Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 18-06-2009  Sietse Nagel:
Het damspel is een te eerlijk spel. Het begint voor beide spelers gelijk met 20 stukken. Gedurende de partij gaat het spel niet een eigen leven leiden.
Er is geen sprake van een per ongeluk afwijkende bal, zoals in het voetbal.
Nee, de loop der schijven in het damspel kennen stap voor stap een rekenkundig verloop. Topspelers doorgronden de mogelijkheden en de dreigingen iets te goed. Voor hen zou een nieuw level moeten worden bedacht.

Rozenberg en Nagel hebben geen last van al teveel kunde.Zij spelen er vrolijk op los. Ergens na de opening raakte wit de draad kwijt.
Op zet 28.39-33 volgt 22-28 x  x  en heeft wit het moeilijk.
Rond de 35e zet staan er wat schijven van wit buiten spel.
Op de 39e zet neemt zwart veld 24 in. Op 33-28 kan waarschijnlijk gewoon 24-29 en 29-33 met dam voor zwart.
Op de 41e zet doet wit 33-28 en sluit zwart met 13-19 zonder bang te zijn voor 37-31.
A: Dan zou eventueel 12-17 + 21-27 wel kunnen, ondanks het doorbraakje, voor wit. Zwart kan in dat geval wit terugwerpen en met schijf 34 naar dam stomen.
B: Zwart kan na de achterloop 37-31 ook 8-13 + 12-18 doen.
Wit besluit tot 42.39-34, waarna zwart nog niet direct 21-26 wil doen wegens een eventuele aanval op schijf 24.
Dus 42. 8-13.  43.34-30 . . . ja en nu dus wel 21-26 met schijfwinst.
 Gewijzigd op 21-06-2009.