Toernooibase
HOME | LAATST INGEVOERD | RATINGS | TOERNOOIEN | ACTUEEL | PARTIJEN | POSITIES | LINKS |

Informatie Speler
YvesYves Vandeberg
(Vandeberg  ,Yves)

Geboortedatum:  17-02-1966
Overlijdensdatum:  24-07-2021
Voeg informatie speler toe      Spelersprofiel Toernooibase      Lijst met info over spelers      Informatie over deze pagina
 22-08-2021 Ronald Schalley:

In memoriam Yves Vandeberg 

Door Ronald Schalley

Dit wordt vermoedelijk één van de moeilijkste stukjes die ik ooit heb geschreven. Ik zat in Polen te genieten van een jaarlijkse lange vakantie toen ik via een mail van Roger Kleinmann het onthutsende nieuws ontving dat Yves Vandeberg, na een moedige strijd, die morgen was overleden. Nieuws dat door mij heen sneed en waarbij ik mijn tranen niet kon bedwingen. Yves werd op 5 januari 2021 opgenomen in het ziekenhuis wegens een hersenbloeding. Daarbovenop werd hij ook nog eens besmet met Corona en was hij voor korte tijd in een kunstmatige coma geplaatst. Begin maart mocht hij het ziekenhuis verlaten, maar omdat zijn linkerarm en -been nog geparalyseerd waren, moest hij naar een revalidatiecentrum. Dat revalideren ging langzaam vooruit maar het was duidelijk dat de weg lang zou zijn. Eind mei had ik via Roger hem nog het boekje Gewoon positiespel 5 gegeven, dat geschonken werd door Johan Krajenbrink en waarin Johan hem nog een hart onder de riem had gestoken. Het heeft niet mogen zijn. De Belgisch damwereld neemt afscheid van één van zijn markantste figuren.

 

Het begin

 

Ik kende Yves ongeveer 35 jaar lang. Yves was een paar jaar ouder dan mij en begon als Antwerpenaar te dammen bij Brabo Antwerpen, de beroemde club van de Verpoesten, Roger Kleinmann en Frans Claessens. Een club met een redelijk hoog niveau maar ook waar men heel kritisch kon zijn tegenover het vertoonde spel. 

Zijn eerste resultaten dateren van 1981 waarin hij op het befaamde BBL-toernooi van Brussel een vierde plaats wist te behalen bij de jeugdspelers die aangesloten waren bij een club. De prijzen waren voor die tijd ongekend en de eerste prijs was een reis naar de USA, gewonnen door de Genkenaar Peter Vanbekbergen. Welke prijs Yves meekreeg weet ik niet maar het was beslist geen troostprijs. Daarna ging de ster van Yves de hoogte in. Op het Vlaams kampioenschap sneldammen 1982 won hij de titel bij de jeugd met het maximum van de punten. En het IT van Genk wist hij de 3de klasse op zijn naam te schrijven. En later dat jaar won hij ook de Belgische sneldamtitel bij de jeugd. In 1983 won hij nog het NT van Antwerpen voor de jeugd bij de junioren maar dat jaar was ook een overgangsjaar voor Yves daar hij bij de senioren begon mee te doen. Zijn grootste succes was in dat jaar misschien wel de plaatsing via het Vlaams kampioenschap voor dat van het Belgisch kampioenschap 1984, nog niet eens 3 jaar na zijn eerste stapjes in de Belgische damwereld. Dat kampioenschap werd nog geen succes en hij moest vrede nemen met een 11de plaats (op 12). Toch zou hij in 1984 één van zijn grootste successen boeken door de twaalf uren van Brussel op zijn naam te schrijven. Een verrassing van formaat! Ook het kampioenschap van België 1985 werd nog geen groot succes met hetzelfde resultaat als het jaar daarvoor maar in 1987 was er al een evolutie te zien waarin het duidelijk werd dat van hem niet zomaar kon worden gewonnen. In 1989 kwam er dan eindelijk de erkenning met fraaie 4de plaats en evenveel punten als de bronzen medaillewinnaar Stephan Michiels.

 Mijn eerste herinneringen aan Yves waren die van het Vlaamse sneldamkampioenschap 1985. Ik speelde zelf in de jeugdklasse en won daar maar mijn aandacht ging natuurlijk uit naar de 1ste klasse waar de ‘grote’ mannen speelden. Onder hen Yves die net verloren had van Freddie Borghoms door een fraai driedubbel offer in het eindspel. Ik zie nog altijd het beduusde gezicht van Yves na de partij. Vanuit deze stand won Freddie door 1.27-21 26x17 2.38-33 39x28 3.37-32 28x37 4.8-3! en zwart kon zelfs geen eindspelletje meer op bord toveren. Ondanks deze nederlaag wist Yves zich wel te plaatsen voor het BK sneldammen.

Ook het volgende standje uit ‘De Dam van oktober 1984’ is me altijd bijgebleven. Het fragment komt uit het Vlaams kampioenschap van 1983. Opnieuw was de tegenstander Freddie Borghoms, die net als laatste zet 30…3-9? had gespeeld. De toen 17-jarige Yves miste hier wel een heel fraai zetje: 31. 38-32! 27x38 32. 29-23 18x29 33. 49-43 38x49 34. 39-34!! 49x19 35. 34x01 Freddie heeft recentelijk het nog in Toernooibase aangegeven.

 

Een ander herinnering gaat terug naar 1987. Ik speelde in de jeugdklasse van het BK en Yves in de hoofdklasse bij de grote jongens. Desondanks nam hij na afloop van de partijen de tijd om mijn partij te analyseren. Best wel indrukwekkend dat een Antwerpse topper in wording de tijd nam om een provinciale jongen wat kneepjes van het vak bij te brengen. Het was ook het begin van onze vriendschap.

 

Erkende topper

 

Vanaf 1989 hield iedereen, ook de Verpoesten, rekening met Yves. Hij was een speler van de 1ste orde geworden in België en zou in zijn carrière wel praktisch ieder andere Belgische topper een keertje vloeren. De eerste helft van de jaren 90 speelde hij naar mijn mening het sterkst, dan wel interessants, al kwamen daar niet meteen grote successen uit. Ook na de eeuwwisseling heeft Yves een sterke periode gehad maar de Belgische titel heeft hij nooit binnengehaald. Wel wist hij in 1992 BK sneldammen op zijn naam te schrijven en in 2007 deed hij dit ook voor de Rapid-titel. Ook veroverde hij liefst tien keer de Vlaamse sneldamtitel en drie keer de rapidtitel maar net als in het BK is hij er nooit in geslaagd de Vlaamse titel in het gewone dammen te veroveren. De vraag waarom hij nooit de Belgisch titel veroverde is niet zo gemakkelijk te beantwoorden. Kwaliteit was er wel maar ik zie een viertal redenen waarom het niet lukte:

·       Te zenuwachtig

·       Te bang om te verliezen

·       Dat beetje geluk

·       Te veel titelkandidaten

 

Er waren in de jaren 90 wel zeker een 8 tot 10 spelers die de kwaliteit hadden om Belgisch kampioen te worden. Dat niet iedereen dat zou worden lag voor de hand daar een rotatie van alle kandidaten 8 tot 10 jaar zou duren. Naast Yves denk ik dan ook aan een speler als Danny Verschueren.

 Er zijn zo een drie, vier momenten geweest dat de titel er wel degelijk heeft in gezeten.

·       Op het BK van 1990 stond Yves na de 8ste ronde alleen aan de leiding met 12 uit 8 voor Stephan Michiels die 10 uit 7 had. In het onderlinge duel stond Yves stijf van de stress en plaatste hij een remise-offer maar vergat alvorens een ruil te nemen dat hij eerst een ander zet moest doen. Stephan maakte de partij uit met een dubbele ruil en pas toen  had Yves door dat hij een schijf achter stond. Ontdaan van dit voorval verloor hij ook nog zijn laatste partij en viel hij nog terug naar een 6de plaats.

·       Door afzegging van verschillende toppers was er voor het kampioenschap van 2000 maar één favoriet voor de titel, nl. Yves. Yves behaalde dan ook een score van 18 punten uit 11 partijen maar dit bleek niet genoeg want clubgenoot Marc De Meulenaere ging verrassend genoeg met de titel lopen door liefst 20 punten te scoren. Yves was weliswaar de sterkere positionele speler maar de spelstijl van Marc, die iets meer op de man dan op stijl was gericht, bleek een betere tactiek te zijn.

·       In 2005 had Yves opnieuw de titel voor het grijpen. In het reguliere kampioenschap eindigde ondergetekende, Yves en Bryan Wollaert op de eerste plaats en kwam er een barrage aan te pas. De barrage begon goed voor Yves met een overwinning op Bryan terwijl ik zelf niet verder kwam dan remise. Yves had dus genoeg aan een puntje in ons onderlinge duel maar opnieuw overmande de zenuwen Yves en in een enerverend duel moest hij capituleren.

·       In 2015 win ik het BK met 16 punten, twee punten meer dan Yves. Yves speelde dat jaar ijzersterk maar liet liefst viermaal een opgelegde winst lopen en moet zelfs het podium aan anderen laten.

Mijn optreden daarentegen was, op zijn minst, krakkemikkig te noemen. 

 

Correspondentie

 

Met Yves heb ik de loop der jaren veel gesproken of, zoals dat tegenwoordig gaat, ook wel redelijk gecorrespondeerd. Niet constant maar er waren wel momenten, meestal net voor of na het BK. Veel van deze gesprekken gingen dan meestal over dammen maar af en toe ging het ook over Yves zelf.

 

Over het feit dat hij vrij al vroeg zijn ouders niet meer had als ondersteuning en eigenlijk enkel nog goede contacten had met zijn grootmoeder die hij dagelijks bezocht en verder enkel nog een nonkel of tante had. “Ik moet vanavond nog naar mijn oma” was een veel gehoord zinnetje van hem. Ik vermoed dat zij er voor zorgde dat hij ook regelmatig een gezonde maaltijd binnen kreeg.

 

Over het feit dat werk vinden geen prioriteit voor hem was. Hij heeft een half jaar voor de Antwerpse groendienst gewerkt maar dat ging niet zo best. Fysieke inspanningen waren niet zijn beste vriend.

Ik vroeg me een keertje af hoe hij de arbeidsdienst voor bleef. Door alles te doen wat ze me vragen. Als ik een cursus moet volgen, volg ik die. Als ik moet gaan solliciteren, doe ik dat gewoon. Meestal hoor ik daarna niets meer van ze, toch niet voor een tijdje.”

 

Over het feit dat hij een stadsnomaad was, al is dat woord misschien niet helemaal correct. Op een zekere dag, lang geleden vroeg ik hem hoe zijn dag eruit zag. Rond 10-11 opstaan, naar de Quick om met Marc (De Meulenaere) te analyseren, wandelen door de stad. In de avond nog wat analyseren op mijn kamer.

 

Na het wegvallen van zijn oma vreesden velen voor Yves. De gezondheid van Yves was sowieso altijd al een zorgenkindje en de mentale opdoffer kwam er nu ook nog bij. Ook Marc maakte zich zorgen. Als ik mij niet vergis is Yves’ partner Lut verwant met Marc. Als ik mij niet vergis was Marcs beste zet ooit, het koppelen van Lut aan Yves, al spreekt het voor zich dat beiden moesten matchen. Als ik mij niet vergis…

 

Na het wegvallen van Brabo Antwerpen in de jaren 90 speelde Yves voor verschillende clubs in België. Enkele jaren bij Eksel en met hem behaalden we ook enkele Belgische titels binnen. Yves speelden we dan als kopman uit, hoewel we met Ewa, ikzelf, Rudi Claes, Janes de Vries, Valère Hermans en Marc Werrebrouck redelijk wat kwaliteit in huis hadden op Belgisch niveau. Van de secretaris had ik zelfs wat geld losgepeuterd om zijn trein naar Eksel of waar we ook moesten spelen, te betalen. Dat was op zich al heel wat, want in Eksel bestond er geen betaalcultuur.   

 

Over zijn speelstijl hebben we ook uren gefilosofeerd. Angst voor verliezen overheerste toch wel de tweede helft van zijn carrière. Als teamspeler heel handig maar individueel was dit toch wel een enorme dealbreker. Door er op in te praten, kon je hem voor een korte tijd een andere richting induwen maar zodra het wat tegenzat kwam de oude speelstijl terug naar boven. Vooral spelen met een randschijf was voor Yves een levenslange filosofie en het voornaamste plan. En als hij moest kiezen tussen spanningen of terugtrekken dan was het meestal dat laatste. En dat deed hij tegen iedereen, alle niveaus. Deed hij het een keertje niet en liep het mis dan kon hij daar wel een tijdje over blijven mijmeren. Tussendoor koos hij ook wel eens om de openingen van Hans Jansen uit te proberen of een vaste eigenwijze opening te spelen en daar telkens op verder te borduren. Als voorbereiding op de ereklasse heeft hij eens een gans jaar een vereenvoudigde stijl aangehouden met als uitleg dat oud-wereldkampioen Deslaurier dit ook vaak deed en dan toch in die dunne standjes vaak won. Dat was geen leuke tijd om tegen hem te spelen. Maar vergist u niet. Yves kon wel degelijk dammen. Bij analyse liet hij veel zien wat hij soms in de partij niet aandurfde en hij was één van de weinige spelers in België die ik bepaalde standaardstellingen geen twee keer moest uitleggen. Af en toe vroeg ik me wel af of het verstandig was dit allemaal uit te leggen aan hem want Yves vergat niet zo heel veel…

 

Openingszetjes… Bijna ieder jaar lukte het Yves wel om er eentje op het BK uit te voeren. Het laatste kampioenschap zelfs twee. Tegen Luc Jennes en de latere kampioen Hein de Cokere. Die tegen Hein was volgens mij volstrekt nieuw en wat mij betreft heet deze vanaf nu gewoon ‘het openingszetje van Vandeberg’. Zo blijft zijn naam in de ook in de theorie verder bestaan.

 

Johan Demasure schreef: “Woorden schieten mij tekort. “ Bij mij is het andersom maar het is moeilijk om het papier te zetten. Ik sluit me wel aan bij zijn andere woorden: “Mijn deelneming aan de familie van Yves en de Antwerpse damclub voor dit immense verlies. ” Ik denk dat het ganse bestuur van de KBDB zich daar bij kan aansluiten.

Als laatste geef ik u nog enkele luchtige diagrammen mee waarin Yves het laatste woord heeft:

Tegen E. Laan, Brunssum 1984, die hier 1…4-10? Speelde.

Met zwart haalde Yves hier een typezetje tegen mij uit (1991).

En ook zijn beste maat Marc De Meulenaere ontsnapte niet aan het combinatiegeweld van Yves in 1990. Wit speelt en wint.