Artikel 9.2:
De partij is remise na wederzijds 16 zetten in een stand van één dam tegen drie stukken, waaronder een dam.

De situatie zoals beschreven in artikel 9.2 wordt op de 58e zet van zwart bereikt. De partij is dus remise na de 74e zet van zwart.

Na de 74e zet ontstaat overigens de situatie met een dam tegen twee stukken, waaronder een dam. Dan zou de 5 zetten regel in werking treden. Het reglement is wat onduidelijk op dit punt.

Ik weet niet of dat nou in het FMJD-reglement of KNDB-reglement zo is (of misschien geen van beide?), maar volgens mij is het na 16 zetten remise tenzij de speler met 3 dammen een winstgang kan aantonen. Overigens is 73. 21-49 verboden volgens een 3-om-1 wet. :P

Navraag bij een deskundige arbiter leert dat er sprake is van een handleiding voor arbiters, waarin het genoemde artikel wordt toegelicht.
Er is geen sprake van een stapeling van deze artikelen, dat wil zeggen als eenmaal de situatie van een drie-om-één is bereikt (artikel 9.2), dat vanaf dat moment er maximaal 16 zetten gespeeld mogen worden. Ook als deze overgaat in een twee-om-één. Wordt die situatie bereikt, dan mogen er nog maximaal 5 zetten gespeeld worden, of zoveel minder in verband met de 16 zettenregel.
Kortom: deze partij had nog remise verklaard kunnen worden, maar dat verzoek had op dezelfde speelavond nog ingediend moeten worden.