![]() | |||||
| |||||
| |||||
59. 12-18 is tempoverlies. Doorlopen met 31 en 22 naar 36 en 37 met 36-41 is vrij snel remise. Maar waarom is de eindstand eigenlijk verloren. Heeft dat ook weer iets met de klok en een afwijkend speeltempo te maken? | |||||
| |||||
Zwart heeft niet beter dan 63... 23-28 64.33x22 32-38 65.10-5 31-36* 66.22-17 38-43 67.17-11 43-48 68.11-7. Dit standaard eindspel is gewonnen, maar je moet het wel weten ... | |||||
| |||||
Ha, daar is-ie weer, het eindspel Cor van Dusseldorp-Alex Mathijsen uit het Amsterdams Paastoernooi 1997. Heel lastig te winnen, behalve wanneer zwart meteen opgeeft, zoals ook toen gebeurde. Twee sleuteldiagrammetjes: ![]() Zwart moet de lijn 26-48 verlaten, want op 26-31 volgt 25-48! 47 gaat nu wandelen, maar wel oppassen voor o.a.: (26-8) 47-42 (8-2) 42-38? (4-9!) 25*3 (2-16) = ![]() Hoofdvariant: (48-25) 14-37 (25-48) 37-26 (48-25) 26-48 (25-3) 48-25 (3-26) 24-30!! en de zwarte dam kan nergens meer heen. |