Order by date, first inserted
 20-07-2020  Hanco Elenbaas:
PDN     Diagram 1
Schwarzman - Isjmoeratov, 2007

1. ... 19-23 2. 28x19 14x23 3. 37-32 10-14 4. 41-37 05-10 5. 46-41 14-19 6. 35-30 20-25 7. 40-35 15-20 8. 44-40 20-24 9. 50-44 10-14 10. 34-29 25x34 11. 29x20 14x25 12. 40x29 23x34 13. 39x30 25x34 14. 44-39 16-21 15. 39x30 21-26 16. 45-40 11-16 17. 40-34 07-11 18. 43-39 01-07 19. 31-27 17-21 20. 49-44 12-17 21. 33-28 07-12 22. 38-33 09-14 23. 30-24 19x30 24. 34x25 03-09 25. 35-30 17-22 26. 28x17 11x31 27. 36x27 12-17 28. 41-36 17-22 29. 48-43 22x31 30. 36x27 18-22 31. 27x18 13x22 32. 33-28 22x33 33. 39x28 08-13 34. 44-39 02-07 35. 43-38 07-12 36. 39-34 21-27 37. 32x21 26x17 38. 38-32 16-21 39. 42-38 06-11 40. 38-33 11-16 41. 37-31 21-26 42. 31-27 14-19 43. 34-29 12-18 44. 30-24 19x30 45. 25x34 18-22 46. 27x18 13x22 47. 28-23 16-21 48. 34-30 22-27 49. 30-24 27x38 50. 33x42 21-27 51. 24-19 27-32 52. 29-24 04-10 53. 23-18 09-14 54. 19-13 26-31 55. 42-37 31x42 56. 47x27 14-19 57. 13-09 19x30 58. 18-12 17x08 59. 09-03
Ton Sijbrands, 11 februari 2012:

Boomstra - Valjoek deel 3 

In de openingsfase van de partij Boomstra-Valjoek, die twee weken lang in deze rubriek centraal heeft gestaan, deed zich een moment voor waarover de meningen hevig verdeeld zijn. Moet wit, zo luidt de vraag, na 1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.46-41 14-19 6.35-30 20-25 7.40-35 15-20 8.44-40 20-24 9.50-44 10-14 10.34-29 25x34 11.29x20 14x25 12.40x29 23x34 13.39x30 25x34 de geofferde schijf meteen terugwinnen? Of doet hij er verstandig aan de tussenzet 14.31-27 aan (15.)44-39 vooraf te laten gaan?

Zelfs op het hoogste niveau is men het daar niet over eens. De ene grootmeester heeft een uitgesproken voorkeur voor 14.31-27, de ander zweert bij 14.44-39. Er zijn er die beide voortzettingen toepassen. En er is een auteur die op papier 14.31-27 aanbeveelt (Baljakin in 12 systems), maar in de praktijk wijselijk 14.44-39 speelt! Of moeten we daar wellicht uit afleiden dat het hoofdstuk over deze openingsvariant geschreven is door zijn co-auteur Gantwarg, die inderdaad uitsluitend 14.31-27 pleegt te doen?

Hoe dan ook, zelf behoor ik tot de aanhangers van 14.44-39. Niet dat ik geen begrip zou hebben voor hen die 14.31-27 spelen. Maar het immense voordeel dat wit na direct 44-39x30 probleemloos 45-40-34(!) kan doorzetten en zich níet, anders dan na 14.31-27 18-23 15.44-39 12-18 16.39x30 7-12 en 17...9-14, in allerlei bochten hoeft te wringen om tot een omsingeling van het vijandelijke centrum te komen - dat voordeel weegt voor mij ruimschoots op tegen het bezwaar dat zwart de gelegenheid krijgt het randstuk 16 naar 26 over te hevelen.

Bovendien kan men zich afvragen of die reactie 16-21-26 wel een werkelijk bezwaar is. In veel partijen blijken de zwartspelers namelijk in een mum van tijd toch weer op veld 16 te staan. Zoals in het gepolijste duel dat oud-wereldkampioen Alexander Schwarzman in april 2007, anderhalve maand voordat hij in Hardenberg voor de tweede maal de hoogste titel zou veroveren, in het Russisch kampioenschap van Fidan Isjmoeratov won.

Die partij is in mijn ogen karakteristiek voor de bedoelde openingsvariant, hoewel de zwarte stand schijnbaar een solide indruk maakt, blijft hij gedrukt staan, zowel in positionele als in tempo-technische zin.

En het is zeker niet onlogisch dat Isjmoeratov uiteindelijk, in een eindspel van wederzijds zes schijven, bezwijkt onder de pressie waaraan hij urenlang heeft blootgestaan.

Schwarzman-Isjmoeratov Rusland 2007
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.46-41 14-19 6.35-30 20-25 7.40-35 15-20 8.44-40 20-24 9.50-44 10-14 10.34-29 25x34 11.29x20 14x25 12.40x29 23x34 13.39x30 25x34 14.44-39 16-21 15.39x30 21-26 16.45-40 11-16

(zie boven; voor het scherpere tegenspel met 16...18-23 17.40-34 12-18 of 16...9-14 17.40-34 3-9 en 18...18-23 verwijs ik naar een van de volgende damrubrieken)

17.40-34 7-11 18.43-39 1-7 19.31-27 17-21 20.49-44 12-17 21.33-28 7-12 22.38-33 9-14 23.30-24 19x30 24.34x25

(natuurlijk niet 24.35x24? wegens 24...14-20/26-31! enz. met dam op 46)

24...3-9 25.35-30

Zie diagram 1

25...17-22 26.28x17 11x31 27.36x27 12-17 28.41-36 17-22 29.48-43 22x31 30.36x27 18-22 31.27x18 13x22 32.33-28 22x33 33.39x28 8-13 34.44-39 2-7 35.43-38 7-12 36.39-34 21-27 37.32x21 26x17 38.38-32 16-21 39.42-38 6-11 40.38-33 11-16 41.37-31 21-26 42.31-27 14-19 43.34-29 12-18 44.30-24(!) 19x30 45.25x34

Zie diagram 2

45...18-22(!)

Alleen zo kan zwart voorkomen dat hij strategisch wordt overspeeld: na bijvoorbeeld 45...13-19? 46.34-30! 9-13 47.29-24! was hij er niet meer aan te pas gekomen.

46.27x18 13x22 47.28-23(!) 16-21 48.34-30(!) 22-27?

(maar ook hierna is Schwarzmans aanval in alle varianten beslissend; daarom had zwart voor 48...26-31! 49.30-24 31-36! moeten kiezen)

49.30-24! 27x38 50.33x42 21-27 51.24-19! 27-32 52.29-24! 4-10

(er is geen houden meer aan)

53.23-18! 9-14 54.19-13 26-31

(54...14-19 verliest kansloos na 13-8-2-7!)

55.42-37 31x42 56.47x27 14-19

(56...17-22 57.24-19!! +)

57.13-9 19x30 58.18-12 17x8 59.9-3

en zwart gaf het op.
Ton Sijbrands, 4 februari 2012:

Verleidingen van overweldigende aanvalsstand

Vorige week besprak ik het eerste gedeelte van de indrukwekkende partij die Roel Boomstra in het junioren-WK 2011 van Vladislav Valjoek (Wit-Rusland) won. Vanuit de stelling van het eerste diagram zag het verloop er als volgt uit:

Zie diagram 1

31...17-21 32.24-20(?)

De wens om bij zo'n overweldigende aanvalsstand dóór te pakken, is begrijpelijk. Maar de bezetting van 20, in een situatie waarin eventuele slagen met 26 nog niet zijn geëlimineerd, biedt zwart ongewild de gelegenheid het evenwicht te herstellen. Daarom had Boomstra achteraf liever eerst zijn linkervleugel gefatsoeneerd met hetzij 32.42-38 gevolgd door 33.38-32, 34.43x32 en 35.41-37, hetzij 32.41-37. In dit laatste geval hoeft wit de 2x2-ruil 32...27-31, die hem een ontwikkelingsvoorsprong van 8 tempi in handen zou spelen, allerminst te vrezen.

32...13-18!

Hiermee roept zwart de vijandelijke aanval indirect een halt toe. Zo zou op 33.23-19 de 3x3-ruil 33...18-23! en 34...27-31 volgen. En na 33.34-30 8-13! moet wit zowel met 34...12-17!! enz. als met de ongewone 5x5-ruil 34...13-19!! en 35...18-22! enz. rekening houden.

33.42-38 8-13! 34.38-32 27x38 35.43x32 7-11(?)

Maar met deze en zijn volgende zetten valt Valjoek weer terug in zijn rol van verdediger. Daarentegen kon hij met het hondsbrutale 35...4-10!! vrij zeker remise maken. Op 36.20-15 beschikt zwart immers over afwikkelingen als 36...9-14! 37.15x4 13-19 38.4x22 19x46 (39.36-31! 26x37 40.22-17 =) of 36...7-11! 37.15x4 13-19!! 38.4x6 19x46 39.36-31 26x37 40.6-22 37-41/42 41.47x36/38 46-28 =. En 36.34-30, de enige andere parade tegen de dreiging 36...10-15!, wordt beantwoord met 36...10-14! 37.20-15 13-19! 38.32-28 26-31! enz., waarna winst voor wit eveneens van de baan lijkt.

36.41-37 12-17?! (beter is 36...11-17) 37.23x12 17x8 38.32-28! 11-17 39.37-32 17-22 40.28x17 21x12 41.32-28! 12-17 42.28-23!

(Boomstra zet al zijn kaarten op de aanval en vertrouwt erop dat de basisschijven 47 en 49 hun defensieve taken naar behoren zullen vervullen)

42...17-21 43.34-30 26-31?

(verleidelijk doch foutief; maar dat zwarts laatste overlevingskans in 43...8-12! 44.30-24 12-17! school, lag niet echt voor de hand)

44.36x27 21x32 45.30-24!

Zie diagram 2

45...16-21

Zwart had een interessant verdedigend alternatief in het offer 45...8-12 46.20-14! 9x20 47.24x15 12-18!!? 48.23x12 13-19! Maar remise zou hij er niet mee hebben gemaakt, getuige het vervolg 49.49-43 16-21 50.43-39 21-26 51.39-34 32-37 52.33-28 26-31 53.34-30! 31-36 54.29-24! en nu drie puntige variantjes tot besluit:
1) 54...37-41 55.24x13 41-46 56.12-8!! 46x35 57.8-3 +.
2) 54...37-42 55.47x38(!) 36-41 56.24x13 41-47 57.38-32 47-36 58.30-24!! 36x9 59.28-22! 9x20 60.15x24 +.
3) 54...19-23 55.28x19 37-41 56.19-13! 41-46 57.12-8 en wit wint door overmacht.


46.20-14! 9x20 47.24x15

Hoe stijlvol! In de opening stuurde Boomstra met 10.34-29 op een situatie aan waarin zwart links een stuk te kort kwam, vervolgens onttrok hij met 20.27-22!!? opnieuw een schijf aan de bedreigde flank, en de afruil van 9 tegen 14, waarmee de witspeler zijn superieure strategie bekroont, maakt de onttakeling van de vijandelijke linkervleugel compleet.

47...32-37 48.23-19! 13x24 49.29x20 8-13* 50.20-14 13-19* 51.14x23 21-27 52.23-19 27-31 53.19-14 31-36 54.14-10 36-41* 55.47x36 37-42 56.33-29 42-48 57.10-5

Het 5x3-eindspel staat huizenhoog gewonnen voor wit. Desondanks zou Valjoek nog 34(!) zetten lang doorspelen, om pas te capituleren toen zijn dam op het punt stond door de drie witte dammen te worden uitgevangen.
Ton Sijbrands, 28 januari 2012: 

Boomstra kiest oude, populaire openingsvariant

Met lichte vertraging bespreek ik de partij die Roel Boomstra onlangs van de Wit-Rus Valjoek won. Twee weken geleden, toen van deze partij slechts de notatie sec werd afgedrukt, repte ik van een 'oogstrelend duel'. Ook na een nadere, over twee rubrieken uitgesmeerde kennismaking vind ik nog steeds dat daar geen woord te veel mee is gezegd.

Boomstra-Valjoek WK-junioren 2011
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.46-41 14-19 6.35-30 20-25 7.40-35 15-20 8.44-40 20-24 9.50-44 10-14 10.34-29

Boomstra bedient zich van een openingsvariant die vooral in de jaren 1980-1995 buitengewoon populair was. Na herovering van de tijdelijk geofferde schijf ontstaat er een enigszins abstract spelbeeld waarin zwart, wiens stelling ogenschijnlijk geen zwaktes kent, aan zijn linkervleugel uiteindelijk tóch een stuk te kort blijkt te komen. Dat is althans de strategische bedoeling die eraan ten grondslag ligt, en ook de onderhavige partij zal uitwijzen dat we hier allerminst met een fata morgana van doen hebben.

10...25x34 11.29x20 14x25 12.40x29 23x34 13.39x30 25x34 14.31-27

(het is voornamelijk een kwestie van smaak of men aan deze inlas de voorkeur geeft boven meteen 14.44-39)

14...18-23 15.44-39 12-18 16.39x30 7-12 17.43-39 9-14 18.48-43 17-21

Een kleine drie weken tevoren had Boomstra dezelfde stand op het bord gehad in zijn partij tegen Jean-Marc Ndjofang, Peking 2011. Toen had zijn tegenstander 18...1-7 gedaan, waarop het verder ging met 19.45-40 4-10?! (veel scherper is 19...14-20!? 20.39-34!? 20-25!? 21.33-29 enz.) 20.39-34 3-9 21.33-29 en nu - helaas - 21...19-24, 22...18-22 en 23...13x24. Zie diagram 1 In de diagramstand vervolgden de witspelers tot dusver steeds met 45-40-34. Boomstra slaat echter een heel ander pad in door een aanbeveling van het auteursduo Gantwarg/Baljakin over te nemen:

19.33-28!? 14-20 (het alternatief 19...4-10 oogt uiterst verdacht) 20.27-22!!? De inleiding tot wat Gantwarg en Baljakin in 12 systems, hun in 1991 te Minsk verschenen verhandeling over de 1.32-28 19-23-opening, een 'advantageous exchange' noemen. Inderdaad wordt met deze 4x4-ruil als het ware wéér een schijf van de zwarte linkervleugel afgeknabbeld. En daar zal het niet bij blijven...

20...18x27 21.38-33 27x29 22.30-25 23x32 23.25x34 21-27?!

Een twijfelachtige reactie. Als gevolg van het slechts schijnbaar actieve 23...21-27 - in plaats waarvan het triviale 21-26, 12-18 en 18-22x22 op z'n minst vervelender was geweest - zal wit heer en meester op het middenbord blijven.

24.37x28 16-21 25.34-29 3-9

En dit is misschien evenmin de gelukkigste keuze die zwart kon maken. In elk geval had wit 25...11-16 met het (iets) bescheidener 26.42-37! moeten beantwoorden, omdat 26.28-23(?) de manoeuvre 26...2-7 en 12-18x18 mogelijk zou maken.

26.39-33 11-16 27.28-23!

Nu gaat van deze opstoot grote kracht uit. Daarbij is van cruciaal belang dat wit na 27...9-14 28.45-40! en nu bijvoorbeeld 28...21-26 29.41-37! 12-17 30.40-34! precies op tijd, dat wil zeggen voordat zwart veld 22 heeft bereikt, over de formatie 34/29/23 beschikt!

27...6-11 28.45-40! 11-17 29.40-34! 1-7 30.35-30!

(zonder vrees voor 30...9-14?! 31.30-25! of 31.43-39! gevolgd door 32.30-24!)

30...21-26 31.30-24!

Zie diagram 2

Wit is met een overweldigende aanvalsstand uit de eerste partijhelft te voorschijn gekomen. Hoe Boomstra zijn voordeel in winst omzette, laat ik volgende week zien. 
Ton Sijbrands, 14 januari 2012: 

Zonder kwade bedoelingen

Sinds hij een kleine drie jaar geleden - hij was toen nog maar net 16 - zijn debuut in het Nederlands kampioenschap bij de senioren maakte, heb ik met een zekere regelmaat bericht over Roel Boomstra en diens damtechnische vorderingen. Daarbij schonk ik niet uitsluitend aandacht aan zijn vele winstpartijen: ook zijn incidentele nederlagen passeerden de revue.

Misschien zullen sommigen die belangstelling voor Boomstra's verliespartijen enigszins verdacht vinden, maar ik kan met de hand op het hart verklaren dat er geen kwade bedoelingen achter schuilen. Er is maar één reden voor: áls Boomstra een partij verliest, betreft het per definitie óf de belangrijkste partij van het toernooi (zoals tegen Baljakin in het NK 2010), óf de mooiste; zie Boomstra's nederlagen tegen Baljakin en Schwarzman uit respectievelijk het NK 2011 en het WK 2011.

De afgelopen maand was het opnieuw raak. In een tijdsbestek van slechts twee weken werd Boomstra opgevoerd als 'slachtoffer' van achtereenvolgens wereldkampioen Georgiev en junioren-wereldkampioen Sjaibakov. Maar Georgiev-Boomstra, een liefst honderd zetten tellend epos, wás nu eenmaal de belangrijkste en meest gedenkwaardige partij van het in Peking gehouden World Cup-toernooi. En Boomstra-Sjaibakov was niet alleen voor de openingstheorie (Keller-variant!) van groot belang - het betrof niets minder dan het sleutelduel dat over de juniorentitel bleek te beslissen!

Door dit alles dreigt er zo langzamerhand wél een verwrongen beeld van Boomstra's carrière te ontstaan. Wie echter op grond van de genoemde verliespartijen mocht menen dat Boomstra's dam-loopbaan in het slop zou zitten, heeft het faliekant mis. Sportief bezien was de derde plaats in Peking, vóór onder anderen Getmanski en het duo Amrillajev/Ndjofang - de nummers twee en drie van het 'echte' WK - een groot succes. En op het speltechnische vlak produceerde Boomstra het afgelopen halfjaar het ene hoogstandje na het andere.

Zo wist Boomstra in de nationale clubcompetitie, waarin hij vier van de zeven partijen won, zelfs kanonnen als Vatoetin en Kalmakov op de rand van de nederlaag te brengen. Hetzelfde gold voor het duel dat hij in de Confederation Cup (Albena, Bulgarije) met Wesselink uitvocht, al trok zijn bloedstollende puntendeling met Tsjizjov(!) nog meer belangstelling. En ook in het toernooi om de wereldtitel bij de junioren boekte Boomstra, juist nadat hij van Sjaibakov had verloren, een fors aantal indrukwekkende winsten, zoals op derde prijswinnaar Van IJzendoorn en zijn provincie- en teamgenoot Sipma.

In zijn partij tegen Vladislav Valjoek (Wit-Rusland) leverde Boomstra zelfs een strategische topprestatie door een in de opening verworven voordeeltje tot in het late middenspel vast te houden en - uiteindelijk - in winst om te zetten. Ik geef het oogstrelende duel zonder technisch commentaar, maar beloof tegelijkertijd er volgende week uitvoerig op terug te zullen komen.

Boomstra-Valjoek WK-junioren 2011
1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.46-41 14-19 6.35-30 20-25 7.40-35 15-20 8.44-40 20-24 9.50-44 10-14 10.34-29!? 25x34 11.29x20 14x25 12.40x29 23x34 13.39x30 25x34 14.31-27 18-23 15.44-39 12-18 16.39x30 7-12 17.43-39 9-14 18.48-43 17-21 19.33-28 14-20 20.27-22!? 18x27 21.38-33 27x29 22.30-25 23x32 23.25x34 21-27 24.37x28 16-21 25.34-29 3-9 26.39-33 11-16 27.28-23! 6-11 28.45-40 11-17 29.40-34 1-7 30.35-30 21-26 31.30-24 17-21 32.24-20 13-18 33.42-38 8-13 34.38-32 27x38 35.43x32 7-11 36.41-37 12-17 37.23x12 17x8 38.32-28 11-17 39.37-32 17-22 40.28x17 21x12 41.32-28 12-17 42.28-23 17-21 43.34-30 26-31 44.36x27 21x32 45.30-24! 16-21

Zie diagram 1

46.20-14! 9x20 47.24x15 32-37 48.23-19! 13x24 49.29x20 8-13 50.20-14 13-19 51.14x23 21-27 52.23-19 27-31 53.19-14 31-36 54.14-10 36-41 55.47x36 37-42 56.33-29 42-48 57.10-5

Valjoek zou, zelfs nadat het 5x3-eindspel tot een 4x2 was gereduceerd, nog ongehoord lang doorspelen, om zich pas op de 90ste(!) zet gewonnen te geven.