Toernooibase
HOME | LAATST INGEVOERD | RATINGS | TOERNOOIEN | ACTUEEL | PARTIJEN | POSITIES | LINKS |

Informatie Speler
Jaap Sterk
 (Sterk  ,Jaap)

Geboortedatum:  14-09-1894
Overlijdensdatum:  02-04-1984
Voeg informatie speler toe      Spelersprofiel Toernooibase      Lijst met info over spelers      Informatie over deze pagina
 17-11-2021 Victor Voskuil:

(door hans van der veen)

Jacob Sterk

Aan het begin van het Spaanscheleger staat een blok van vier piepkleine huisjes, genummerd 3, 4, 5 en 6. Ik weet niet beter dan dat ze op instorten stonden, maar op het net vond ik een fraaie foto uit 2015. Blijkbaar zijn ze radicaal gerestaureerd. De dakkapel kan ik me bijvoorbeeld niet herinneren. Ze waren wit bepleisterd, maar dat was al jaren niet bijgehouden. Heel diep waren ze ook niet, zoals u zelf op Google-maps alsnog zult kunnen zien.

Op nummer 4 woonde Piet Groenewoud, die in de volksmond beter bekend was als Bilderitsie, met zijn zoon. Op nummer 6 woonde Jaap Sterk. Ik kan me geen vrouw herinneren, dus hij zal weduwnaar zijn geweest toen ik hem leerde kennen.


In het seizoen 1925-1926 komen we de naam van Jacob Sterk voor het eerst tegen als lid van de Enkhuizer Damclub. In de wedstrijd van Enkhuizen tegen de R.K. Westfriesche Dambond zat hij op bord 7 en won twee keer van A. Haakman. 26 spelers had elk team. Kom daar nu nog eens om. In het team van EDC zien we een aantal spelers die nog lang actief zouden blijven, zoals Piet Kofman, Thomas Lub en Jan Singer.

Pas op als u straks het verslag gaat lezen: het werd gepubliceerd in het zeer katholieke dagblad Onze Courant van 4 maart 1926. Nieuws van de niet-katholieke clubs werd hierin alleen geplaatst als ze tegen wel-katholieken speelden.

  

Dat Jacob Sterk op bord 7 staat, doet vermoeden dat hij al langer als dammer actief moet zijn geweest. Hij kan dus al langer lid van EDC zijn geweest, maar ook is mogelijk dat hij van elders naar Enkhuizen was verhuisd. Ik schat dat hij rond de eeuwwisseling moet zijn geboren.
In het seizoen 1927-1928 werd hij al tweede achter Dirk de Vries en een jaar later stond hij bovenaan.

Seizoen

  

     

1927-28

 

1e Dirk de Vries

 

2e Jacob Sterk

 

 

1928-29

 

1e Jacob Sterk

 

2e Jan v.d.Spruyt

 

 

1929-30

 

geen prijsuitreiking

 

 

 

 

1930-31

 

1e Jacob Sterk

 

2e Jan v.d.Spruyt

 

 

Dan valt er een leemte: van 1931 tot 1936 moet er wel zijn gespeeld, maar waarschijnlijk zo onregelmatig dat er geen eindstand is overgeleverd.

1936-37

  

1e Jacob Sterk

  

2e Z.J. Plat

  

3e Thomas Lub

1937-38

 

1e Jacob Sterk

 

2e Dirk de Vries

 

 

1938-39

 

1e Dirk de Vries

 

2e Jacob Sterk

 

3e Jan v.d.Spruyt

1939-40

 

1e P. Deen

 

2e N.P. de Goede

 

 

En dan breekt de oorlog uit, die alles op zijn kop zet. Dat laatste jaar is ook al heel bijzonder, want dit mogen twee aardige dammers zijn geweest, maar toch niet van het kaliber Sterk-Plat-Lub.

In het seizoen ‘46-’47 staat Sterk weer aan kop en dan zien we hem een poos niet meer terug. Van die eerste jaren na de oorlog weet ik goed beschouwd ook niet veel. Maar in ’54-’55 is hij er weer. En Plat ook. Die wint en Sterk wordt tweede. Het jaar erop blijkt Henk Slok de sterkste. Plat en Piet Kofman hebben één punt minder en Jaap Sterk staat er wel bij, maar heeft niet gespeeld. De jaren erop is Plat duidelijk de sterkste, met Slok meestal als numero 2.

In 1960 ben ik als jong broekie bij de club gekomen, snuffel wat door de oude boeken, en denk: “Die Sterk, die ken ik wel.” Ik fiets bij hem langs en weet hem over te halen om zich weer aan te sluiten. Vier keer achter elkaar wordt hij kampioen, maar met zijn komst is Plat verdwenen. Dus daar ook maar eens op af. En jawel, eerst had hij er niet zo veel zin meer in, maar uiteindelijk liet ook hij zich weer overhalen. Gevolg in het seizoen ’64-’65: Plat kampioen, Slok tweede en Sterk derde. Toen vond Jaap Sterk het welletje: hij bleef lid tot zijn dood en bezocht trouw alle clubavonden, maar speelde alleen nog af en toe een vluggertje.

Wat weet ik eigenlijk weinig van de man. Hij was een klein, mager mannetje dat een beetje gebogen liep. Pet op, een armoezaaier, dat was me wel duidelijk. Misschien had hij wel een bouwerijtje, of werkte hij als tuindersknecht. Ik heb namelijk eens een maaltje uien van hem gekregen. Ik kwam wel bij hem aan de deur, maar ben nooit binnen geweest. Toch ook gek.

We zijn gevorderd tot 1967 en ik begon een clubblad. Het eerste nummer gewoon zes of zeven keer getypt met een aantal doorslagen. Joop Knukkel bood aan dat ik zijn stencilmachine wel kon gebruiken. Maar hoe doe je dat. Er moesten toch ook diagrammen in komen. Die tekende je dan lijntje voor lijntje na, maar ze kwamen er wel en onmiddellijk bood Jaap Sterk aan dat hij voor elk nummer wel een aantal fragmenten wilde aanleveren. Zo liep hij op de clubavond achter de spelers langs, volgde alle partijen nauwgezet en als hem wat opviel, pakte hij een notitieboekje uit zijn zak en ging aan het schrijven. De volgende dag bracht hij ze dan uitgewerkt bij me thuis. Meestal vermeldde hij niet om welke spelers het ging en ik heb wel eens een flauw vermoeden gehad dat er aan die fragmenten een heel klein beetje geprutst was. Maar wat doet dat er toe? Eigenlijk zouden al die “Fragmenten van Sterk” eens moeten worden gebundeld. Overigens was hij ook nog wel eens zo vriendelijk om ons ter plaatse na afloop van de partij aan te wijzen wat we beter hadden kunnen doen.

Hier komt een selectie. De tekst bij de fragmenten is van Sterk.

"In deze stand zag zwart noch wit dat 22-17 (21-26) winst voor wit kan brengen.
Wit had hierna moeten spelen: 49-43 (12x21); 37-31 (26x37); 32x41 (21x32);
38x27 (23x21); 30-24 en dam."

 

"De klassieke stand die u hier ziet gebeurde in de partij tussen Roel Bolt en Quirijn van Dijk. Van Dijk zag hier de winst niet en verloor later de partij. Iets voor de tweedeklassers om uit te zoeken, hoewel ook de eersteklassers het niet in één oogopslag zullen ontdekken.
Zo gaat het: 41-36 (13x24); 23-19 (24x13); 37-31 (26x37); 32x41 (21x23); 29x7 (17x30); 35x4 (1x12); 4x1."

 

"Het derde fragment is uit een oude partij van H. v.d. Veen tegen onze damvriend P. Stuyt, die nu bij Beemster meespeelt. Wit speelde 27-22, waar zwart op antwoordde met 24-29. Nu volgt 22x11, 33x24 (x29), 37-31 en een schijfwinst plus overwicht. In plaats van 24-29 had zwart alleen 23-29 kunnen spelen. Het vervolg was dan geworden: 22x11, 36-31 (7-11, verpl.), 31-27 (11-16 verpl), 43-39 en wat moet zwart nu? Een fraaie winst."
[Altijd leuk als de grootmeester je een complimentje geeft.]

 

Nevenstaande situatie kwam voor tussen de beide rivalen Volger en Rustenburg. Wit, die aan zet was, had fraai kunnen winnen door: 23-19 (14x23), 27-22 (16x18), 38-32 (12x21), 47-41 (36x47), 33-28 (47x20), 25x12 (18x07), 23x8

De stand werd zelfs nog door zwart gewonnen. Wit speelde 33-29, zwart 13-18 en toen ruilde wit af door 27-22 en verloor een schijf en de partij.

 

Dan ook nog maar een paar problemen die Jacob Sterk heeft gemaakt. Ze zijn niet scherp, wel leuk.

 

Wit wint door:
23-19 (14x23), 36-31 (verwisselbaar) (27x36), 47-41 (36x47), 46-41 (47x36), 37-31 (36x30), 32-27 (24x42), 35x4 (21x32), 48x6 en wint gemakkelijk. (Gedateerd: ca. 1938.)

 

 

Wit wint door: 25-20 (15x24), 35-30 (24x35), 34-29 (23x34), 39x30 (35x24), 33-29 (24x42), 43-38 (42x33), 28x39 (17x28), 32x5 (21x41), 5x46 (26x37), 46x8 en wit houdt nog een paar overbodige schijven over. (Eveneens gedateerd: ca. 1938)

 

 

Wit wint door: 27-21 (16x36), 44-39 (35x44), 26-21 (29x40), 32-28 (23x41), 42-37 (41x32), 38x27 (22x31), 21-17 (12x21), 47-41 (36x47), 50-45 (47x29), 45x3 (44x33), 3x1

 

Toch mooi om zulke mensen bij de club te hebben!