Stand na 47. 30-25 In deze stand vervolgde zwart foutief met 47.12-17? Hij had 47.9-13 moeten doen (dreigt te ontsnappen met 23-29) dus 48.34-30 23-29 49.42-38 11-16 50.44-39 29-34 51.39-33 en het bekende Kosminski-offer met 19-23 geeft remise. De partij ging verder met 47.12-17? 48.42-38 9-13 49.34-30? Hier gaat wit op zijn beurt in de fout. Winst was 49.44-39 11-16 50.38-33 geweest. Zwart vervolgde gedwongen met 49.11-16 en de volgende stand is ontstaan.


Waarom laat ik deze stand zien? Vermoedelijk zonder het te weten zijn beide spelers nu in een onbekende zijtak van de Woldouby beland. Toen ik voor een artikel voor de site alldraughts deze beroemde stelling nog eens bekeek kwam ik die zijvariant op het spoor. Dit is echter het enige praktijkvoorbeeld waarin de stand ook daadwerkelijk op het bord is gekomen (in dit geval per ongeluk en niet vanuit de Woldouby).


Vanuit de Woldouby is het bekend dat je na 1.17-22 2.28x17 21x12 3.33-28 24-29 4.39-34 (tegenwoordig wordt vaak 39-33 gespeeld) 29x40 5.35x44 aan kunt sturen op het bovengenoemde Kosminski-offer met 23-29 enz. Bij mijn weten niet bekend (in de diverse analyses wordt er direct vervolgd met 23-29) is de remise na 5.12-17! waarna de stand uit de partij Post- Koopman ontstaat met een gemakkelijkere remise dan in de Kosminski variant. Zie ook de analyse op alldraughts.

In Dammagazine DB 96 (november 1983) wordt jouw variant door Lex den Doop al aangegeven, als reactie op een artikel in Dammagazine DB 92/93, waarin de vondst van Kosminski wordt geprezen. Den Doop vindt die lof overdreven, omdat hij al eerder een andere remise heeft aangetoond. Zijn hoofdvariant gaat als volgt (kleuren gewisseld):
 51. 28x08 17-22 52. 25x34 22x33 53. 08-03 14-20 54. 03x25 26-31 55. 25-20 31-36 56. 20x47 18-22

Hier trek jij de dam naar 24 met snelle remise, maar Den Doop heeft een pittiger overhoring in gedachten: 57. 47-15 16-21 58. 15-10 22-28 59. 32x23 36-41 60. 23-19 41-47 61. 10-15 47-41 62. 19-13 41-14 63. 15-33 21-27 64. 13-08 14-25 65. 44-39 25-03 66. 08-02 27-32 67. 34-30 32-37 68. 33-47 03-17 =

In Dammagazine DB 104 volgt nog een ingezonden brief van Van Sterkenburg. Die stelt dat de remisevariant van Den Doop niet klopt, omdat wit zou kunnen winnen met 67. ... 2-7. Truus is het daar anno 2014 niet mee eens, maar er blijkt wel een ander lek in de analyse van Den Doop te zitten. Na 64. 14-25? kan wit winnen met 34-29! Om die reden moet zwart 64. 27-31! spelen, waarna het volgens Truus wel remise is. In ieder geval is dit eindspel zo lastig dat ik het toch maar bij Kosminski houd, mocht ik ooit een Woldouby op het bord krijgen.

(Is er iets,waarvan men zegt: Ziehier, dat is nieuw- het was er al in verre tijden, die vóór ons waren (Prediker 1:10).)

Bedankt voor de historie Jan-Pieter! De variant was bij mij in ieder geval nog niet bekend.  Thijs van den Broek liet me op facebook ook al zien dat je de overhoring wat pittiger kon maken. Analyseren met de computer in de hand zorgt er soms voor dat je niet de meest relevante zetten bekijkt.   En als je de variant van Kosminski en deze variant te lastig vindt kun je ook altijd nog in plaats van 27-22, 39-34 13-18 25-20 doen.

Over die laatste variant schrijft Koeperman in het 'oranje boek' (blz.131) dat wit zich aan een ware tantaluskwelling moet onderwerpen om uitzicht op remise te houden. De hoofdvariant sluit hij af met ''en de strijd gaat voort zonder een duidelijke uitweg voor de witspeler''.
Doe mij maar Kosminski.