Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 09-11-2020  Hanco Elenbaas:
TON SIJBRANDS, 4 januari 1997

Schoonheidsprijs voor een eindspel 

Vandaag wil ik, evenals vorige week, aandacht schenken aan één van de hoogtepunten uit het oeuvre dat Jannes van der Wal, de wereldkampioen van 1982, de damwereld heeft nagelaten. Het betreft de partij die Van der Wal in de slotfase van het WK 1984 van de Wit-Russische grootmeester Alexander Baljakin won. Hoewel Van der Wal in dit te Dakar (Senegal) gehouden toernooi met een bescheiden klassering en een dito score (19 uit 19) genoegen moest nemen, slaagde hij er tegen Baljakin wel degelijk in al zijn kunnen te etaleren.

Van der Wals onmiskenbare klasse spreekt eigenlijk uit alle fases van onderstaande partij, het middenspel en de opening niet uitgezonderd. Maar het was vooral aan zijn uitzonderlijk sterke behandeling van het eindspel te danken dat Van der Wal de door de organisatoren uitgeloofde schoonheidsprijs in de wacht sleepte.

Van der Wal-Baljakin
(WK 1984)

1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.33-28 23x32 4.37x28 10-14 5.39-33 5-10 6.44-39 17-22 7.28x17 12x21 8.35-30(!) 20-25 9.30-24 11-17

Een zet met vèrstrekkende konsekwenties: na wits scherpe reactie is zwart tot de gelijktijdige bezetting van de velden 16 en 27 veroordeeld.

10.31-26! 6-11 11.41-37 8-12 12.50-44 3-8 13.46-41 21-27 14.40-35(!)

Opmerkelijk is dat ook wit veld 35 (weer) bezet. Maar hij heeft er een goede reden voor...

14...1-6 15.44-40(!) 17-22?

In vrijwel symmetrische, maar daarom nog niet geheel gelijkwaardige positie begaat zwart een ernstige misslag. Het is waar dat 15...17-21(?) 16.26x17 11x22 17.37-31! enz. evenmin een bevredigende oplossing voor het gerezen stellingsprobleem vormde, terwijl 15...14-20?! 16.37-31! 20x29 17.31x22! 18x27 18.34x23! wit een veelbelovende aanval in handen zou spelen. Daarentegen was er na 15...14-19(!) voorlopig nog niet veel aan de hand geweest.

16.37-31 11-17 17.49-44!

Zo wordt zwart met een topzware rechter vleugel opgezadeld.

17...7-11 18.34-30! 25x34 19.39x30 14-19 20.40-34! 10-14 21.44-39!

Wit blijft het uitkomen van schijf van 18 verhinderen. Desondanks besluit Baljakin maar tot 21...18-23, omdat hij - naar ik althans vermoed - 21...2-7 22.34-29! (dat 18-23x23? uitschakelt door 24.33-28! enz. met dam op 2) helemaal niet zag zitten.

21...18-23 22.33-28! 22x44 23.31x22 17x28 24.26-21! 16x27 25.43-39 44x33 26.38x16

Er is nu een situatie ontstaan waarin wit aan de rechter bordrand met vijf schijven zes vijandelijke stukken vasthoudt. In zekere zin is de rest dan ook een kwestie van techniek. Hoewel...

26...8-12 27.41-37! 27-32 28.36-31! 32x41 29.47x36 2-7 30.42-38 6-11 31.31-26 11-17 32.36-31 12-18 33.45-40 18-22 34.48-42 7-11 35.16x7 17-21 36.26x17 22x2 37.31-26 2-7 38.26-21

Zie diagram 1

38...28-33(!)

Dit biedt inderdaad nog het meeste verweer. Immers: 38...7-11 39.38-33! 28x39 40.34x43 was al meteen uit geweest. En na 38...4-10 39.21-16! 19-23 had wit zelfs kunnen kiezen tussen òf 40.24-19! 13x24 41.30x19 enz. (41...14-20 42.19-14!, 43.38-33 en 44.35x4 +) òf 40.30-25 14-19 41.34/35-30 enz., waarna zwart helemaal vast zou lopen.

39.38x29 7-11 40.42-38! 11-16 41.30-25!!

Het zwarte offer wordt op elegante wijze weerlegd door een dubbelofffer.

41...19x39 42.21-17 13-18 43.29-23! 18x29 44.40-34 29x40 45.35x33 9-13 46.17-12 16-21

Wat moet zwart anders? Op 46...13-18 47.12x23 4-9 doet wit niet 48.23-18? (48...9-13! 49.18x20 15x24 =) maar 48.33-29! enz. met winst dank zij een viervoudige oppositie.

47.38-32!

Direct 12-7-2 had ongetwijfeld eveneens gewonnen, maar deze inlas is zo mogelijk nog efficiënter. In elk geval verliest een verdediging als 47...14-19 48.12-7 19-24 afgemeten door 49.7-2! 21-27 50.2x35 27x29 51.35-24! 29x20 52.25x14 +.

47...21-26 48.32-27 4-9 49.12-7 13-18 50.27-21?

Als zo vaak komt door de laatste zet voor de klokcontrole de (verdiende) winst weer op losse schroeven te staan. De witspeler had zijn kunststuk op de volgende, bepaald passende wijze kunnen bekronen: 50.33-28! (wellicht is dit zelfs de enige zet die tot het gewenste doel leidt) 9-13 51.7-1 (maar hier moet ook 51.27-21 26x17 52.7-1 toereikend zijn) 26-31* 52.1x10! 31x33 en nu de verborgen manoeuvre 53.10-4! 13-19 54.25-20!! 15x24 55.4-10 +. Laat ik alvast verklappen dat een soortgelijke finesse een rol speelt in de compositie van Johan Bastiaannet die ik u in de rubriek van 21 december ter oplossing aanbood. (In cijfers: vijf zwarte schijven op 3, 9, 19, 28 en 33; twee witte schijven op 12 en 18 en een witte dam op 26.) De bespreking van dit prachtige eindspel zal evenwel nog een week op zich moeten laten wachten.

50...26x17 51.7-1 18-22 52.1-23

Pas op dit moment kwam Van der Wal tot de onaangename ontdekking dat het aanvankelijk geplande 52.1-6 niet meer dan remise zou opleveren wegens 52...14-19!! =. Het gevolg is dat er - geheel onverwacht - een buitengewoon spannend (linie)eindspel ontstaat.

52...22-27 53.23x5 27-31 54.33-29 9-13 55.5-41

Zie diagram 2

55...13-18?

Maar hierna is alles alsnog in orde voor wit. Zoals Van der Wal na afloop aangaf, had er na 55...17-22! geen winst meer ingezeten. Zo zou zwart na 56.29-23, de zet die Baljakin waarschijnlijk het meest vreesde, nog juist ontsnappen via 56...31-36! 57.41-46 22-28! 58.23x32 13-19 59.32-28 19-24 enz.; een enkel voorbeeldje: 60.46-37 15-20 61.25x14 24-30 62.14-9/10 en nu nìet 62...30-34? (63.37-31!! 36x27 64.28-22! 27x18 65.9/10-4 18-23 66.4-10 23-29 67.10-15 +), maar in plaats daarvan 62...30-35! met remise. Beantwoordt wit 55...17-22 met 56.29-24, dan kan er volgen 56...13-18! (maar niet te gretig 56...22-28? wegens 57.41x2! en nu òf 57...31-37 58.25-20! + òf 57...15-20 58.24x15! 31-37 59.2-19/24 enz. +) 57.41-19 22-27! 58.25-20 (want 58.19-46 27-32! 59.46x1 31-37 60.1-29 15-20! enz. wint niet meer) 31-36 59.19-46 18-22 60.46-23 27-31! 61.23-46 22-27!! en wit verkeert in tempodwang. Na de tekstzet, die overigens zeer voor de hand ligt, staat wit - zoals gezegd - opnieuw gewonnen. Maar het is goed te bedenken dat wit, als betrof het een heuse eindspelcompositie, slechts op één enkele manier kan winnen. Het is Van der Wals verdienste dat hij - na meer dan vier uur spelen! - die wonderschone winst er ook daadwerkelijk uithaalt:

56.41-46!!

Van der Wal begrijpt wat zijn toch waarlijk niet kinderachtige tegenstander kennelijk nìet begreep, namelijk dat het er in dit eindspel juist om gaat tempi te verliezen in plaats van te winnen.

56...17-22 57.46-19!

Nu pas.

57...22-27 58.29-24!

Alweer: nu pas.

58...31-36 59.19-46!

Het enige goede veld voor de witte dam: op 59.19-14? of 59.19-5? had zwart remise gemaakt met 59...15-20!! (60.24x15) en 60...18-23 enz. =. De tekstzet wordt gerechtvaardigd door de motiefwinst die na 59...27-32 60.46x12! 15-20* 61.25x14! 36-41 optreedt: 62.12-8! 41-46* 63.8-19 +, of ook 62.12-17! 41-46* 63.24-19 en 64.17-28 +.

59...18-22 60.46-23(!) 27-31 61.23-46!

Op de vorige zet had de witte dam ook nog naar veld 19 gekund, maar de tekstzet is voor de zoveelste maal absoluut de enige. Het meest stijlvolle partijslot zou nu zijn geweest 61...22-27 62.25-20! (anders dan in de spelgang die met 55...17-22 56.29-24 van start ging, heeft wit nu in 25-20 precies het laatste tempo) 31-37 63.46x16 36-41 64.16-32! 41-47 65.32-10!! 15x4 66.20-15 47x20 67.15x24 met winst door oppositie!

61...15-20

Baljakin kiest voor een andere vorm van executie.

62.25x14! 22-27 63.46-19(!) 27-32 64.19x26 36-41 65.26-8!

Zwart geeft het op. Een winst(partij) om van te dromen!

 11-11-2020 MF Gerrit Boom:
PDN     Diagram 1
Scan beschouwt 29...2-7 als de foutzet en komt met de volgende oplossing voor de zwarte problemen. 29. ... 12-17 30. 42-38 06-11 31. 16x07 02x11 32. 31-26 11-16 33.

(48-42 16-21 36-31 28-33 38x29 19-23 29x18 13x22)

(36-3114-20 34. 45-40 20x29 35. 34x03 13-18 36. 03x21 16x36) =
 12-11-2020  Kees Pippel:
PDN     Diagram 2
42. ... (13-18) 15-20 (!) niet een zet die een mens snel zal vinden. Maar KR wel, en Scan trouwens ook. 43. 17-12 13-18 44. 12x23 39-43 45. 38x49 09-13 46. 40-34 13-19 47. 23-18 20-24 48. 29x9 4x22 49. 25-20 19-24 50. 20x29 16-21  ==