51. 37-31! is, geloof het of niet, de meest kansrijke zet. Hieronder enkele varianten:

A) 51. 36-31? 17-22! en dan bijvoorbeeld 52. 38-32 16-21 53. 31-26 12-17 54. 37-31 15-20 55. 34-29 25-30 en wit heeft geen enkele kans.
B) 51. 38-32? 12-18! met de dreiging 24-29. Op 52. 32-27 heeft zwart diverse mogelijkheden om niet in het nadeel te komen.
C) 51. 33-28? 12-18! en wit heeft ook niet veel meer.
D) 51. 37-32? 16-21! en wit heeft niks meer.

Blijft 51. 37-31 over. Hieronder enkele manieren waarop zwart het nog fout had kunnen doen (misschien zit er nog wel een vage remise in, maar dat is toch veel te moeilijk met telkens ??n minuut op de klok):
A) 51. .. 16-21? 52. 38-32 21-26 53. 31-27 en een gunstige meervoudige oppositie.
B) 51. .. 17-21? 52. 31-26!
C) 51. .. 17-22? 52. 38-32!
D) 51. .. 15-20? 52. 31-27 17-21 53. 38-32 21-26 (op 12-18 of 12-17 was 33-28 gevolgd met winst voor wit) 54. 27-22! 16-21 55. 33-28

Resteert dus de partijzet 51. .. 12-18. 52. 31-27 17-21 (17-22? 36-31! w+) 53. 38-32 21-26 54. 32-28 en nu zou 26-31 simpel remise zijn, maar mijn tegenstander zag door de bomen het bos niet meer.

Er ging van alles mis met het plaatsen ervan, maar het is uiteindelijk met hindernissen gelukt.

51. 37-31