Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 22-01-2021  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 1 maart 1997

Tsjizjov krijgt nog hele kluif aan Clerc 

Woensdag gaat in Groningen de met veel spanning tegemoet geziene herkamp om de wereldtitel tussen Alexeï Tsjizjov (Rusland) en onze landgenoot Rob Clerc van start. De zes partijen omvattende barrage vormt het sluitstuk van het titeltoernooi dat in november 1996 in Abidjan (Ivoorkust) werd gehouden.   

In dat WK-toernooi-nieuwe-stijl deelden Tsjizjov en Clerc de eerste plaats met een score van 15 uit 11; daarbij lieten zij onder anderen kanonnen als Schwarzman (14 punten), Valneris, Georgiew (beiden 13), Gantwarg (12) en Baljakin (11) achter zich, terwijl andere cracks als de oud-wereldkampioenen Wiersma en Sjtsjogoljew en de Senegalese grootmeesters Macodou N'Diaye en Bassirou Ba de finale niet eens haalden. 

Voor wie de beste prestaties van de beide toernooiwinnaars naast elkaar legt, is het niet moeilijk Tsjizjov tot favoriet uit te roepen. Om ons tot zijn belangrijkste successen te bepalen: de huidige titelhouder schreef drie toernooien om het wereldkampioenschap op zijn naam (1988, 1990 en 1992) en kwam ook als winnaar, of in elk geval als wereldkampioen uit een viertal matches tevoorschijn. Zo versloeg hij tot tweemaal toe de Let Valneris (in 1991 gebeurde dat zelfs met vernietigende cijfers: 22-10!), terwijl het Wiersma (22-18 in 1993) en Sijbrands (20-20 in 1989) evenmin lukte Tsjizjov van diens troon te stoten. 

Met zijn zeven wereldtitels is Tsjizjov, die door velen sowieso als de sterkste speler aller tijden wordt beschouwd, ook in zuiver statistische zin de meest succesvolle dammer van althans de naoorlogse periode. Ter adstructie: Koeperman en Wiersma kwamen niet verder dan vijf (onomstreden) wereldtitels, Roozenburg en Gantwarg bleven op het nog altijd respectabele aantal van vier steken. 

Bij de geweldige wapenfeiten van Tsjizjov verbleken die van welke andere dammer ook, Clerc niet uitgezonderd. Na zijn tweede plaats in het WK-toernooi van Dakar 1984, die hem een uitdagingsmatch tegen wereldkampioen Gantwarg opleverde (Clerc verloor die in 1985 gehouden tweekamp betrekkelijk kansloos, ook al doet de 21-19 uitslag anders vermoeden), speelde de zesvoudige Nederlandse kampioen geruime tijd géén vooraanstaande rol meer in de strijd om de wereldtitel, zijn vaste deelname aan de WK-toernooien van 1986, 1988 en 1990 ten spijt. 

Pas in 1992 liet Clerc weer van zich horen, toen hij in het WK-toernooi van Toulon op eerbiedige afstand van Tsjizjov de met Wiersma, Baljakin en ondergetekende gedeelde tweede plaats voor zich opeiste. Maar in het barrage-toernooi dat vervolgens werd uitgeschreven om vast te stellen wie als uitdager van Tsjizjov zou optreden, streed Clerc in feite al voor een verloren zaak vanaf het moment dat Wiersma de eerste van zijn (drie) partijen met Baljakin won... 

Medio 1995 nog werd Clerc, nadat hij in het WK-toernooi van Den Haag 1994 als tiende was geëindigd (Tsjizjov reikte bij die gelegenheid overigens niet hoger dan een gedeelde zevende plaats en moest 'zijn' titel - zij het tijdelijk - aan Valneris afstaan), al in de allereerste fase van het kandidaten-toernooi uitgeschakeld door Bassirou Ba, die hem op Vlieland met 7-5 de baas bleef. 

Het was vooral de nog verse herinnering aan die onthutsende matchnederlaag (al moet gezegd dat de beide andere Nederlandse vertegenwoordigers het niet heel veel beter deden) die maakte dat de gedeelde eerste plaats die Clerc onlangs in het WK 1996 behaalde en die het grootste succes uit zijn carrière betekende, als het ware uit de lucht kwam vallen. 

Toch valt ook een kritische vergelijking van de door Tsjizjov en Clerc in Abidjan gespeelde partijen onmiskenbaar in het voordeel van de eerste uit. Waar Tsjizjov, op wiens winstpartijen niets viel af te dingen, in sommige remise-partijen (Schwarzman, Georgiev vooral) maar karig beloond werd voor het door hem vertoonde spel, was Clerc in drie van zijn winstpartijen (Valneris, Gantwarg, Schwarzman vooral) bepaald fortuinlijk, terwijl de puntendeling met Keisels eveneens verre van smetteloos was. Alleen zijn overwinning op Nederlands kampioen Prosman was er één uit het boekje, en met betrekking tot zijn remises tegen de Ivorianen Zeba en Sekongo, die voor hu n directe concurrenten als kanonnenvlees fungeerden, mocht Clerc zich met enig recht op 'pech' beroepen. 

Kortom: Tsjizjov lijkt als huizenhoge favoriet te starten. Maar zo bedrieglijk eenvoudig ligt de zaak helemaal niet. Tot dusver hebben we namelijk alleen maar beider toernooiprestaties met elkaar vergeleken. Maar toernooiresultaten spelen een volstrekt ondergeschikte rol wanneer het om een match tussen twee spelers gaat. Dan tellen heel andere zaken, zoals de onderlinge score of de vraag welke van de twee spelers in de onbesliste duels het vaakst in het voordeel is geweest en aan die omstandigheid een - voor beiden voelbaar! - psychologisch overwicht ontleent. 

Om twee voorbeelden uit de jongste damgeschiedenis aan te halen: Sjtsjogoljev veroverde tot tweemaal toe (1960 en 1964) de wereldtitel in een toernooi, maar de revanche-matches tegen Koeperman gingen steevast voor hem verloren. En Gantwarg is in menig toernooi vóór Wiersma geëindigd, maar in tweekampen tegen dezelfde speler was hij doorgaans kansloos. 

Bezien we de krachtsverhouding tussen Tsjizjov en Clerc vanuit dìe optiek, dan doemt er een totaal ander beeld op. Van overwicht, laat staan superioriteit voor Tsjizjov in zijn ontmoetingen met Clerc blijkt namelijk in het geheel geen sprake. Weliswaar kan de wereldkampioen na elf onderlinge partijen op de kleinst denkbare voorsprong (12-10) bogen, maar in die toch al weinig imposante score zitten óók de twee partijen verdisconteerd die Clerc verloor op een moment dat enig ander resultaat hem zeer onwelkom zou zijn geweest. Uiteraard doel ik - zonder deze affaires al te nadrukkelijk te willen oprakelen - op de gang van zaken in de slotfase van het WK 1988 (Paramaribo) en de voorlaatste ronde van het te Groningen gehouden WK 1990. (Zie ook de pagina's 279-289 van het desbetreffende toernooiboek.) 

Bepalen we ons tot de overige negen duels, dan zien we dat Clerc éénmaal op even fraaie als overtuigende wijze won (Ploegen-WK 1989) en dat hij in de acht remise-partijen geen moment in gevaar is geweest. Integendeel zelfs: ook in de schijnbaar 'droge', maar daarom niet minder boeiende positionele gevechten die Tsjizjov en Clerc bij voorbeeld in de interland USSR -Nederland 1989 en in de laatste drie WK-toernooien leverden, deed de Nederlandse grootmeester in geen enkel opzicht voor zijn gerenommeerde tegenstander onder en had hij vaak het (iets) betere spel. 

Ik waag mij zelden aan prognoses, maar in dit speciale geval voorspel ik - ongetwijfeld dwars tegen de algemene opinie in - een overwinning voor Clerc! 

Ter afsluiting van deze voorbeschouwing geef ik de notaties van hun laatste twee onderlinge ontmoetingen. De klassiek-achtige laveerpartijen uit het WK 1994 en het WK 1996 zouden wel eens een voorbode kunnen blijken van het soort spel dat ons in Groningen te wachten staat. 

Tsjizjov - Clerc 
(WK 1994) 

1.34-29 19-23 2.40-34 14-19 3.45-40 10-14 4.50-45 5-10 5.29-24 20x29 6.33x24 19x30 7.34x25 13-19 8.39-33 15-20 9.44-39 8-13 10.40-34 2-8 11.34-30 10-15 12.49-44 17-22 13.32-28 23x32 14.37x17 12x21 15.41-37 7-12 16.44-40 1-7 17.39-34 19-23 18.34-29 23x34 19.40x29 4-10 20.30-24 18-23 21.29x18 20x29 22.33x24 12x23 23.47-41 14-19 24.38-33 19x30 25.25x34 13-19 26.42-38 10-14 27.31-27 21x32 28.37x28 23x32 29.38x27 7-12 30.41-37 8-13 31.46-41 11-17 32.37-32 17-21 33.36-31 3-8 34.31-26 13-18 35.26x17 12x21 36.33-28 8-13 37.48-42 6-11 38.42-37 15-20 39.45-40 18-23 40.34-30 11-17 41.30-25 13-18 42.40-34 20-24 43.43-39 21-26 44.34-30 9-13 45.39-34 17-21 46.41-36 24-29 47.30-24 19x39 48.28x8 39-44 
Remise. 

Tsjizjov - Clerc 
(WK 1996) 

1.32-28 17-22 2.28x17 12x21 3.31-27 21x32 4.38x27 7-12 5.42-38 11-17 6.36-31 17-21 7.47-42 21x32 8.38x27 19-23 9.41-36 6-11 10.43-38 11-17 11.49-43 17-21 12.37-32 21-26 13.33-28 26x37 14.42x31 2-7 15.28x19 14x23 16.46-41 10-14 17.39-33 5-10 18.44-39 20-24 19.34-29 23x34 20.40x20 15x24 21.41-37 14-19 22.45-40 10-14 23.40-34 4-10 24.50-44 14-20 25.48-42 10-15 26.27-22 18x27 27.32x21 16x27 28.31x22 7-11 29.33-28 20-25 30.37-31 24-30 31.35x24 19x30 32.38-33 12-17 33.33-29 9-14 34.43-38 14-20 35.29-23 8-12 36.31-27 13-19 37.23x14 20x9 38.38-33 9-13 39.33-29 3-9 40.29-23 9-14 41.42-38 15-20 42.44-40 1-6 43.38-33 11-16 44.22x11 6x17 45.27-22 30-35 46.22x11 16x7 47.36-31 35x44 48.39x50 7-11 49.31-27 11-16 50.27-22 14-19 51.23x14 20x9 52.34-29 12-18 53.22-17 13-19 54.50-44 9-13 55.44-40 19-24 56.29x20 25x14 
?Remise.