Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 20-07-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 7 september 2002: 

Dolfing ongeslagen gewoon de beste

Afgelopen zondag werd Martin Dolfing voor de eerste maal in zijn carrière kampioen van Nederland. De 24-jarige Groninger won vier van de dertien partijen, bleef in zijn overige ontmoetingen ongeslagen en was daarmee net iets productiever dan Gérard Jansen, die eveneens viermaal won maar óók een partij verloor.... 

Als gevolg van de nieuwe puntentelling bedroeg Dolfings voorsprong op Rob Clerc, die op drie winstpartijen (tegen nul nederlagen) bleef steken, zelfs twee punten in plaats van één. Voor zover je als betrekkelijke buitenstaander zoiets überhaupt zou kunnen waarnemen, was er in Velp niemand die Dolfing zijn succes misgunde. Toegegeven: in sommige winstpartijen (zoals tegen Thijssen en Winkel) hadden Dolfings tegenstanders op de één-na-laatste zet nog remise in handen. Maar daarmee is geenszins gezegd dat in die duels een puntendeling een logischer uitkomst was geweest dan de uitslag die de partij nu kreeg: met name Thijssen had al urenlang tegen een uiterst zorgelijke stelling aangekeken.

Op Dolfings gestroomlijnde winstpartijen tegen Mathijsen en Van Dusseldorp viel echter in het geheel niets aan te merken - integendeel zelfs. En de constatering dat de Groninger dermate sterk damde dat hij zelfs in zijn remisepartijen met Gérard Jansen en - in iets mindere mate - Clerc niet zo heel ver van de winst verwijderd was, maakt de vraag of de titel wel bij de juiste speler terecht is gekomen, wat mij betreft volstrekt overbodig.

Hieronder een bespreking van de overwinning die Dolfing op de openingsdag van het toernooi boekte op Alex Mathijsen, de hekkensluiter die allerminst slecht speelde maar om de één of andere reden tòch op een rampzalige score van 3 uit 13 finishte.

Mathijsen-Dolfing (NK 2002)
1.33-29 20-24 2.29x20 15x24 3.32-28 16-21 4.31-26 21-27

Dit zou men de Noord-Nederlandse variant van de 1.33-29 20-24-opening kunnen noemen: niet alleen de Drenten Hans Jansen en Bert Dollekamp, maar ook de betreurde Groningers Jannes van der Wal en Bauke Bies speelden zo. En voor Dolfing was het evenmin de eerste maal dat hij deze variant, die slechts in twaalf(!) van de ongeveer 300.000 partijen is voorgekomen, op het bord kreeg...

5.38-33 27-32 6.28-22 17x28 7.33x22 18x27 8.37x28 11-17 9.39-33 13-18 10.44-39

Nog geen twee weken tevoren had de witspeler in de partij Samb-Dolfing, Brunssum 2002, een opstelling met 10.43-39 18-22 11.34-30 enz. ingenomen. Het spannende duel eindigde na felle strijd in een puntendeling.

10...18-22 11.50-44 10-15 12.34-30 12-18 13.42-38 7-12 14.40-34 8-13 15.48-42 2-8 16.30-25 1-7 17.34-30 6-11 18.36-31

Mathijsen ziet kennelijk geen heil meer in een consequente bestrijding van Dolfings 'onvoltooide Roozenburg' en kiest voor een decorwisseling die op zich zeker niet slecht hoeft te zijn.

18...27x36 19.26-21 17x26 20.28x6 7-11 21.6x17 12x21 22.41-37 21-27 23.37-32?!

Maar over deze beslissing kan men redetwisten. De tekstzet stelt zwart in de gelegenheid zijn voorpost op 36 terug te trekken en het randveld 16 opnieuw onder zijn heerschappij te brengen.

23...26-31(!) 24.32x21 31-37 25.42x31 36x16 26.38-32 8-12 27.46-41 18-23 28.41-37 13-18 29.33-28(?)

Mede met het oog op het achtergebleven stuk op 5 probeert de witspeler de stelling klassiek te maken. En omdat hij wellicht vreest dat hij na 32-27 of 37-31-27 niet meer tot 33-28 komt, begint Mathijsen met veld 28 te bezetten. Het probleem is evenwel dat hij na de tekstzet dat belangrijke veld 27 nooit meer onder controle zal krijgen...

29...12-17 30.37-31 15-20!

Door vrijwillig een klaverblad-opsluiting te accepteren, vlecht Dolfing de even thematische als sterke 2x2 ruil (31.31-27) 31...18-22! 32.27x29 24x22 in de stand. Bereidt wit (32.)31-27 voor met 31.39-33, dan zou zwart de gelegenheid krijgen middels 31...18-22 (of desgewenst eerst nog 31...9-13 met de damdreiging 32...17-22! annex 33...23-28 enz. +) een kettingstelling te formeren.

31.43-38 5-10 32.47-42

Zie diagram 1

32...16-21!

Opnieuw een scherpe en actieve zet, waarmee Dolfing maximale duidelijkheid probeert te verkrijgen. Misschien had wit zich nu maar op zoiets als 33.31-26 9-13 34.49-43 (met de positionele dreiging 35.32-27! 21x32 36.28x37) 34...23-29!!? 35.39-33 moeten inlaten, al wil ik niet uitsluiten dat een dergelijk avontuur eveneens verkeerd zou zijn afgelopen.

33.49-43 21-26! 34.31-27 18-22! 35.27x29 24x22

Zwart kan nu op belangrijk voordeel bogen.

36.39-33 17-21! 37.44-39

De 2x2 ruil 37.30-24 20x29 38.33x13 9x18 had geenszins verlichting gebracht: er had bijvoorbeeld kunnen volgen 39.44-39 22-27! 40.42-37 18-23! (verhindert 41.39-33 door het schijnoffer 41...23-29! 42.33x24 27-31 +; dus:) 41.45-40 14-20!! 42.25x5 27-31 43.5x28 31x22 en zwart breekt kosteloos door naar dam. Maar na de tekstzet is het volgens mij zelfs in (vrijwel?) alle varianten uit!

37....20-24! 38.45-40

Meer verdediging biedt 38.42-37 9-13 39.32-28, al geloof ik dat zwart na 39...13-18 40.28x17 21x12 nog steeds op winst staat. Een enkel voorbeeldje: 41.38-32 18-22! 42.32-28 (of 42.43-38 12-18! met een verschrikkelijke keuze tussen enerzijds 43.32-28 24-29! en anderzijds 43.39-34 18-23! 44.34-29 23x34 45.30x39 19-23!) 42...12-17! 43.39-34 22-27! 44.43-38 17-21! (zonder vrees voor 45.34-29? 19-23! +; en de inlas 45.28-22 27x18 46.34-29 verliest eveneens na 46...3-9 47.29x20 10-15 enz.) 45.45-40 3-9! (nu pas) 46.34-29 19-23! +.

38...9-13!

Het moet - neem ik tenminste aan - voor Mathijsen een hoogst onaangename verrassing zijn geweest dat wit nu niet 39.40-34(?) blijkt te kunnen spelen wegens 39...22-28!! dam op 48, hoe wit ook slaat!

39.32-28 22-27! 40.42-37

Ook na 40.40-34 13-18! 41.34-29 19-23!! 42.29x9 23x32 was er voor wit niets meer te redden geweest.

40...13-18

Zie diagram 2

41.28-22 27-31 42.22x13 19x8! 43.30x19 14x23!

De uitroeptekens zijn allerminst overdreven: als zwart te vroeg met schijf 31 had geslagen, had wit zich met 45.43-38! 21-27 46.47-42!! nog kunnen verdedigen!

44.40-34

Niet geheel onbelangrijk is dat 44.37-32(??) faalde op 44...31-37! enz.

44...31x42 45.38x47 21-27(!)

Om wit na 46.34-29 23x34 47.39x30 27-32! zelfs de toegang tot veld 28 te ontzeggen. Tegen een verdere opmars van 26 en 27 heeft Mathijsen nu geen verweer meer.

46.43-38 26-31 47.33-29 23-28 48.35-30 10-14 49.38-33 28-32 50.33-28 32x23 51.29x18 27-32 52.39-33 31-36 53.34-29 32-37 54.33-28 37-41 55.29-24

Niet minder kansloos is 55.28-22 41-46 56.22-17 46-28 +. 55...3-9! 56.28-23 Of 56.28-22 8-13! 57.24-20 41-46 58.18-12 13-18 +.

56...8-13!

Wit geeft het op. Een winstpartij om van te watertanden!