Toernooibase
HOME | LAATST INGEVOERD | RATINGS | TOERNOOIEN | ACTUEEL | PARTIJEN | POSITIES | LINKS |

Informatie Speler
DerkDerk Vuurboom
(Vuurboom  ,Derk)

Geboortedatum:  09-06-1913
Overlijdensdatum:  03-01-2008
Voeg informatie speler toe      Spelersprofiel Toernooibase      Lijst met info over spelers      Informatie over deze pagina
 20-05-2022 Victor Voskuil:
derk_vuurboomDerk Vuurboom
9 juni 1913 – 3 januari 2008

In de zomer van 1975 belde Theun Zwier mij op: “Ik hoorde dat er een dammer in Lutjebroek is komen wonen. Wat denk je wie?” Het bleek Vuurboom te zijn, de misschien wel bekendste problemist die ons allebei en soms samen al heel wat uren aan het werk had gehouden. Toen al had hij een achttal boekjes met problemen gepubliceerd en heel wat prijzen in de wacht gesleept.

Theun woonde in Hem en ik in Westwoud. Nadat Jan Singer (Venhuizen) gestopt was met dammen, haalde ik Theun elke week op om samen naar de clubavond in Enkhuizen te gaan. Voor het nieuwe seizoen hadden we al afspraken gemaakt met Piet Singer (Wijdenes). Ook nog een dammer in Lutjebroek oppikken zou de omweg slechts weinig groter maken. En zo geschiedde. Ik zocht de familie Vuurboom op en hoefde weinig moeite te doen om Derk over te halen.
 

Hoe komt een gepensioneerde textielarbeider uit Overijssel in Lutjebroek terecht? Vuurboom legde mij uit dat ze om gezondheidsredenen naar het westen van het land wilden verhuizen. Om die reden waren ze ingegaan op een advertentie van een echtpaar uit Lutjebroek, dat graag naar het oosten wilde. En zo kwamen ze in de doodlopende PG, oftewel Pastoor Gielenstraat in Lutjebroek terecht.

Acht jaar lang miste Vuurboom vrijwel geen clubavond en fietste ik regelmatig nog even bij hem thuis langs om wat bij te praten. Het was een goede tijd voor de Enkhuizer Damclub, met de sterke oude mannen als Zeger Plat, Henk Slok en (ome) J.P. de Boer en de jongeren die net nog een beetje sterker bleken te zijn: Ben Fase, Cor Westerveld, Steven Bootsma. Vuurboom paste er precies tussen. Elke clubavond weer werd er tot dik over twaalven gespeeld en nagespeeld. Op Vuurbooms initiatief brachten we met de hele club een bezoek aan zijn vorige vereniging in Borne, een wereldreis in alle opzichten. We hadden een mooi clubblad, waarin we ook de andere vier clubs in de regio ruimte boden. Het damleven bloeide in Oostelijk West-Friesland en Vuurboom leverde er een prominente bijdrage aan. En intussen werkte hij ook door aan zijn eigen oeuvre. Lutjebroek werd een vruchtbare periode. Voor boekjes waren te weinig kooplustigen, daarom werden de nieuwe problemen samengebracht in een aantal ‘Manuscripten’. Inclusief de boekjes werden het er in de loop der tijd zo’n 35 met meer dan 10.000 verschillende problemen. Zijn specialiteit was het bewerken van een bepaald eindspel, door sommigen bekritiseerd, maar toch een heel aparte kunst en dus door anderen zeer bewonderd.

Op 21 februari 1978 bleek dat niet alleen lief, maar ook leed gedeeld moesten worden. Slechts enkele uren nadat hij bij me uit de auto was gestapt, verongelukte Theun Zwier. In de auto en op de club werd zijn plaats nog een poosje ingenomen door Nico de Boer, maar eigenlijk was het vanaf dat moment anders.

In oktober 1983 vertrok het echtpaar Vuurboom weer naar Enschede, met pijn in het hart. Lutjebroek bleek niet gezonder dan Overijssel. Derk had graag een aanleunwoning in Enkhuizen betrokken, zijn vrouw gaf de voorkeur aan Enschede en ze had gelijk. Daar woonden hun kinderen en andere familieleden.

Hoewel het vertrek gepland was, kwam de verhuizing nog zo onverwacht snel dat Derk niet eens meer afscheid van zijn clubvrienden kon nemen. Aanvankelijk woonden ze aan de Diezestraat, waar ik hem nog een keer heb mogen opzoeken. Na een paar jaar werd de gezondheid van zijn vrouw wat minder en verhuisden ze naar het verzorgingshuis ABC/De Cromhof, later De Hatteler; eerst kwamen ze er op een tochtige kamer terecht, maar al snel mochten ze die verruilen voor een betere. In januari 1993 overleed Vuurbooms vrouw, Geertje Veen, en bleef hij alleen achter. Toch duurde het nog een paar jaar tot hij zich liet overhalen om bij het andere E.D.C. te gaan dammen. Pas in 1998 werd hij in Enkhuizen als lid uitgeschreven. Vanaf die tijd werd hij elke week door één van de vrienden van EDC Enschede van huis gehaald, wat hem enorm goed heeft gedaan.

Onze contacten werden nauwelijks minder, want vanaf de dag van de verhuizing besloten we met elkaar wat correspondentiepartijen te spelen. Aanvankelijk steeds vier tegelijk, later twee. Momenteel waren we bezig met onze twaalfde serie.

De zetten gingen altijd gepaard met het nieuws en commentaar daarop. Het leven aan het Gerard Terborghplein, de schrijfmachine die steeds maar mankementen vertoonde, de zorg in Nederland. Hij probeerde het nog een poosje op een computer, maar er was niemand die hem kon uitleggen hoe alles werkte, dus werd het maar weer die oude schrijfmachine. En natuurlijk het leven op de club. Als hij moest spelen, zette hij zijn gehoorapparaat uit, zodat hij in alle rust over de zetten kon nadenken. Veel van wat er om hem heen gebeurde zal hem dus zijn ontgaan, maar toch brachten die wekelijkse clubavonden hem veel plezier. Zijn reisjes naar het buitenland: hoe ouder hij werd, hoe vaker hij er op uit trok, dankzij de instellingen die daarvoor bestaan. En over het regeringsbeleid, waar hij het meestal niet mee eens was, en daar had hij gelijk in. Hij was het niet altijd met iedereen eens en dat maakte hem in zekere kringen minder populair, evenals zijn jarenlange verbintenis als damrubricist met ‘De Waarheid’.

Misschien had dat ‘opstandige’ iets met zijn vroegere werk te maken. Hijzelf schreef me eens daarover:
“Mijn beroep indertijd in de textiel was appreteerder. Dat is het goed met pap te verstevigen. Iets steviger moet het katoen enz. wel gemaakt worden, anders kan de kleermaker het niet behandelen. Totaal slap goed heeft hij niets aan. Voor de oorlog droegen de mensen in Nederland veel dikkere en ook veel sterkere (?) kleding dan tegenwoordig. Men kon en moest het ook veel langer met de kleren doen. Maar in de textiel werd er in dun goed zo veel pap gedaan, dat het in de winkels leek of het prima spul was en zogenaamd ook nog goedkoper. Als men het goed dan gewassen had, bleek het gewoon heel dun te zijn. Dit alles was voordat de goederen met synthetisch appret behandeld werden. Dit gaat er met wassen niet uit. Ook komt er nu niet zo veel pap meer in.”
De appreteerder werd op de werkvloer ook wel de ‘zwendelaar’ genoemd en toen ik dat eenmaal wist heb ik hem wel een gekscherend ‘ouwe zwendelaar’ genoemd, als hij me te pakken genomen had. Hij kon zich daar vrolijk over vermaken.

Vuurboom was een autodidact die tot op zeer hoge leeftijd de zaken scherp zag. Op de eerste dinsdag van januari 1938 is hij lid geworden van EDC Enschede en de K.N.D.B. Na een 70-jarig lidmaatschap verliest de damwereld een grootheid.

Hans van der Veen
voorzitter Enkhuizer Damclub