Toernooibase
HOME | LAATST INGEVOERD | RATINGS | TOERNOOIEN | ACTUEEL | PARTIJEN | POSITIES | LINKS |

Informatie Speler
Cees Roos
 (Roos  ,Cees)

Geboortedatum:  
Overlijdensdatum:  28-07-1996
Voeg informatie speler toe      Spelersprofiel Toernooibase      Lijst met info over spelers      Informatie over deze pagina
 16-07-2022 Paul Sier:

Kees Roos ‘een eenvoudige met karakter’

kik slot web

Kees Roos ‘een eenvoudige met karakter’

roos karakterkop web

Kees Roos was voor ons als buren een bijzondere buurman. Kees woonde met zijn moeder in het huisje op de hoek. Zijn moeder kwam van Marken en heeft tot haar dood in Marker kostuum gelopen. Iedere morgen kwam zij met de ‘nachtspiegel’ hun huisje uit en via het stoepje bij de Achterhaven werd de inhoud daarin gedeponeerd. Toen was Kees plotseling alleen. Wat nu? Kees kwam bijna ieder morgen naar mijn moeder in de grote woonkeuken een koppie doen en besprak alles met mijn moeder jaren lang .

Kees had iets bijzonders. Hij ging nooit op een stoel zitten, maar op zijn hurken tegen de muur naast het kolenfornuis en dronk daar zijn beker koffie. Wij noemde hem ook wel Marker Beer en dat vond hij prachtig. Markers werden ook wel BEREN genoemd, maar waar dat vandaan komt weet ik niet. In het laatste oorlogsjaar was er honger in Edam. Kees haalde een stunt uit die hem op de buurt nog jarenlang tot een held maakte.

In de Zeevang werden door de ondergrondse en particulieren wel kalfjes en pinken geslacht en moest het geslachte worden verborgen voor de Duitsers. Bij Kees in het schuurtje onder vloeren en onder kolenzakken bij mijn vader en in de stal van Jan de Jong. De pastoor en de dominee en anderen kwamen op de koffie en namen vlees mee voor diegenen die helemaal niets hadden. De Duitsers die op het fort Edam gelegerd waren kwamen op een morgen bij het hoekje controleren op wat zij noemden contrabanden en Kees kwam net met zijn fiets met vlees in de strontbus uit zijn steeg. Een Duitse soldaat wilde weten wat erin zat Kees op zijn beste Duits maakte hem duidelijk dat er stront inzat en liet hem ruiken. De Duitse soldaat rook en stuurde Kees weg met vlees en fiets. De hele buurt vond hem een held die toch mooi de Duitsers in de maling had genomen.

Op een dag na de oorlog besloot hij te gaan varen op de grote vaart en deed dat ook. Na drie jaren kwam hij weer terug met een aapje. De hele buurt in rep en roer! Toen Kees al die kinderen om zich heen had maakte hij de grootste grap die hij kon bedenken hij maakte de kinderen wijs dat hij kon vliegen en dat hij vanaf zijn dakgoot zo weg kon vliegen dat had hij in het buitenland geleerd dat geloofde ze allemaal.  Hoe lang hij dat heeft volgehouden weet ik niet meer maar zeker een jaar of langer en iedere keer als de kinderen het vroegen of hij ging vliegen beloofde hij dat hij dan eerst zijn vliegkleren moest laten maken.

Kees moest ook werken en kwam in dienst bij Fris de pottenbakkerij zoals we dat noemden. Daar werd hij ovenist. Dat hield in dat hij ‘s nachts de afgekoelde oven omhoog takelde en de gebakken kopjes, schoteltjes, borden, vazen uit de oven haalde. Verschillende nachten mocht ik met hem mee om te helpen en sliep dan ergens in de warme fabriekshal. Veel later bij mijn moeder die met hem bij een dagelijks koppie zei ze: ‘Kees je moet niet alleen blijven. Je moet naar een vrouw uitkijken.’ En ja hoor Bep Lommers kwam uit haar dienstje in Wassenaar en Kees en ging op haar af en niet zoveel later zijn ze getrouwd. Kees zijn gevleugelde uitspraak niet veel later was: ze wast ze plast en ik een huis met last.

Een heel eenvoudige kerel met karakter, die jaren en jaren beeldbepalend was voor het hoekje Klundert / Achterhaven en verder in Edam .
Wim Coljee Roelof Bootstraat 121

Herinneringen aan Ome Kees Roos
Sinds mijn vroegste jeugd is Kees Roos altijd in mijn leven geweest. Als damvriend van mijn jong overleden vader bleef hij ons gezin bezoeken. Altijd met een dropje of een advocaattuf in zijn jaszak wachtte hij ons, mijn broers en zussen en ik, op bij het uitgaan van school. Hij was een groot kindervriend. Hij probeerde ons altijd een gammele fiets te bieden, die hij uit allerlei oude onderdelen in elkaar wist te knutselen.

Kees is in 1911 op Marken geboren, al vroeg naar Edam gekomen, maar altijd trouw gebleven aan zijn Marker afkomst. Na de oorlog heeft hij een aantal jaren op een mijnenveger dienst gedaan. Toen kwam de liefde in zijn leven in de vorm van Bep Lommers, de dochter van groenteman Willem Lommers. Kees kwam aan de wal en ging werken in de keramiekfabriek van Fris. Hij wisselde het stoffige werk af met zijn vele zeiltochten op zijn bootje de Apocrief.

Ontelbare keren ging ik met hem mee om het ‘ookwant’ (vislijn) uit te gooien of juist weer binnen te halen. Ook mocht ik aan een touw achter de boot hangen door de golven. Tante Bep was een vrolijke vrouw met een enorme voorliefde voor de kleuren oranje en rood. Ik was een keer met haar bij slager Jan van Stek. Jan vroeg aan Bep: Wat vind jij er nou van Bep, al die Marokkanen in Edam. (We hadden net de eerste generatie Marokkanen hier). Bep antwoordde: Nou Jan, dat weet ik niet hoor, ik heb mijn eigen Marker Kaan.  Zo ken ik nog veel anekdotes van dit bijzonder stel mensen, aan wie ik met veel liefde terugdenk. O ja, hun huis noemden wij niet het drophuis maar Villa de Berenkooi!

Martha Vegelien-Groot

De eerste Latrelatie van Edam
Kees kwam veel bij de ouders van Joost de Boer waar hij ook een houten zeilbootje had liggen. In de winter was hij altijd aan het onderhouden en in het voorjaar ging zijn boot te water dan ging Kees altijd stropen met hoekwant en viskistjes.

Hij kon zeer goed zeilen en kon het IJsselmeer wel dromen. Kees was getrouwd met Bep lommer maar ze woonde apart van elkaar,misschien wel de eerste latrelatie van Edam.
Kees zat dan ook veel bij ome Kees en tante Nel de Boer(Zeevangszeedijk 14) koffie te drinken en hij kon ook zeer goed dammen hij speelde vaak met Joost de Moes die bij ome Kees en tante Nel inwoonde.

Kees was ook illegaal slachter en bij menig boer werd bij een petroleumlamp een kalf of schaap geslacht. Tijdens de Tweede wereldoorlog deed Kees zich soms voor als veearts met een leren tas met slachtgereedschap zodat de Wehrmacht hem met rust liet. Kees zat ook regelmatig te dammen op de Kaasmarkt bij café Munnik.

Joost de Boer en Henk de Boer

Een paradijsvogel als buurman
Wij, de familie Kemper, woonden naast de vrouw van Kees, buurvrouw Bep. Alleen de Akersteeg zat er tussen. Kees kwam bijna dagelijks op de koffie. Hij was voor ons en alle buurtkinderen dan ook Ome Kees. Hoewel Kees en Bep volgens mij getrouwd waren, bleven ze hun leven lang apart wonen, waarbij ik me voor kan stellen dat Bep niet naar het huisje op de Klundert wou…

Zelf ben daar als jongen binnen geweest en wat het meest is bijgebleven is dat behalve katten en poezen ook de kippen en konijnen gebruik maakte van het kattenluik. Kees was trots op zijn Marker afkomst en de grote vaart waar hij op gevaren had. Hij had dan ook tot op late leeftijd een zeilbootje waar hij mij de kneepjes van het stropen leerde. De alpinopet was voor Ome Kees heilig,en probeerde dan ook niet de pet te pakken,want dan had je een probleem.

Verder kreeg ik, maar ook mijn zus en broertje, voor onze verjaardag steevast een zilveren gulden.  Ome Kees had altijd een zak Engelse drop in zijn jaszak,en alle kinderen waren hiervan op de hoogte. Wij noemden het huidige Indianendorp ‘het Landje van Ome Kees’ en voetbalden daar vaak na schooltijd en dan stond Kees vaak te kijken.

De laatste keer dat ik Ome Kees zag was in de Meermin, waar ik op bezoek ging bij Oma Rossenaar. Hij herkende me niet meer, ik hem wel; welke andere hoogbejaarde zit er gehurkt bij de trap of bij de lift! Mensen als Kees zijn er niet meer in Edam, soms zie je ze nog op TV, maar hij had als paradijsvogel of in ‘de stoel’ zeker niet misstaan.

John Kemper