Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 16-03-2020 MI Paul Oudshoorn:
Wie mijn commentaar bij de partij van Jan en Martijn heeft gezien, die snapt, dat ik 6.33-28 propageer. Dit heeft wellicht nog te maken met een oude partij in het EK te Parthenay tussen Gerard Jansen en Edvard Buzinski. Ondanks een mooie opbouw liep Gerard daar eigenlijk tegen een muur op en naar ik me herinner, was het bij gezamelijke analyses moeilijk om aan te geven waar wit beter kon spelen. Het opgeloste stuk op 16 zorgde ervoor dat wit weinig grip verkreeg op de zwarte stand. Niettemin: Ik heb genoten van het spel van Jan en natuurlijk ook Martijn in dit toernooi!yes
 16-03-2020 MF Ben Provoost:
PDN     Diagram 1
Dit is mijns inziens ook een te overwegen speelwijze: 5. 34-30 25x34 6. 40x29. Het idee is om daarna (agressief) te vervolgen met 7.35-30, 8.39-34, 9.45-40 enzovoorts. Hoe kijk jij daar tegenaan, Paul?
De mogelijkheid 5.34-30 heeft wit natuurlijk niet als wit met 1.34-29 opent en 3.45-40 speelt.
 16-03-2020 MI Paul Oudshoorn:
Dat is een extra mogelijkheid, zeker, Ben. Het lijkt te vragen om 6.19-24x24 van zwart. Terecht merk je op, dat het anders wordt na 1.34-29 en ik wilde het geheel eenvormig houden. Zelf heb ik wel een uitgesproken voorkeur voor die speelwijze met 33-28 en overgangen naar spelbeelden die je ook wel ziet in de klaverblad-variant van de 1.32-28 18-23 2.38-32 17-21 enz-opening, maar kennelijk wordt die speelwijze toch wel vrij breed als hopeloos ouderwets en oninteressant beschouwd, door de nieuwe lichting. Je weet wel: Overgangen naar Molimard-varianten, LVO,s, hoge randschijven, wederzijdse KV-aanvallen, hoge opsluitingen, Hoogland-aanvallen, Hekstelling en zelfs uitzonderlijke uitvoeringen betreffende het systeem van wijlen Phillip Ham...Wie zit daar heden ten dage nog op te  wachten, Ben?frown