesloten klassieke speltype dat de hele verdere partij zal kenmerken.
12...13-18 13.41-37 16-21 14.46-41 20-24 15.42-38 8-13 16.40-34 21-26 17.34-29 23x34 18.39x30 18-23 19.36-31 12-18 20.45-40 7-12 21.31-27 1-7 22.41-36 11-17 23.47-42 7-11 24.50-45 2-8 25.37-31 26x37 26.42x31 11-16 27.27-22 18x27 28.31x11 16x7 29.36-31
Verrassende parallel: met 40 op 39 heeft deze zelfde stelling zich, zij het na een totaal andere zettenreeks, ook al eens voorgedaan in de 6e matchpartij Raichenbach-Ghestem, WK 1945. In plaats van 29.36-31 speelde Raichenbach toen 29.49-44, waarop Ghestem met het - zeker voor die tijd - buitengewoon subtiele 29...12-17!? 30.44-40 6-11!!? reageerde. Na 31.36-31 11-16 32.31-27 17-21 33.39-34 13-18 34.34-29 23x34 35.40x20 15x24 36.45-40 18-23 had zwart groot, zoniet winnend voordeel.
29...13-18
Anders dan Ghestem kan Wiersma na 29...12-17 30.31-27 niet met 30...6-11?? vervolgen wegens 31.27-21! en 32.25-20 enz. +. En aan 29...6-11 30.31-27 11-16 kleeft het bezwaar dat wit desgewenst 31.27-21 enz. kan doen.
30.31-27 7-11 31.43-39
Belet zowel 31...12-17?? als 31...9-13?? door elementaire tactische wendinkjes. Dus:
31...8-13 32.48-42
Een opmerkelijke zet. Maar wit hoeft 32...12-17 inderdaad niet bovenmatig te vrezen: behalve met het defensieve 33.49-43 (33...17-22 34.28x17 11x31 35.32-28 23x32 36.38x36) kan hij ook met het offer 33.27-22!? 18x27 34.32x12 23x34 35.40x20 15x24 36.33-28 reageren. Zwart heeft echter beduidend beter:
32...23-29!
Met deze sterke Ghestem-doorstoot steekt Wiersma de lont in het kruitvat. Wit mag bijvoorbeeld niet 33.42-37? spelen wegens 33...19-23!!, altijd gevolgd door 34...11x42, 35...42-48! en 36...48x5 +. En als hij het stuk op 39 niet op de één of andere manier weet op te lossen (en dan doel ik dus nìet op het rampzalige 33.39-34? 18-23! enz.), dreigt wit positioneel te worden overspeeld. Maar Bubbi vindt het beste plan:
33.28-22! 18-23! 34.49-43!
Voor de tweede achtereenvolgende maal omzeilt de Italiaan alle boobytraps waarmee het bord inmiddels bezaaid ligt en waarvan menigeen het slachtoffer zou zijn geworden. Zo had 34.42-37? op slag verloren door 34...14-20!, 35...19x10!!, 10-14-19! en 39...11x44 +. En na 34.33-28? was een andere versie van de Coup Royal wit fataal geworden: 34...12-17! (dreigt dam op 48) 35.42-37* en nu opnieuw 35...14-20! en 36...19x10!!, altijd gevolgd door 37...3x12, 38...17x28, 39...9-13 en 40...11x44 +. Na de tekstzet daarentegen rest zwart niet beter dan de vijandelijke indringer uit de weg te ruimen:
34...13-18 35.22x13 9x18 36.33-28 11-17
Zwart mocht zich niet aan 36...4-9? bezondigen (en voor 36...3-8? gold uiteraard hetzelfde) wegens 37.28-22! 9-13 38.32-28! en 39.39-34 enz. met schijfwinst voor wit.
37.40-34
In aanmerking komt ook 37.42-37. Zwart moet dan eerst de dreiging 38.40-34! 29x40 39.35x44! 24x35 40.38-33! pareren, zodat hij geen tijd heeft voor 37...6-11(?) en derhalve te laat komt om, anders dan in de partij, de velden 23 en 21 gelijktijdig onder controle te brengen. Probeert zwart na 37.42-37 de afruil van 29 te verhinderen door een opstelling met 37...15-20/3-8 38.39-33 3-8/15-20 in te nemen, dan vervangt wit 39.40-34? 29x40 40.45x34 (40...17-21! en 41...18-22 enz. +) door 39.43-39! 8-13 40.39-34! Na 40...6-11 41.37-31 en 42.31-26 rolt er dan altijd een remise-afwikkeling uit, ongeacht of zwart zijn onderste schijf naar 9, 10 of 15 dirigeert.
37...29x40 38.45x34 6-11(!)
Ziedaar het verschil: nu bereikt zwart wèl veld 21. Maar dit betekent nog geenszins dat daarmee het evenwicht zou zijn verbroken: de stellingen zijn bij goed spel nog steeds in balans.
39.39-33 11-16 40.34-29 23x34 41.30x39 18-23 42.42-37 17-21
Zie diagram
43.37-31?
Maar hiermee begaat Bubbi zijn eerste en - voor zover ik zie - enige werkelijke fout in deze partij. De witspeler voelt goed aan dat hij het klassieke keurslijf waarin zijn tegenstander hem geperst heeft, van zich af moet schudden. (Al weet ik niet zeker of zwart na een passief vervolg als 43.39-34?! en 44.43-39 enz. wel over een geforceerde winst beschikt, doch dit ter zijde.) Maar de manier waarop hij zich tracht te bevrijden, deugt niet. In plaats van de tekstzet had wit namelijk eerst 43.27-22! 12-17* 44.22x11 16x7 en daarna pas 45.37-31* moeten doen. Na 45...21-26 (anders is het wit die dankzij het terugruiltje 46.32-27! 21x32 47.28x37 in het voordeel komt) 46.39-34! 26x37 47.32x41 23x32 48.38x27 19-23! enz. wordt het onvermijdelijk remise.
43...4-9! 44.39-34 12-17?
Maar Wiersma profiteert nìet. Met 44...9-13! kon zwart zo goed als zeker winnen. Weliswaar kan wit dan met 45.25-20 14x25 46.33-29 24x42 47.43-38 42x22 48.27x7 ten koste van drie schijven doorbreken naar dam, maar vooral na 48...21-26! 49.31-27 19-24! enz. belooft het afspel hem weinig goeds. Laat wit die wanhoopsactie achterwege, dan wordt hij via 45.34-30 13-18! 46.31-26* 12-17! 47.43-39 23-29! nog veel sneller met schijf- en partijverlies geconfronteerd. Na de foutieve tekstzet komt wit alsnog (min of meer) los en zal zwart, die met de handicap van een achtergebleven stuk op 15 kampt, met lege handen blijken te staan.
45.27-22! 9-13 46.22x11 16x7 47.34-30 21-26 48.31-27 3-8 49.43-39 8-12 50.39-34 12-18 51.28-22! 26-31
Na een kwartier nadenken gespeeld. Inderdaad heeft zwart in een voortzetting van de strijd (51...7-11 52.34-29 23x34 53.30x39 18-23 54.33-28 enz.) niets meer te zoeken. Inmiddels was de andere partij die van belang was voor de eerste plaats, afgelopen. Met het remisevoorstel waarmee de zwartspeler de tekstzet vergezeld liet gaan en dat door zijn tegenstander geaccepteerd werd, was Wiersma dus definitief Europees kampioen!
Bubbi weerstaat druk Wiersma
Nadat hij op de veertiende en voorlaatste dag van het Europees kampioenschap 1999 van Gantwarg had gewonnen, ging Harm Wiersma met een voorsprong van één punt op ondergetekende de slotronde in....
Anders dan men misschien zou verwachten, werd Bubbi-Wiersma een betrekkelijk rustige, klassieke partij. Maar het gave, gestroomlijnde duel kende wel degelijk allerlei spanningshaarden in de vorm van stellings- èn tempiverschillen. En zeker toen Wiersma in het middenspel een kansrijk ogende Ghestem-doorstoot plaatste, luidde de verwachting dat Bubbi spoedig aan de druk zou bezwijken.
De Italiaan wist echter alle moeilijkheden bekwaam het hoofd te bieden, waarna de laat-klassieke positie volkomen in evenwicht bleek. Toch zou deze puntendeling, zoals bekend, geen nadelige gevolgen voor Wiersma hebben. Zelf bleef ik immers tegen Getmanski eveneens op remise steken (zie de rubriek van vorige week), zodat Wiersma's eerste plaats al met al niet in gevaar kwam.
Bubbi-Wiersma
(EK 1999)
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.34-29 23x34 6.39x30 14-19 7.44-39 10-14 8.30-25 17-21 9.32-28 21-26 10.37-32 26x37 11.32x41 18-23 12.38-32
Hiermee leggen beide spelers de basis voor het gesloten klassieke speltype dat de hele verdere partij zal kenmerken.
12...13-18 13.41-37 16-21 14.46-41 20-24 15.42-38 8-13 16.40-34 21-26 17.34-29 23x34 18.39x30 18-23 19.36-31 12-18 20.45-40 7-12 21.31-27 1-7 22.41-36 11-17 23.47-42 7-11 24.50-45 2-8 25.37-31 26x37 26.42x31 11-16 27.27-22 18x27 28.31x11 16x7 29.36-31
Verrassende parallel: met 40 op 39 heeft deze zelfde stelling zich, zij het na een totaal andere zettenreeks, ook al eens voorgedaan in de 6e matchpartij Raichenbach-Ghestem, WK 1945. In plaats van 29.36-31 speelde Raichenbach toen 29.49-44, waarop Ghestem met het - zeker voor die tijd - buitengewoon subtiele 29...12-17!? 30.44-40 6-11!!? reageerde. Na 31.36-31 11-16 32.31-27 17-21 33.39-34 13-18 34.34-29 23x34 35.40x20 15x24 36.45-40 18-23 had zwart groot, zoniet winnend voordeel.
29...13-18
Anders dan Ghestem kan Wiersma na 29...12-17 30.31-27 niet met 30...6-11?? vervolgen wegens 31.27-21! en 32.25-20 enz. +. En aan 29...6-11 30.31-27 11-16 kleeft het bezwaar dat wit desgewenst 31.27-21 enz. kan doen.
30.31-27 7-11 31.43-39
Belet zowel 31...12-17?? als 31...9-13?? door elementaire tactische wendinkjes. Dus:
31...8-13 32.48-42
Een opmerkelijke zet. Maar wit hoeft 32...12-17 inderdaad niet bovenmatig te vrezen: behalve met het defensieve 33.49-43 (33...17-22 34.28x17 11x31 35.32-28 23x32 36.38x36) kan hij ook met het offer 33.27-22!? 18x27 34.32x12 23x34 35.40x20 15x24 36.33-28 reageren. Zwart heeft echter beduidend beter:
32...23-29!
Met deze sterke Ghestem-doorstoot steekt Wiersma de lont in het kruitvat. Wit mag bijvoorbeeld niet 33.42-37? spelen wegens 33...19-23!!, altijd gevolgd door 34...11x42, 35...42-48! en 36...48x5 +. En als hij het stuk op 39 niet op de één of andere manier weet op te lossen (en dan doel ik dus nìet op het rampzalige 33.39-34? 18-23! enz.), dreigt wit positioneel te worden overspeeld. Maar Bubbi vindt het beste plan:
33.28-22! 18-23! 34.49-43!
Voor de tweede achtereenvolgende maal omzeilt de Italiaan alle boobytraps waarmee het bord inmiddels bezaaid ligt en waarvan menigeen het slachtoffer zou zijn geworden. Zo had 34.42-37? op slag verloren door 34...14-20!, 35...19x10!!, 10-14-19! en 39...11x44 +. En na 34.33-28? was een andere versie van de Coup Royal wit fataal geworden: 34...12-17! (dreigt dam op 48) 35.42-37* en nu opnieuw 35...14-20! en 36...19x10!!, altijd gevolgd door 37...3x12, 38...17x28, 39...9-13 en 40...11x44 +. Na de tekstzet daarentegen rest zwart niet beter dan de vijandelijke indringer uit de weg te ruimen:
34...13-18 35.22x13 9x18 36.33-28 11-17
Zwart mocht zich niet aan 36...4-9? bezondigen (en voor 36...3-8? gold uiteraard hetzelfde) wegens 37.28-22! 9-13 38.32-28! en 39.39-34 enz. met schijfwinst voor wit.
37.40-34
In aanmerking komt ook 37.42-37. Zwart moet dan eerst de dreiging 38.40-34! 29x40 39.35x44! 24x35 40.38-33! pareren, zodat hij geen tijd heeft voor 37...6-11(?) en derhalve te laat komt om, anders dan in de partij, de velden 23 en 21 gelijktijdig onder controle te brengen. Probeert zwart na 37.42-37 de afruil van 29 te verhinderen door een opstelling met 37...15-20/3-8 38.39-33 3-8/15-20 in te nemen, dan vervangt wit 39.40-34? 29x40 40.45x34 (40...17-21! en 41...18-22 enz. +) door 39.43-39! 8-13 40.39-34! Na 40...6-11 41.37-31 en 42.31-26 rolt er dan altijd een remise-afwikkeling uit, ongeacht of zwart zijn onderste schijf naar 9, 10 of 15 dirigeert.
37...29x40 38.45x34 6-11(!)
Ziedaar het verschil: nu bereikt zwart wèl veld 21. Maar dit betekent nog geenszins dat daarmee het evenwicht zou zijn verbroken: de stellingen zijn bij goed spel nog steeds in balans.
39.39-33 11-16 40.34-29 23x34 41.30x39 18-23 42.42-37 17-21
Zie diagram
43.37-31?
Maar hiermee begaat Bubbi zijn eerste en - voor zover ik zie - enige werkelijke fout in deze partij. De witspeler voelt goed aan dat hij het klassieke keurslijf waarin zijn tegenstander hem geperst heeft, van zich af moet schudden. (Al weet ik niet zeker of zwart na een passief vervolg als 43.39-34?! en 44.43-39 enz. wel over een geforceerde winst beschikt, doch dit ter zijde.) Maar de manier waarop hij zich tracht te bevrijden, deugt niet. In plaats van de tekstzet had wit namelijk eerst 43.27-22! 12-17* 44.22x11 16x7 en daarna pas 45.37-31* moeten doen. Na 45...21-26 (anders is het wit die dankzij het terugruiltje 46.32-27! 21x32 47.28x37 in het voordeel komt) 46.39-34! 26x37 47.32x41 23x32 48.38x27 19-23! enz. wordt het onvermijdelijk remise.
43...4-9! 44.39-34 12-17?
Maar Wiersma profiteert nìet. Met 44...9-13! kon zwart zo goed als zeker winnen. Weliswaar kan wit dan met 45.25-20 14x25 46.33-29 24x42 47.43-38 42x22 48.27x7 ten koste van drie schijven doorbreken naar dam, maar vooral na 48...21-26! 49.31-27 19-24! enz. belooft het afspel hem weinig goeds. Laat wit die wanhoopsactie achterwege, dan wordt hij via 45.34-30 13-18! 46.31-26* 12-17! 47.43-39 23-29! nog veel sneller met schijf- en partijverlies geconfronteerd. Na de foutieve tekstzet komt wit alsnog (min of meer) los en zal zwart, die met de handicap van een achtergebleven stuk op 15 kampt, met lege handen blijken te staan.
45.27-22! 9-13 46.22x11 16x7 47.34-30 21-26 48.31-27 3-8 49.43-39 8-12 50.39-34 12-18 51.28-22! 26-31
Na een kwartier nadenken gespeeld. Inderdaad heeft zwart in een voortzetting van de strijd (51...7-11 52.34-29 23x34 53.30x39 18-23 54.33-28 enz.) niets meer te zoeken. Inmiddels was de andere partij die van belang was voor de eerste plaats, afgelopen. Met het remisevoorstel waarmee de zwartspeler de tekstzet vergezeld liet gaan en dat door zijn tegenstander geaccepteerd werd, was Wiersma dus definitief Europees kampioen!
44. ... 09-13
45. 25-20 14x25
46. 33-29 24x42
47. 43-38 42x22
48. 27x07 21-26
49. 31-27 19-24
44. ... 09-13
45. 34-30 13-18
46. 31-26 12-17
47. 43-39 23-29
De NOS over het EK 1999