Order by date, last inserted
 22-07-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 21 juni 1997

Kerkhofbezetting vol dynamiet

Vorige week liet ik drie partijen zien uit de tweekamp om het Wereldkampioenschap 1947 tussen de Franse titelhouder Pierre Ghestem en zijn Nederlandse uitdager R.C. Keller. In verband met de danig gelimiteerde ruimte die mij na de uitvoerige inleidende tekst nog resteerde, kon ik van de desbetreffende partijen slechts de notatie sec geven. Dat was jammer, want zij verdien(d)en op z'n minst een summiere toelichting. Daarom neem ik de 5e en de 12e matchpartij nogmaals met u door.   

Keller - Ghestem
Vijfde partij WK 1947

1.34-30 19-23 2.30-25 20-24 3.32-28 23x32 4.37x28 17-22 5.28x17 12x21 6.31-26 7-12 7.26x17 12x21 8.40-34 1-7 9.41-37 7-12 10.46-41 21-26 11.45-40 11-17 12.50-45 17-21 13.36-31 6-11 14.31-27 21x32 15.38x27 11-17 16.43-38 17-22 17.41-36 22x31 18.36x27 12-17 19.33-28 17-21

Speculeert op 20.38-32? 26-31!! gevolgd door 21...18-22, 22...13x33, 23...24-30 en 24...14-20 met dam op 50. Maar Keller trapt daar natuurlijk niet in, reden waarom de (toegegeven: saaie) 3x3 ruil 19...18-22 enz. wellicht te prefereren was.

20.37-32(!) 14-20 21.25x14 10x19 22.38-33 18-23 23.48-43 5-10 24.42-37 8-12

Eindelijk is er enige tekening in de strijd gekomen. Het lijdt weinig twijfel dat de overgang naar een gesloten klassiek speltype gunstig had moeten uitpakken voor wit, die immers een riante keuze heeft tussen enerzijds aanvalsspel (25.34-29 enz.) en anderzijds een buitengewoon aantrekkelijk Ghestem(!)-doorstoot (25.28-22!). Maar in de nu komende fase blijkt Keller een weinig gelukkige hand van spelen te hebben:

25.47-42?!

Een erg voorbarige beslissing, die grote gevolgen zal hebben.

25...12-18 26.42-38?!

Idem dito.

26...15-20!

Zo haalt zwart de 2x2 ruil 27.34-29 enz. uit de stand. En aan 27.28-22 zouden nu allerlei bezwaren van combinatieve aard kleven.

27.34-30 10-15! 28.30-25 9-14!

Door een (soort) Dumont-opstelling in te nemen en de 2x2 ruil 29.40-34* 24-29! enz. af te dwingen, berooft Ghestem zijn tegenstander van het steunpunt 45 en wijzigt hij de tempiverhoudingen ten gunste van zwart.

29.40-34 24-29 30.33x24 20x40 31.45x34 15-20 32.38-33 20-24 33.43-38 2-8 34.34-30?

Een ernstige fout, die de partij vrijwel op slag beslist. Aangewezen was 34.49-43 gevolgd door 34-29x30. Hoewel inmiddels alle kansen aan zwart waren, heb ik na 34.49-43 8-12 35.34-29 23x34 36.39x30 18-23 37.43-39 enz. (nèt) geen waterdichte winst kunnen ontdekken.

34...23-29!!

Ghestem slaat toe met de doorstoot waarvan hij in zijn (helaas veel te korte) carrière zijn specialiteit heeft weten te maken en die later terecht zijn naam is gaan dragen. Daar 35.28-23 enz. geen serieuze optie is en er bovenal 35...29-34 + dreigt, heeft wit geen keus.

35.44-40 18-23! 36.40-34

In arren moede besluit Keller maar een schijf te geven. Inderdaad was 36.27-22 8-12 37.22-18 enz. volmaakt kansloos geweest. En ook na 36.39-34 8-12! 37.28-22 12-18! 38.33-28 4-10! 39.49-43 10-15! had wit niets meer te hopen gehad, ongeacht of hij vervolgt met 40.43-39 15-20 41.39-33 3-9! enz. (Roozenburg in het Algemeen Dagblad van vijftig jaar geleden) dan wel met 40.37-31 26x37 41.32x41 21x32 42.38x27 23x21 43.34x12 13-18 44.22x13 19x17 45.30x10 15x4 enz.

36...29x40 37.35x44 24x35 38.39-34 4-9 39.27-22 14-20 40.25x14 9x20 41.33-29 3-9 42.29x18 21-27

Wit geeft het op.

Zo mogelijk nog hardhandiger was de nederlaag die Ghestem zijn tegenstander in de 12e matchpartij toebracht. Maar eerst geef ik de 9e matchpartij, waarin na een afwikkeling op de 35e zet geheel onverwacht het zogeheten Sargin-detail (de oppositie 1/6) op het bord komt. Het kan niet anders of Ghestem moet in het eindspel de winst hebben laten lopen.

Keller - Ghestem
Negende partij WK 1947

1.33-29 19-24 2.39-33 14-19 3.44-39 20-25 4.29x20 25x14 5.50-44 18-23 6.32-28 23x32 7.37x28 12-18 8.41-37 19-24 9.46-41 7-12 10.34-30 15-20 11.30x19 14x32 12.37x28 20-24 13.40-34 13-19 14.42-37 8-13 15.44-40 2-8 16.47-42 17-21 17.31-26 10-14 18.26x17 11x22 19.28x17 12x21 20.33-28 5-10 21.38-33 21-26 22.42-38 16-21 23.37-32 21-27 24.32x21 26x17 25.41-37 6-11 26.38-32 10-15 27.34-29 8-12 28.29x20 15x24 29.43-38 4-10 30.39-34 10-15 31.49-43 14-20 32.34-29 20-25 33.29x20 15x24 34.43-39 3-8 35.39-34 17-22! 36.28x6 24-30 37.35x24 19x28 38.32x23 18x29 39.40-35 13-19 40.45-40 19-23 41.37-32 12-18 42.40-34 29x40 43.35x44 23-29 44.32-28 8-12 45.36-31 25-30 46.31-27 30-35

Zie diagram 1.

47.38-33 29x38 48.27-21 9-14 49.21-16 14-19 50.16-11 18-23! 51.28-22 23-29! 52.44-39 12-17! 53.11-7 17x28 54.39-33 28x39 55.7-2 19-23 56.2-11 29-33?! (38-43-49 +) 57.11-16 38-42? (57...38-43! 58.16x49 23-28! enz.) 58.48x37 39-44 59.37-32! 33-38 60.32x43 44-50 61.16-32! 23-29 62.32-16! 50-28 63.16-11 28-37 64.11-16 37-14

Remise.

Tot besluit de (winst)partij waarmee Ghestem, twee ronden voor het einde, zijn tweede wereldtitel veilig stelde.

Ghestem - Keller
Twaalfde partij WK 1947

1.33-28 18-23 2.39-33 12-18 3.31-27 7-12 4.37-31 20-24 5.44-39 14-20 6.50-44 1-7 7.27-22!? 18x27 8.31x22

Voor een speler die zijn titel met drie puntendelingen kan prolongeren, zet Ghestem de partij weldadig ambitieus op.

8...24-29!? 9.33x24 20x29

Keller blijft niet achter. In Het Damspel van 1947 schreef de zwartspeler naar aanleiding van de tekstzet: 'Na een Hollandse Opening bood zich (...) de mogelijkheid aan er een va-banque spel van te maken. Gezien de stand van de match ging ik hier, tegen mijn gewoonte, op in.' Inderdaad roept de wederzijdse kerkhofbezetting een spelbeeld op dat, mede door de ontbrekende stukken op 50 en 1, geladen is met dynamiet!

10.34-30 17-21 11.41-37 12-17?

Hiermee begaat Keller al in een vroeg stadium een belangrijke strategische fout. Het laat zich begrijpen dat zwart 39-33 wil blijven verhinderen, maar dat had ook met 11...21-26 12.30-25 9/10-14 enz. gekund.

12.36-31!

Door met 36 naar 27 op te rukken, maakt de witspeler er een onvervalste 'Ghestem-opstelling' van.

12...21-26 13.31-27! 10-14 14.30-25 7-12 15.35-30(!) 17-21(?)

Legt zich in hogere zin neer bij de superioriteit van de witte stelling. Misschien was 15...15-20 (met als tactische rechtvaardiging 16.39-33? 19-24!! +) het proberen waard geweest.

16.40-35 12-18 17.39-33 4-10 18.33x24 14-20 19.25x14 9x29 20.30-25

Het lijkt mij dat zwart het ook na 38-33x33! of 44-40-34 enz. zeer zwaar had gekregen.

20...10-14 21.44-39 14-20

Absoluut gedwongen in verband met de dreiging 22.39-33 enz. +.

22.25x14 19x10 23.28x19 13x24 24.22x13 8x19 25.45-40 19-23?!

Hierna dwingt wit zelfs materiaalwinst af. Daarom had zwart beter pas-op-de-plaats kunnen maken met 25...10-14 26.46-41 5-10/15-20, al is het waar dat wit na 27.38-33! (27.39-34?? 26-31! +) 29x38 28.42x33 en 29.40-34 enz. op groot voordeel kan bogen.

26.46-41! 11-17

Inderdaad de enige parade tegen de dreiging 27.27-22! +, bij voorbeeld 26...10-14 27.27-22 14-19 28.39-34! +. De tekstzet houdt echter een nieuwe positionele aderlating in:

27.38-33! 29x38 28.42x33 10-14 29.40-34! 14-19

Vorige week gaf ik deze zet een vraagtekentje, maar dat is onzin: 29...23-29 en 30...14-20 faalde immers op 31.33-28! +, en op 29...5-10 had 30.34-29! en na het slaan 32.33-28 enz. gewonnen.

30.34-29! 23x34 31.39x30

Zwart geeft het op. Terecht, want tegen de dreiging 32.43-39 (of eventueel ook 32.33-29) en 33.27-22 + is geen kruid meer gewassen.

Met deze imposante bliksemzege was de titelstrijd in één klap beslist: Keller zou hooguit nog een gelijkspel in de wacht kunnen slepen. Dat Ghestem op de dertiende en voorlaatste speeldag weer zou winnen (en dat in voorbeeldige aanvallende stijl!), om de tweekamp, na een remise in het slotduel, met 17-11 af te sluiten, was cijfermatig bezien van secundair belang. Maar het nageslacht kan er wèl uit opmaken welk een formidabele dammer Ghestem moet zijn geweest. . .
In Memoriam R.C. Keller
Nieuwsblad van het Noorden, 25 september 1981
https://tinyurl.com/3wxxa5fw
 
Analyse Ton Sijbrands voor de Volkskrant van 19 september 1981: https://tinyurl.com/5y536vu9