58. 33-28 is remise

Dat is waar. Had 46.22-28 moeten spelen, met gemakkelijk gewonnen afspel. Maar in de diagramstand moet wit het nog wel goed doen.

58. 33-28 48-39 59. 28-23 39-17 60. 26-21 16x27 En dit kan zwart niet winnen, hoewel het er niet erg hoopvol uitziet voor wit

58. 33-28 48-39 59. 28-23 39-17 60. 24-19 16-21 61. 25-20 04-10 Dit is wel gewonnen

58. 33-28 48-39 59. 28-23 39-17 60. 24-19 16-21 61. 25-20 04-10

De stelling op de 46ste zet is besproken door Ton Sijbrands in 'Roozenburg' (pp. 160) alsook in 'Dammen' nr 12 (pp.26) waarin idd  46. ... 22-28 worden aanbevolen: 47. 31-26 28x37 48. 26-21 17x26 49. 27-22 18x27 50. 29x20 37-41 51. 20-15 41-46 en daarna 26-31! Van Dijk - Roozenburg NK barrage 1965, 2de partij.

46. 31-26 22x31 47. 26x37 16-21 48. 35-30 17-22 49. 40-35 22-27 50. 29-24 27-31 51. 37x17 18-22 52. 17x28 23x43 53. 25-20 14x25 54. 34-29 25x23 55. 24-20 43-48 56. 20-15 48-42 57. 35-30 42-47 58. 30-25 47-42 59. 25-20 42-29 Natuurlijk had Ron veel liever zo gewonnen, zoals Roozenburg het deed tegen Van Dijk, al zou Korenjewski, die de stelling na de 52ste ook op bord kreeg (tegen Kemp 1988), aantonen dat het ook op een andere wijze kan winnen dan in de theoretische analyse van de stelling.

46. 31-26 22x31 47. 26x37 16-21 48. 35-30 17-22 49. 40-35 22-27 50. 29-24 27-31 51. 37x17 18-22 52. 17x28 23x43 53. 34-29 De zet die Kemp speelde. De theorie gaat nu verder met 43-48 54. 24-20 48-34 55. 20x18 34x12 56. 25-20 12-23 57. 20-15 23-32 58. 30-25 19-24 59. 25-20 24-29 60. 35-30 32-28

46. 31-26 22x31 47. 26x37 16-21 48. 35-30 17-22 49. 40-35 22-27 50. 29-24 27-31 51. 37x17 18-22 52. 17x28 23x43 53. 34-29 43-48 54. 24-20 19-23! 55. 29x09 14x03 56. 20-15 48-37 57. 25-20 03-09 58. 30-24 37-05 59. 35-30 05-23 En zo deed het Korenjevski, mvk.