Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
Analyse(fragmenten) van Auke Scholma
 20-07-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 14 september 2002:

Dolfing uitgekiend naar overwinning

Vorige week besprak ik de partij die Martin Dolfing in de eerste ronde van het Nederlands kampioenschap tegen Mathijsen speelde.... 

Maar zijn belangrijkste zege boekte Dolfing ongetwijfeld in de twaalfde en voorlaatste ronde. Want dankzij zijn overwinning op Cor van Dusseldorp schudde Dolfing mede-koploper Gérard Jansen, die dezelfde dag van Thijssen verloor, definitief van zich af. Anders dan Dolfings duel met Mathijsen zal zijn partij tegen Van Dusseldorp bij het naspelen niet onmiddellijk een schoonheidservaring oproepen. Maar de partij geeft wèl een goed beeld van de stijl èn de speelsterkte van de nieuwe kampioen. Bovendien blijkt de scherpe situatie die - in weerwil van het vervlakkende begin - rond de 35e zet op het bord zal prijken, bijzonder interessant.

Van Dusseldorp-Dolfing (NK 2002)
1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.37-32 7-12 4.34-29 1-7 5.40-34 19-23 6.45-40 14-19 7.41-37 19-24

Misschien wilde Dolfing de vereenvoudiging 7...10-14 8.29-24 (Van Dusseldorp-Heusdens, NK 2002!) uit de weg gaan. Maar los daarvan moet geconstateerd worden dat de speelwijze met 19-24 annex 10-14-19, hoe strijdig misschien ook met de agressieve bedoelingen die ooit aan de 1.32-28 17-22 2.28x17 12x21-opening ten grondslag lagen, steeds populairder wordt. Zo paste Kees Thijssen, Dolfings jogging mate in Velp, het bedoelde systeem onlangs toe in ontmoetingen met Virni (Zeeland Open 2002) en Van den Akker (NK 2002).

8.50-45 10-14 9.31-26 14-19 10.26x17 12x21 11.46-41 8-12

Thijssen koos tot tweemaal toe voor 11...7-12 12.32-28 23x32 13.37x28 20-25 14.29x20 25x14. De tekstzet is echter evenmin onbekend.

12.32-28 23x32 13.37x28 18-23 14.29x18 12x32 15.38x27 21x32

Tot zover is het verloop identiek aan dat van de 6e en laatste barragepartij Tsjizjov-Clerc om het WK 1996. Tsjizjov vervolgde toen met 16.42-37. De terugtocht daarentegen waarvoor Van Dusseldorp kiest, doet niet alleen pover aan maar laat bovendien het strategische overwicht aan de tegenstander: in open stellingen gaat van de configuratie 14/15/19/20 een (veel) grotere invloed op het centrum uit dan van de vork 45/40/34/35!

16.33-29 24x33 17.39x37 5-10 18.44-39 10-14 19.37-32 7-12 20.41-37 13-18 21.43-38 9-13 22.36-31 11-17 23.31-27 4-9 24.39-33 17-22(!)

Zoals (impliciet) gezegd: zwart heeft er belang bij de stand open te houden en een overgang naar klassiek spel te vermijden.

25.49-43 22x31 26.37x26 6-11 26.32-27 11-17 28.38-32 3-8 29.43-39 2-7

Ook een zet met schijf 17 kwam sterk in aanmerking. Maar Dolfing heeft andere plannen:

30.48-43 18-22(!) 31.27x18 13x22(!)

Plaatst de tegenstander voor een dilemma: òf verder terugtrekken met 32.32-27 22x31 33.26x37, òf veld 28 bezetten met alle complicaties van dien. Het pleit voor de witspeler dat hij voor de laatste methode kiest:

32.32-28 16-21!

Zet zonder dralen de omsingeling van het vijandelijke centrum in.

33.34-29 21-27!

Zie diagram

34.39-34

Wit moet al spitsroeden lopen. Een geestig variantje ter illustratie van de gevaren waaraan hij blootstaat: 34.40-34 8-13 35.43-38? (beter is 35.42-37) 35...13-18! 36.38-32 27x38 37.26-21 17x26 38.28x8 en nu de weerlegging 38...18-23! gevolgd door 40...9-13 +.

34...8-13!

Een sterke zet, waarmee zwart bovenal de dreiging 13-18-23 + in de stand vlecht. Maar een waterdichte winst levert de tekstzet niet op, reden waarom ik heb onderzocht of het alternatief 34...9-13!? wellicht nog betere kansen zou hebben gegeven. Dat blijkt nìet het geval, al had wit zich - evenals in het partijverloop trouwens - heel nauwkeurig moeten verdedigen. Men zie: 35.42-38! (35.43-38?? 20-24 +) 35...19-24!!? en nu:
1) 36.34-30? 13-19 en zowel op 37.30-25 als op 37.40-34 is de manoeuvre 37...27-32! 38.38x18 12x32 beslissend.
2) 36.43-39! 13-19! en nu:
2.1) 37.29-23? 20-25! 38.34-29 15-20! met prachtig spel voor zwart, bijvoorbeeld 39.47-42 7-11! 40.40-34 11-16! 41.45-40 16-21! 42.42-37 27-31! en wit kan het opgeven.
2.2) 37.47-42? 8-13! 38.34-30 (38.42-37??) en nu wint zowel 38...20-25! 39.29x18 25x23 40.18x29 27-32! als het stijlvolle 38...13-18! 39.28-23 19x28 40.30x10 15x4, bijvoorbeeld 41.39-34 28x30 42.35x15 18-23! 43.29x18 12x23 44.38-33 23-28 45.33-29 28-32 46.29-24 32-37 47.42x31 27x36 48.24-19 36-41 49.19-13 41-46! 50.13-8 17-21! +.
2.3) 37.47-41! (alleen zo) 37...8-13 38.41-36! (idem) en na 38...13-18 39.36-31! 27x36 40.26-21 17x26 41.28x8 7-12 42.8x17 36-41 staat het eindspel weliswaar iets beter voor zwart, maar winst lijkt er niet meer in te zitten.

35.34-30?

Wits eerste concrete fout is, in 'hogere zin' althans, direct beslissend. Nu moet gezegd dat van de vijf serieuze alternatieven waarover hij beschikte, er niet minder dan vier(!) eveneens hadden verloren. Zo had zwart betreding van veld 38 opnieuw met de ijzersterke 2x2 ruil 35...27-32! beantwoord. Een enkel voorbeeld: 35.43-38 27-32 36.38x18 12x32 37.42-37 32x41 38.47x36 13-18 39.36-31 (39.33-28 20-24! 40.29x20 15x24! +) 39...7-11 40.31-27 17-22! 41.34-30 22x31 42.26x37 20-24! 43.29x20 14x34 44.40x29 19-23! 45.29-24 23-29! (in sommige varianten behoeft 23-29 nog enige voorbereiding, hier echter nìet...) 46.24-19 29x38 47.37-32 38x27 48.19-13 15-20! 49.13x31 20-24! 50.31-27 11-17! 51.45-40 24-29!! met een 2x2 oppositie na 52.40-34 29x40 53.35x44 9-13/14 +. Vervangt wit de afruil van 32 door 37.47-41 (met als rechtvaardiging 37...32-38?? 38.29-24!! +), dan luidt een denkbaar vervolg 37...20-24! 38.29x20 15x24! 39.34-30 17-22! 40.42-37 24-29! 41.37x17 29x38 42.30-24 (op 42.26-21 eerst 42...7-12! 43.17x8 13x2 +) 42...19x30 43.35x24 38-43 en nu drie tactische variantjes:
1) 44.41-37 43-49! 45.17-11 (45.17-12 komt na 45...49x46! en 46...13-18! op hetzelfde neer) 45...49x41!! 46.11x2 41-46! 47.2x5 9-14 +.
2) 44.40-35 43-49 45.26-21 49x16 46.17-11 16-43!! 47.11x2 43-30! +.
3) 44.40-34 43-49! (maar niet 44...43-48? 45.17-11!! 48x46 46.11x2 met tempodwang!) 45.26-21 49x16 46.24-19 14x23 47.17-11 16-32!! 48.11x2 32x46 49.2x28 46x40 50.45x34 9-14 met 1x1 oppositie!
Van Dusseldorp hàd echter 35.42-37! moeten spelen. Ik heb tenminste geen sluitende winst voor zwart kunnen vinden; de grootste 'tegenvaller' luidt 35...12-18 36.43-38 27-32 37.38x27 22x42 38.47x38 20-25 39.29-23! 18x29 40.34x23 7-12 41.40-34! (maar niet 41.35-30? 25x34 42.40x29 13-18! 43.45-40 19-24! 44.29x20 15x24 +) 41...19-24 42.38-32! 13-18 43.23-19! 24x13 44.34-30! 25x34 45.26-21 17x26 46.33-29 34x23 47.28x17 en wit ontsnapt.

35...13-18!

Na deze krachtzet moet wit een volle schijf verliezen. Immers: 36.30-24?? 19x30 37.35x24 is uitgeschakeld door 37...27-32! en 38...18-23 +.
En na 36.47-41 18-23! 37.29x18 12x32 38.42-37 kan zwart zowel met 7-12-18 als met 9-13-18 schijf 28 oppeuzelen. Van Dusseldorps volgende zet is ongetwijfeld de beste, maar de partij zal hij er, mede door de koelbloedige en uitgekiende wijze waarop Dolfing het afspel behandelt, niet mee kunnen redden.

36.26-21(!!?) 27x16 37.43-38 9-13(!!) 38.30-25 16-21 39.35-30 21-26 40.42-37 7-11 41.40-35 11-16 42.45-40 22-27 43.30-24 19x30 44.35x24 18-22 45.37-32 26-31! 46.32x21 16x27 47.28-23 31-37! 48.40-34 27-31!

Wit geeft het op.