| |||||
| |||||
Het was een betrekkelijk eenvoudige overwinning. De opening 32-28 17-22 28x17 12x21 is niet bedoeld als klassieke opening voor zwart. Als je wit toestaat om het klassiek te maken, dan ontstaat aldra een kritische situatie. De bekende manoeuvre 20...24-29 21.33x24 14-20 22.25x14 9x29 23.39-33 7-11 24.33x24 26-31x33x25 faalt op 32-28x24 en wit heeft alle belangrijke velden. De sleutelpositie van modern klassiek is ontstaan na 21...12-17. Wit heeft diverse mogelijkheden. Ik speelde 22.47-41. De andere mogelijkheden bevielen mij niet, t.w. - 22.44-40 17-22 en 23-28. Zwart kan zich moeiteloos handhaven op veld 24. - 22.37-31 26x37 23.42x31 21-26 24.47-42 26x37 25.42x31 17-21 26.31-26 23-29 27.26x17 11x31 28.36x27 18-23 met een Ghestem, die best eens goed voor zwart zou kunnen zijn. - 22.27-22 18x27 23.37-31 26x37 24.42x22 8-12 en de komende achterloop 12-18 kan best eens een probleem zijn voor wit. Zwart kan vrijwel altijd afwikkelen met 21-26 als de nood aan de man komt. Het partijverloop had ik vrijwel helemaal voorzien op dit ogenblik. Na 22.47-41 is de ruil 22...17-22 aangewezen. Er ontstaat dan een onduidelijke positie. Vermoedelijk staat wit beter. Maar gewonnen is het nog niet. Na 25.36-31 heeft wit vrijwel altijd de laatste zet. In aanmerking komen 24-29x29, 17-22x22 en 17-22x21. Allen zijn eenvoudig verhinderd. | |||||
| |||||
PDN Diagram 1 | |||||
24. ... 17-22
25. 28x17 11x31
26. 36x27 10-15
| |||||
Na dit valt het misschien nog wel mee voor zwart. |