Wat een vreselijke partij van de zwartspeler, het lijkt er wel op dat hij voor elke zet na de allerslechtste optie keek.

Hans wilde 51. 27-21 16x27 52. 49-44 26x45 53. 44x31 = spelen, maar hij overzag dat hij moest slaan en verliest nog.

49. 44-39 is inderdaad remise en 51. 49-38 is ook nog remise.

1. ... 14-19 2. 26-21 19-23 3. 35-30 11-16 4. 30x39 16x27 5. 38-33 28-32 6. 33-28 23-29 7. 28x37 29-34 8. 39x30 25x34 en wit staat een schijf voor, maar mijn computer ziet de remise in de eindspeldatabase al na 23-29.

Het offer 25-30 is de beste zet in mijn laatste variant, want op 11-17 volgt 35-30 34-40 30-24 met doorbraak en na 14-19 komt 26-21 met 21 versus 6 en 11:

49. 44-39 lijkt me ook altijd remise omdat wit altijd weer naar 49 gaat met zijn dam en dreigt met 27-21.

39. 42-37 12-18 40. 27-21 16x27 41. 32x12 23x41 42. 12x23 19x28 43. 36x47 25-30 44. 35x24 11-17 =.

39. 42-37 14-20 40. 27-22 20-24 41. 22-18 17-22 42. 28x08 23x03 43. 26-21 16x27 44. 32x21 11-16 45. 21-17 03-08 46. 37-32 en wit heeft een ijzersterke schijf op 17.

Een laatste goede winstkans voor wit was 39. 42-37 geweest. 39. ... 14-20 geeft wit een perspectiefrijke stand en 39. ... 12-18 40. 27-21 lijkt ook heel goed voor wit, maar zwart kan met een offer remise maken:

37. 40-34 30x39 38. 43x34 18-23 39. 48-43 14-20 40. 43-39 20-24 41. 39-33 24-30 42. 33-29 30x39 43. 29x07 11x02 44. 27-21 16x27 45. 32x12 25-30 46. 26-21 30-34 47. 28-22 (21-16 34-40 12-7 2x11 16x7 6-11 7x16 40-44 wordt ook remise ) 34-40 48. 21-17 40-44 49. 38-33 39x28 50. 50x39 28-32 51. 22-18 19-23 52. 18x29 32-38 met een remise-eindspel.

37. 40-34 30x39 38. 43x34 14-20 39. 38-33 19-24 (18-23? 33-29 12-18 26-21 17x26 28-22 w+) 40. 48-42 24-30 41. 34-29 20-24 42. 29x20 25x14 43. 42-38 30-35 44. 50-44 14-19 45. 33-29

De derde keer dat Hans (schijf)winst mist is 37. 48-42. Na 37. 40-34 probeert wit te profiteren van de hangende schijf op 12 en moet zwart heel secuur spelen. Twee varianten:

34. 31-26 25-30 35. 48-42 30-35 36. 42-37 23-29 37. 33x24 19x30 38. 28-22! 17x28 39. 32x23 18x29 40. 38-33 29x49 41. 36-31 49x21 42. 26x10

34. 31-26 25-30 35. 48-42 14-20 30-35 42-37 23-29 33x24 19x30 28-22! 17x28 32x23 18x29 38-33 29x49 36-31 49x21 26x10 36. 43-39 20-25 37. 42-37 30-35 38. 39-34

34. 31-26 23-29 35. 33x24 19x30 36. 28-23 18x29 37. 38-33 29x49 38. 32-28 49x21 39. 28-22 17x28 40. 26x10

34. 31-26 leidt altijd tot minstens schijfwinst, omdat direct 34. ... 23-29 verhinderd is en zwart daardoor vastloopt op zijn lange vleugel.

28. 45x34 15-20 29. 35-30 20-24 30. 30-25 03-09 31. 50-45 24-29 32. 34-30 18-22 33. 27x18 13x33 34. 32-27 21x32 35. 37x39 23-28 36. 39-33 28x39 37. 43x23 19x28 38. 30-24 met doorbraak wit.

Als Hans 28. 45x34 had geslagen, had hij kunnen profiteren van de zwarte korte vleugel die vaststaat, bijvoorbeeld:

Hans speelt een goede partij en mist meerdere keren (schijf)winst om vervolgens door een jammerlijke denkfout het punt weg te geven dat hij zeker verdiende.