Angst is een slechte raadgever. Zwart probeert vanaf het begin een puntje binnen te sprokkelen en doet dat tm zijn 29e zet niet slecht. 30. 20-25 is echter het begin van het einde. Veel beter is om met 17-21 het pootje te handhaven en iets met de korte vleugel te doen. Als wit dan 40-34 speelt, kun je verder beitelen met 24-29. De rest is zeer leerzaam en ijzersterk gespeeld door de witspeler. Let vooral op 37. 34-29 om 18-23 te voorkomen.

42. ... 14-20 43. 28-23 20-24 44. 29x20 15x24 45. 23-19 27-31 46. 19x06 31x33 47. 48-43 24-29 48. 35-30 33-38 49. 43x32 29-33

De laatste kans op remise was wellicht bovenstaand variantje. Wit heeft andere zetten, maar m.i. niets winnends. Het eindspel is remise, maar ik kan me zo voorstellen, dat je daar in de partij niet zeker van bent.

25.18-23 of 25.17-22 geeft wat meer houvast voor zwart lijkt het.

Zwart speelt lang uitstekend mee. 25.19-24 is niet verkeerd maar dan moet het vervolg nauwkeurig zijn. Makklijker is bijvoorbeeld 25. 18-23 30-25 4-9 25x14 9x20 35-30 12-18 en nu kan op 30-25 zowel 20-24 als ook 17-22 of 1-6. eeen andere mogelijkheid voor zwart is: 25. 17-22 op 30-25 dan altijd de 3om3 47-42 waarschijnlijk dus nu is op 11-17 31-26 mogelijk vervelend dus daarom maar liever iets als 1-6. In deze spelgang houdt zwart de schijven op 40 en 45 op zijn plaats.

Ik begrijp 25...19-24 wel, al ziet het er niet zo fraai uit. Op 25. 18-23, zoals Martin voorstelt, hoeft wit niet 30-25 te doen, maar kan ook klassiek proberen aan te leggen, met bijvoorbeeld 26.31-27 13-18 27.43-39 8-13 28.33-28. Afgezien van de waarde van zo een stelling, kan ik mij voorstellen, dat een volledig op remise beluste zwartspeler liever wat meer open spel behoudt.

25. ... 18-23 26. 31-27 13-18 27. 43-39 08-13 28. 33-28

Van dit soort afwachten zal Michiel ook geen fan geweest zijn... 25. ... 04-09 26. 43-39 17-21 27. 30-24 20x29 28. 33x24 19x30 29. 35x24 18-23 30. 39-34 12-18 31. 34-29 23x34 32. 40x29 18-22 33. 48-42 21-27 34. 32x21 16x27 35. 38-32 27x38 36. 42x33 Mooi is hier ook te zien hoe profijtelijk het kan zijn, om een zet als 47-42 (een echte aanschuifzet) uit te sparen.

25. ... 18-23 26. 31-27 12-18 ipv 13-18 27. 43-39 17-22 niet de beste wellicht, maar het gaat om de idee 28. 37-31 11-17 en het is allemaal lastig in te schatten. Wiersma zegt dan vaak: "Het is maar net hoe het gaat", Ik denk dan: "Ja hallo, zo kan ik het ook", maar hij heeft dan volkomen gelijk, want er zijn domweg te veel mogelijkheden.

Het laatste diagram lijkt mij volkomen in evenwicht. 25.19-24 was ook nog prima. Ik sluit mij aan bij de opmerking van Ron Heusdens dat zwart de formatie 15,20 24 moet handhaven en iets als 17-21 dient te doen. Na 25.18-23 kan wit inderdaad ook iets als 31-27 doen natuurlijk is 12-18 dan de logische opbouw, zwart zit dan goed in de partij.