Order by date, last inserted
 19-06-2021  Hanco Elenbaas:
PDN     Diagram 1
60. 38-33 50-45 61. 29-24 45x07 62. 28-23 07x31 63. 04x36 aangegeven door Mamina N'Diaye, die niet was toegelaten tot dit WK-toernooi, maar wel tot het einde aanwezig bleef.
PDN     Diagram 2
60. 38-33 26-31 61. 37x17 50-45 62. 28-23 45-50 63. 33-28 50x11 64. 12-08 W+
 10-07-2021  Edwin Twiest:
@Hanco, weet jij waarom Mamina niet mee heeft gespeeld? op Delpher kom ik 1 stukje tegen met een kop "teleurgesteld", maar geen reden.
 10-07-2021  Hanco Elenbaas:
Mamina was niet ingeschreven door de Malinese Damfederatie. Ook de Surinamer Overman werd niet toegelaten om soortgelijke redenen. Zie de artikelen uit het AD van 4 augustus 1976 en het Nieuwsblad van het Noorden van een dag later: https://imgur.com/a/RVeQTlo 

Ik zal ze ook in de Toernooizaal plaatsen, daar zijn ze waarschijnlijk beter te lezen.  
Gerard Welling had nog een samenvatting liggen van wat de dagbladen destijds schreven over Mamina's misgelopen deelname.

GW: "Het komt er op neer dan Mali in eerste instantie geen lid was van de FMJD en er ook niet op de uitnodiging werd gereageerd. Dit laatste gebeurde kennelijk pas veel later, ver na de uiterste inschrijfdatum.
N'Diaye kwam wel opdagen maar het bestuur van de FMJD hanteerde de reglementen strikt en ondanks acties van de spelers was er geen genade voor N'Diaye en Overman. Vermalen tussen de burocraten in eigen land en die van de FMJD." 

Vijftien landen hebben in totaal twintig spelers ingeschreven voor het toernooi om het wereldkampioenschap dammen 1976, dat van 3 tot en met 25 augustus in Amsterdam wordt gehouden. Op de lijst van deelnemende landen ontbreken onder meer de namen van Senegal en Haïti, die ondanks herinneringsbrieven en telegrammen niet op de uitnodiging reageerden. Dat gold ook voor de mogelijke deelnemer uit Mali, welk land na het bijzonder goede debuut van N'Diaye in de grootmeestergroep van het Suikerdamtoernooi zich nog niet aanmeldde als lid van de FMJD.
(De Telegraaf 13 februari 1976)

Grote afwezigen zijn de Afrikanen Sy (Senegal) en N'Diaye (Mali). De damfederaties van hun land reageerden eerst ver na de sluitingsdatum op de uitnodiging.
(Algemeen Dagblad 22 juli 1976 )

Op een zeer luidruchtige wijze is de eerste ronde van de strijd om het wereldkampioenschap dammen 1976 in Amsterdam uit de startblokken geschoten. Aanleiding hiertoe was het niet meespelen van de Malinees Manina N'Diaye en de Surinaamse kampioen Harry Overman. Beide spelers waren niet ingeschreven voor het toernooi, maar arriveerden toch in Amsterdam. Het bestuur van Werelddambond kwam maandagavond in spoedvergadering bijeen om zich hierover te beraden. Verwacht mocht worden dat voor het geval er bij de loting slechts 16 spelers aanwezig zouden zijn N'Diaye en Overman mogelijk zouden kunnen meedoen, evenals de reserve Hans Janssen. Bij de opening van het toernooi bleken 17 van de 20 ingeschreven deelnemers aanwezig. Dit betekende dat de Nederlander Hans Janssen de plaats mocht innemen van de Italiaan Marino die niet vervangen mocht worden. Het aantal spelers bedraagt 18. N'Diaye en Overman moesten als niet ingeschreven spelers buiten het toernooi blijven.
(De Waarheid, 5 augustus 1976)

Toen na de officiële opening van het wereldkampioenschap dammen de koppen geteld werden , bleken drie deelnemers niet aanwezig te zijn : Marcos Lelio uit Brazilië, Louis Gilles uit Canada, en Antonio Marino uit Italië. Zij hadden geen bericht van verhindering gezonden en werden van de lijst afgevoerd. Het aantal deelnemers kwam daardoor op 17 en dit gaf Nederland het recht, met een derde speler uit te komen, reserve Hans Janssen, zodat het totale aantal deelnemers op 18 kwam. Het bestuur van de Werelddambond bleef weigeren twee spelers die te laat waren aangemeld en toch aanwezig waren , Harley Overman uit Suriname en N'Diaye uit Mali, alsnog tot het toernooi toe te laten. Men wenste evenmin de tweede Italiaanse deelnemer, Antonio Marino, te vervangen door Badiali. Het besluit om de Surinamer en de Malinees niet toe te laten heeft tot bijna tumultueuze toestanden geleid. Velen oordeelden dat het bestuur de reglementen niet te star moest blijven handhaven. Er werd zelfs een petitie opgesteld, ondertekend door 15 van de 18 deelnemers, waarin het bestuur werd aanbevolen Overman en N'Diaye toe te laten, maar ook die lijst kon bij het bestuur geen genade vinden. Men verwees nogmaals naar het reglement, kende de petitie geen officiële waarde toe en daarmee was voor het bestuur de zaak afgedaan.
(Het Parool, 4 augustus 1976)

Kort voor de aanvang van de eerste ronde nam de Zwitser Andreas Kuyken het woord, waarin hij meedeelde dat hij namens de spelers aan de toernooileiding verzocht N'Diaye en Overman alsnog te laten deelnemen. Er werd aan toegevoegd dat er niet eerder gespeeld zou worden voor het antwoord was gegeven. FMJD bestuurslid Wiebe Visser antwoordde kort en bondig met “neen” . De vertegenwoordiger van de Surinaamse dambond, Eugène Drente, gaf hierop op emotionele wijze van zijn misnoegen blijk. Nadat hij tactvol uit de zaal was gebracht, konden de spelers met het toernooi beginnen. Alleen Kuyken bleef uit protest nog een half uur rondlopen alvorens hij zijn eerste zet tegen de Italiaan Zorn liet aantekenen.