Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 03-11-2020 MF Eric van Dusseldorp:
Door iemand opgemerkt op Facebook: 46. 37-31??,... en als Fabre in deze laatste ronde nu het simpele (23-29) gespeeld had, dan was Herman Hoogland nooit de wereldkampioen van 1912 geworden. De titel was dan naar Jack de Haas gegaan. In plaats van de tekstzet had natuurlijk 27-22 annex 34-29 gemoeten.
In de slotstand had zwart nog even kunnen doorspelen. Bijvoorbeeld 27-21 (19-23) 39-33?? Of 27-21 (19-23) 21-16 (23-28) 26-21 (17x26) 16-11 (12-17) 11x33 (26-31) 33-28 (31-37) en nu is alleen 39-34 remise.
 03-11-2020 MF Ronald Schalley:
Zou er dan geen barrage geweest zijn?
 04-11-2020  Hanco Elenbaas:
Natuurlijk was er dan een herkamp geweest. 

R.C. Keller plaatste heel lang geleden (toen hij nog met miniatuurdiagramstempels werkte) al een vraagteken bij 46...14-20 in zijn exemplaar van het toernooiboek:
  
PDN     Diagram 1
46. 27-22 18x27 47. 32x21 23x41 48. 34-29 17x26 49. 29x16 =
 04-11-2020 MF Eric van Dusseldorp:
Ik weet niet of er dan een herkamp was geweest. SB was heel lang (m.i. ten onrechte overigens) erg populair. Ook toen zaten ze natuurlijk met de onwenselijkheid dat een toernooi langer duurt.
 Gewijzigd op 06-11-2020.
PDN     Diagram 2
54. 27-21 19-23 55. 21-16 23-28 56. 26-21 17x26 57. 16-11 12-17 58. 11x33 26-31 59. 33-28 31-37 60. 39-34
Animatie bij een eerdere opmerking.
 04-11-2020  Hanco Elenbaas:
In het wedstrijdreglement van het toernooi van Rotterdam 1912 stond in artikel XV: "Als aan het eind van de wedstrijd twee spelers hetzelfde aantal punten hebben vergaard, spelen zij een match over 2 partijen om de titel van Wereldkampioen, maar zij delen de 1e en de 2e prijs."

En artikel XVII: "Als 3 of 4 spelers uiteindelijk het grootste aantal punten behalen, zal hun klassering bepaald worden door het resultaat van hun onderlinge partijen. Als hierdoor geen definitieve klassering bereikt kan worden, spelen zij één partij tegen elk van de anderen. Deze partijen zullen beslissend zijn voor het Wereldkampioenschap."

(uit Cock van Leeuwen's artikel in Dammen # 95, mei 1994.)
 06-11-2020 MF Eric van Dusseldorp:
OK, duidelijk. Bedankt, Hanco!
Edit: nou ja duidelijk. Wat gebeurt er als de twee hoogst geëindigden in de barrage 2-2 spelen? Wat gebeurt er als er bij drie of vier hoogst geëindigden onderlinge beslissingen in de barrage geen uitsluitsel bieden? En wat gebeurt er als vijf of meer spelers op de eerste plaats eindigen? Goed dat Trump niet meedeed.
De twee vraagtekentjes op het velletje van Keller bij 5..., 17-21; zijn ook interessant. Natuurlijk moet (28-33) en wit moet moeite doen om zijn schijf terug te winnen. Daarna staat zwart beter.
 06-11-2020  Hanco Elenbaas:
Waarschijnlijk zouden er na een 2-2 nog wat partijen gevolgd zijn. Sonneborn-Berger werd in de damwereld toch niet gebruikt vóór de Tweede Wereldoorlog?  
 06-11-2020  Fred Roedolph:
PDN     Diagram 3
Opmerkelijk vind ik dat er geen vraagteken staat bij het offer 3.28-22? Bij goed spel heeft zwart veel voordeel, Kingsrow speelt de volgende variant met 2 minuten per zet. Wit ziet in deze variant in ieder geval zijn geofferde schijf niet meer terug: 4. ... 15-20 5. 41-36 11-17 6. 27-22 28-33 7. 38x18 17x28 8. 32x23 13x22 9. 46-41 19x28 10. 31-27 22x31 11. 36x27 09-13 12. 41-36 13-18 13. 37-31 18-22 14. 27x18 12x23 15. 34-29 24x33 16. 43-38 08-12 17. 38x18 12x23 18. 42-38 16-21 19. 49-43 14-19 20. 31-26 07-11 21. 26x17 11x22 22. 38-33 01-07 23. 33-29 23x34 24. 40x29 19-24 25. 39-33 28x39 26. 44x33 10-14 27. 45-40 04-09
 07-11-2020  Hanco Elenbaas:
Cock van Leeuwen in Dammen # 97, augustus 1994:



Marcel Bonnard in Le Jeu de Dames van april 1924, in de analyse van de 7de partij uit de match om het Kampioenschap van Frankrijk 1921/1922, tussen Marius Fabre en Alfred Molimard: 

https://toernooibase.kndb.nl/opvraag/applet.php?kl=46&Id=4662&r=7&jr=0&wed=834168&taal=