Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 19-07-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 30 november 2013:
 
In de partij Valjoek-Rybakov 1997, vorige week in deze rubriek besproken, probeerde de zwartspeler met behulp van tempowinnende ruilen een zo groot mogelijke voorsprong in ontwikkeling op te bouwen. In die opzet slaagde hij glansrijk, want rond de 40ste zet stond Rybakov liefst 12 tempi vóór. Alleen was het Valjoek die, dankzij een scherper oog voor de positionele nuances, gewónnen stond: de buitenspelpositie van het stuk op 16, de onderste van de drie schijven die door twee witte in bedwang werden gehouden, kostte zwart de kop!

Ongeveer hetzelfde thema zien we terug in het stijlvolle competitieduel dat Harm Wiersma in november 2010 van Arnoud de Greef won. Hoewel De Greef de oud-wereldkampioen bepaald verdienstelijk partij bood, kon de zwartspeler níét voorkomen dat ook hij in de fase tussen de 40ste en de 45ste zet voor onoplosbare problemen kwam te staan. En evenals bij Rybakov was ook bij De Greef het achtergebleven stuk op 16 de grote boosdoener.

Wiersma - De Greef Clubcompetitie 2010/2011
1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.31-26 7-12 4.26x17 11x22 5.37-31 16-21 6.31-26 22-27 7.26x17 12x21 8.41-37 6-11 9.35-30 20-25 10.33-29 11-16 11.39-33 19-24

Deze merkwaardige manoeuvre lijkt eerder te zijn ingegeven door de rekenmachine (zwart voegt weer 4 tempi toe aan de 6 die hij sowieso al vóór stond) dan door een verfijnd positiegevoel. Maar het is waar dat het niet eenvoudig is om er optimaal van te profiteren.

12.30x19 13x24 13.29x20 15x24 14.44-39 9-13 15.50-44 4-9 16.46-41 2-7 17.40-35 14-19 18.37-31 7-12 19.31x22 18x27 20.44-40 10-15 21.34-30 25x34 22.40x20 15x24 23.39-34 9-14 24.34-30 12-18 25.45-40 1-7 26.40-34 8-12 27.33-29 24x33 28.38x29 3-9 29.41-37 18-23 30.29x18 12x23 31.43-39 13-18 32.39-33(!) 9-13 33.33-29(!)

Zie diagram 1

Hiermee stelt Wiersma de dreiging 37-31-26-21! + aan de orde. Daardoor moet De Greef een beslissing nemen waarop het predikaat 'vrijblijvend' niet langer van toepassing is...

33...23-28

(het alternatief was 33...7-12 34.37-31 27-32 35.31-26 12-17* dan wel meteen 33...27-32 34.37x28 23x32)

34.37-31! 28-32

(absoluut gedwongen: 34...18-22? 35.29-23! + of 34...27-32? 35.31-26! 18-22 36.26x17 22x11 37.29-23! +)

35.31x22 18x27 36.30-25 7-12 37.34-30 12-18 38.30-24 19x30 39.35x24 5-10

Zie diagram 2

40.24-20! 21-26 41.20x9 13x4 42.47-41! 18-22?

Hierna is het uit. Nu zou wit ook na 42...16-21? (de enige zet andere zet waarmee zwart materiaalverlies kon voorkomen) hebben gewonnen, en wel met 43.42-38!! 32x43 44.49x38! 10-14 (44...26-31?? 45.38-32 +) 45.41-37! (drie tegen twee!) 45...14-19 46.29-24! 19x30 47.25x34 18-23 48.38-33! 4-9 49.34-30 enz. Enkel en alleen door met 42...10-14!! 43.42-37 32-38! 44.37-32 38-42! 45.32x21 16x27! 46.48x37 14-19! koelbloedig een schijf te offeren en na 47.29-24 19x30 48.25x34 ook nog eens de valstrik 48...18-23? (correct is 48...4-9/10! =) 49.34-30! 23-29 50.30-25! + te omzeilen, kon zwart nog net in een remise-eindspel vluchten.

43.29-23!!

(benut de vrijgekomen ruimte)

43...22-28

Wat anders? Op 43...16-21 was weer 44.42-38! 32x43 45.49x38! en 46.41-37 + gevolgd. En op 43...10-14 had wit zelfs kunnen kiezen tussen de schijfwinst 44.42-37 32-38 (44...22-28 45.23-18 +) 45.37-32 enz. (ditmaal wel degelijk beslissend), of de positionele methode met (voor de zoveelste keer!) 44.42-38 32x43 45.49x38 en 46.41-37 +. De tekstzet is uiteraard bedoeld om op 44.23-18? met 44...32-38! en 45....26x46 naar een puntendeling af te wikkelen. Wiersma serveert echter de pointe van zijn 43ste zet uit:

44.25-20!! 28x19 45.20-14! 10-15 46.14x23

Zwart geeft het op.