Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 26-11-2010  Piet Bouma:
Gisteren na afloop van de clubavond van Huizum gaf Anton Schotanus bij de stamtafel aan, dat hij een groot bewonderaar is van Alexander Baliakin en dat hij veel van zijn partijen naspeelt.

Deze partij kon Anton niet meer op zijn netvlies krijgen.

Een beauty van Alexander Dibman, de wereldkampioen van 1986, die helaas niet meer in de damarena optreedt.
 07-09-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 1 maart 2008

Ondanks dieptepunten een van sterksten

De afgelopen vier weken heb ik enkele aspecten belicht van de carrière van Alexander Dybman, de wereldkampioen van 1986 en 1987 die nadien nooit meer om de hoogste titel zou spelen.... 

Dat laat zich nog niet eens zo gemakkelijk vaststellen. Een complicatie is namelijk dat Dybman zelfs in zijn beste jaren een zekere kwetsbaarheid heeft behouden. Die kwetsbaarheid kwam in wel heel extreme vorm tot uiting in december 1983, toen hij in het kampioenschap van de Strijdkrachten liefst zes partijen verloor (en er slechts twee won). Dybman was op dat moment al Sovjet-Russisch kampioen.

Wie zich een totaalbeeld omtrent Dybmans speelsterkte wil vormen, dient ook diens dieptepunten mee te laten wegen. Waaraan ik overigens onmiddellijk toevoeg dat Dybman ná zijn nederlaag tegen Gantwarg op de openingsdag van het Sovjet-Russisch kampioenschap 1984 geen toernooi- of matchpartij meer zou verliezen. (Ik beperk mij tot het eerste en veruit belangrijkste gedeelte van Dybmans loopbaan, de periode dus die in 1987 afgesloten werd met de in 20-20 geëindigde WK-match tegen Gantwarg.)

Hoe dan ook, persoonlijk ben ik geneigd Dybman tot de sterkste spelers aller tijden te rekenen. Waarom? Bijvoorbeeld omdat Dybman tussen 1983 en 1986 drie Sovjet-Russische titels veroverde. Of – uiteraard – omdat hij het WK-toernooi van Groningen 1986 onbedreigd won. Maar ik sla Dybman óók en vooral zo hoog aan vanwege de resultaten die hij tegen sommige collega-grootmeesters behaalde.

Zo won Dybman tot tweemaal toe (1980 en 1986) van de geduchte Misjtsjanski. Wellicht nog indrukwekkender – zeker achteraf bezien – was zijn ‘dubbele’ overwinning op Tsjizjov, die andere geweldenaar die in Paramaribo 1988 de wereldtitel van de afwezige Dybman zou overnemen.

Natuurlijk was Tsjizjov in 1983 en 1984 nog niet zo sterk als in latere jaren, maar dit neemt niet weg dat hij ook toen al deel uitmaakte van de Sovjet-Russische dam-elite. Desondanks werd Tsjizjov in twee achtereenvolgende kampioenstoernooien door Dybman verslagen. Maar de meest verpletterende zege op een medegrootmeester boekte hij in de derde ronde van het titeltoernooi in 1983. Dybmans overwinning op Alexander Baljakin, de kampioen van 1982, was zo spectaculair dat zelfs de Russische krant Sovjetski Sport voor het eerst in haar bestaan de notatie van een dampartij afdrukte!

Nog voel ik de siddering die de door Genna Sosonko voorgelezen zetten destijds bij mij teweegbrachten. En hoewel ik mij tijdens het opschrijven al een beeld van het krankzinnige verloop had trachten te vormen, wist ik niet hoe snel ik de hoorn op de haak moest gooien om er een ‘echt’ bord bij te kunnen pakken.

Baljakin-Dybman
Kamp. USSR 1983


1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 14-19 5.46-41 5-10 6.32-28 23x32 7.37x28 9-14 8.41-37 16-21 9.31-26 18-22 10.38-32 11-16 11.43-38 3-9 12.49-43

Een zet met zeer vérstrekkende gevolgen. Het is niet voor niets dat de witspelers (Baljakin, Gantwarg, Dybman zelf ook) hierna weer zouden teruggrijpen op 12.48-43.

12...19-24!? 13.34-30 21-27 14.30x19 13x24 15.32x21 16x27 16.37-31 6-11 17.39-34 9-13 18.44-39 13-18 19.50-44 14-19 20.47-41 8-13! 21.34-29 4-9! 22.40-34 10-14! 23.42-37?

Relatief beter was 23.45-40.

Zie diagram 1

23...18-23! 24.29x18 12x32 25.37x28 17-21!!

De inleiding tot een gezonde dam-voor-twee-stukken.

26.26x6 20-25 27.28x17 14-20 28.31x22 24-30 29.35x24 20x49 30.36-31 19-23! 31.39-34(?)

En nu verkrijgt zwart, ten koste van wéér een stuk, zelfs een tweede dam:

31...25-30!! 32.34x25 15-20! 33.25x3 23-29 34.33x24 2-8 35.3x12 7x47

Een van de pointes is dat wit aan 36.24-19(??) niets heeft. Maar dat is nog niet alles...

36.48-42 13-19!!! 37.24x13 47-41!!!

Zie diagram 2

Ongelooflijk! Ondanks een achterstand van vier(!!) stukken is het zwart die op winst staat: tegen de dreiging 38...41-32 + vormt zelfs 38.13-8 geen afdoende parade. Baljakin gaf het dan ook op.