Order by date, last inserted
Analysis/fragments by Auke Scholma
 15-08-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 30 november 1996, 0:00

Doorstoot werkt als boemerang 

Dinsdag kwam in Abidjan de strijd om het WK 1996 tot een (voorlopig) einde. Het was ongetwijfeld de spannendste slotronde van een titeltoernooi sinds 1978. Toen, in het Italiaanse Arco, begon Harm Wiersma met een punt voorsprong aan zijn laatste partij. De toenmalige titelhouder koerste in zijn duel met Sjtsjogoljev op remise aan, in de veronderstelling dat die puntendeling voldoende moest zijn voor een ongedeelde eerste plaats.  

Maar het liep anders. Rob Clerc, zelf uitgeschakeld voor de eerste plaats, ondernam in zijn partij tegen Gantwarg een woeste, onverantwoorde winstpoging, die door zijn tegenstander hardhandig werd afgestraft. En in de zes partijen omvattende herkamp moest Wiersma zijn titel - zij het tijdelijk - aan Gantwarg afstaan. 

Achttien jaar later blijkt er opnieuw een hoofdrol weggelegd voor Rob Clerc. Maar ditmaal vestigt Clerc in positieve zin de aandacht op zich. Op de laatste dag van het WK 1996 bracht hij koploper Alexander Schwarzman een sensationele nederlaag toe. 

Met die zege nam Clerc de eerste plaats van zijn tegenstander over, en hij zou zelfs onmiddellijk tot wereldkampioen zijn gekroond wanneer niet ook titelhouder Tsjizjov van de Ivoriaan Zeba had gewonnen. Nu zal een in februari 1997 te verspelen herkamp van zes partijen moeten uitmaken wie zich wereldkampioen 1996 mag noemen. 

Voor een weloverwogen terugblik op het achter ons liggende toernooi is het nog te vroeg, al was het maar omdat momenteel - afgezien van de in het Algemeen Dagblad afgedrukte winstpartijen van Clerc zelf - alleen de partijen van de eerste vijf ronden in mijn bezit zijn; de ronden 6 t/m 11 laten kennelijk nog even op zich wachten. Daarom nu meteen over naar de techniek. Van beide toernooiwinnaars geef ik de in mijn ogen belangrijkste winstpartij. 

Baljakin - Tsjizjov 
(vijfde ronde WK 1996)
 

1.32-28 17-21 2.37-32 11-17 3.41-37 

Baljakin had de dag tevoren tot veler verrassing verloren van Georgiev. Die omstandigheid verklaart wellicht waarom hij hier aan de rustige tekstzet de voorkeur geeft boven het scherpe 3.31-26. 

3...7-11 4.34-29 1-7 5.40-34 19-23 6.28x19 14x23 7.33-28 21-26 8.28x19 13x33 9.39x28 10-14 10.44-39 5-10 11.39-33 9-13 12.43-39 17-22 13.28x17 11x22 14.31-27 22x31 15.36x27 4-9 16.46-41 14-19 17.49-43 18-23 

Waarschijnlijk gespeeld om wit geen gelegenheid tot 18.32-28 te geven. 

18.34-30 10-14 19.30-25 20-24 20.45-40 7-11 21.33-28 

Er is een onversneden klassiek speltype op het bord verschenen. Daarin kiest Tsjizjov voor een opmerkelijke opbouw door langzaam maar zeker schijf 9 te activeren en daarmee en passant te berusten in de buitenspel-positie op 15. 

21...12-17 22.40-34 

Mogelijk ervoer Baljakin het als een bezwaar dat wit na 22.38-33 17-21 23.42-38 8-12 niet 24.47-42? zou mogen spelen wegens 24...24-29! enz. en derhalve op 24.48-42 zou zijn aangewezen. Toch hoeft een dergelijke opstelling geenszins slecht te zijn - integendeel misschien wel. Maar dat geldt in niet mindere mate voor wat de witspeler in de partij doet. 

22...8-12 23.34-30 13-18 24.39-33 2-8 25.41-36 9-13 26.43-39 17-21 27.39-34 23-29!? 

Tsjizjov plaatst een gedurfde Ghestem-doorstoot, waardoor het bord binnen enkele zetten in lichterlaaie komt te staan. Overigens gebiedt de eerlijkheid te erkennen dat zwart ook niet beter hàd, omdat 27...12-17(?) 28.34-29! 23x34 29.30x39 zeer in wits voordeel zou hebben gewerkt. 

28.34x23 18x29 29.28-22! 

Baljakin reageert adequaat door op zijn beurt eveneens een Ghestem-doorstoot te plaatsen. 

29...12-18 30.33-28 18-23 31.50-44?! 

Maar in de geladen positie die inmiddels is ontstaan, vindt de Wit-Russische grootmeester niet het juiste plan. Aangewezen was mijns inziens 31.37-31! 26x37 32.42x31, waarna wit volgens mij de beste papieren had gehad. Al blijft het goed te bedenken dat de stelling dermate dynamisch is dat de kansen bij de geringste fout weer kunnen omslaan. Ter illustratie van zowel het één als het ander geef ik een paar variantjes: 
1) 32...21-26 33.47-42 26x37 34.42x31 8-12 35.48-42 12-17 36.42-37 17-21 (na 36...3-8 37.31-26! 8-12 38.36-31! 12-18 39.50-45 15-20 40.45-40 loopt zwart als eerste vast) 37.50-44 21-26 38.44-39 3-8 39.39-33 11-17 40.22x11 16x7 41.28-22! 15-20* 42.22-17 met groot voordeel voor wit. 
2) 32...8-12 33.31-26 3-8 34.26x17 12x21 35.36-31 21-26 36.47-42 26x37 37.42x31 8-12 en nu: 
2.1) 38.48-42? 12-17! 39.42-37 17-21! 40.50-44 (want 40.31-26?? is onspeelbaar) 21-26 41.44-39 11-17! 42.22x11 6x17! 43.27-22* 17-21! 44.31-27 29-34! 45.39-33 34-40 46.35x44 24x35 47.44-39 15-20 48.39-34 20-24 en zwart gaat na 49.34-30 35-40 50.22-17 21x12 51.27-22 24x35 52.22-18 13x22 53.28x8 40-44 54.8-3 44-49 55.3x20 23-28 56.32x14 49x5 het 4x3 eindspel winnen. 
2.2) 38.50-44! en wit staat meer dan voortreffelijk, daar zwart zich niet op 38...12-17? kan inlaten wegens 39.44-40! 17-21/15-20 40.31-26! +. 

31...8-12 32.38-33? 

Een tweede fout in successie. Inderdaad was op 32.44-39 de reactie 32...29-34! vervelend geweest, maar 37-31x31! verdiende nog steeds de voorkeur. 

32...29x38 33.42x33 23-29! 

De inleiding tot een niet alledaagse weerlegging van tactische aard. 

34.48-42 29x38 35.42x33 11-17! 36.22x11 6x17 

Er dreigt nu 37...14-20! en 38...13-18 enz. met schijfwinst voor zwart. Daartegen kan wit zich niet verweren met 37.27-22? wegens de damzet 37...19-23! enz. met dam op 50. Baljakin zag dan ook niets beters dan zich gewonnen te geven! 

Ook de partij die Clerc in de slotronde van Schwarzman won, kende een hoog Ghestem-gehalte. 

Clerc - Schwarzman 
(11e ronde WK 1996)
 

1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.33-29 7-12 4.39-33 1-7 5.44-39 19-23 6.29-24 20x29 7.33x24 

In enigszins gewijzigde vorm kwam deze variant ook op het bord in de partij Clerc-Chmiel, EK 1992. 

7...21-26 8.34-30 14-19 9.30-25 19x30 10.25x34 13-19 11.50-44 8-13 12.39-33 15-20 13.44-39 10-14 14.31-27 5-10 15.37-31 26x37 16.41x32 10-15 17.33-28 

Ook hier, evenals bij Baljakin en Tsjizjov, onvervalst klassiek! 

17...2-8 18.38-33 11-17 19.42-38 7-11 20.34-30 20-24 21.30-25 17-21 22.40-34? 

Deze zet vormt de oorzaak van de problemen waarmee wit straks te kampen krijgt. Waarom Clerc hier niet gewoon 22.46-41 21-26 23.41-37 speelt, is mij niet duidelijk. 

22...21-26 23.34-29 23x34 24.39x30 18-23 

Nu moet wit bij het opspelen van 46 steeds met 26-31 rekening houden. 

25.47-42 13-18! 26.46-41 26-31! 27.28-22 9-13! 

Het zal beide spelers de nodige bedenktijd hebben gekost uit te rekenen wat de gevolgen van 27...23-28 28.22x2 28x46 zouden zijn geweest. Als ik mij niet vergis luidt het meest relevante vervolg 29.2-8 31x22 30.8x28 46x23 31.33-29 enz. 

28.41-37 

Wit moet uit twee kwaden kiezen. Op 28.33-28 was in elk geval 28...11-17! 29.22x11 31x33 30.38x9 3x14 al zeer sterk geweest. Na de tekstzet ziet ook 28...4-10 en 29...23-28 enz. er aantrekkelijk uit voor zwart, maar men kan zich voorstellen dat Schwarzman, met de hete adem van Tsjizjov in zijn nek èn een riante stelling op het eigen bord, het liefst zo ambitieus mogelijk verder gaat: 

28...12-17 29.37x26 17x39 30.43x34 8-12 31.34-29 24x33 32.38x29 23x34 33.30x39 15-20 34.45-40 20-24 35.40-34 3-8 

Versmaadt nog steeds alle mogelijke afwikkelingen naar een puntendeling (35...24-29 enz.). 

36.34-30 11-17 37.49-43 18-23 38.39-33 13-18 39.33-28 23-29?! 

Maar inmiddels is de situatie helemaal niet meer zo duidelijk. En de Ghestem-doorstoot die Schwarzman hier plaatst, zal zich als een boemerang tegen hem keren, ongeveer zoals in zijn verliespartij tegen Roozenburg, die ik drie weken geleden in deze rubriek behandelde. 

40.36-31! 

Nu wèl. 

40...18-23 41.27-22! 4-9 42.22x11 6x17 43.31-27 9-13 44.42-38! 17-21 45.26x17 12x21 46.28-22! 21-26(?) 

Hierna is het definitief uit. Mogelijk had zwart zich met 46...8-12(!) 47.22-17 (47.48-42? 12-18! en nu òf 48.42-37 23-28 enz. òf 48.43-39 29-34! 49.39-33 34-40! enz.) 21-26 48.17x8 13x2 nog juist kunnen redden. 

47.48-42! 8-12 48.42-37 12-17 49.22x11 16x7 50.27-22! 

Zwart wordt genadeloos weggetikt. In arren moede offert Schwarzman maar een schijf, maar het mag niet meer baten. 

50...23-28 51.32x34 24-29 52.34x23 19x17 53.30-24 7-12 54.35-30 17-21 55.24-20 12-18 56.20x9 13x4 57.38-33 4-10 58.25-20 18-23 59.20-15 10-14 60.30-25 21-27 61.43-38 23-29 62.33x24 27-31 63.37-32 31-36 64.24-20 36-41 65.20x9 41-46 66.32-27 46-32 67.38-33 32x21 68.15-10! 21-17 69.33-29 26-31 70.9-3 17-28 71.10-5 28-44 

?Zwart geeft het op. Voor Clerc betekende deze winstpartij, hoe onlogisch zij ook tot stand kwam, het tot op heden grootste succes in zijn carrière. Schwarzman daarentegen, die zo dicht bij de verwezenlijking van zijn droom was geweest, verliet - naar het schijnt - in tranen de speelzaal...