Order by date, last inserted
 01-09-2020 GMI Martin Dolfing:
Nog geen 30 zetten pfffffffffff. Kregen de spelers hier ook weer bier aangeboden?
 01-09-2020  Gerrit van Mastrigt:
De langste partij die ze tegen elkaar gespeeld hebben was 33 zetten ! ( Maars 1995)
 01-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Het gekke is: Dit heeft toch mijn voorkeur boven de plichtmatige 41 zetten, die je doorgaans ziet. De zetten zijn wel echt en ach, dit was meer een uitstapje voor DCIJ.
PDN     Diagram 1
27. ... 15-20 28. 43-38 20-25 29. 26-21 25x32 30. 33-28 17x37 31. 28x28 32x23 32. 42x13 Geen idee overigens, of wit wel 43-38 moet doen en ook 27.15-20 van zwart zou ik niet durven aanmerken als aangewezen.. De slotstelling van deze partij is erg interessant nog...
 02-09-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands in DB 78/79:


 02-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Haha, dank Hanco ! Kostelijk stukje van Ton, dat ik vergeten was. De schaakpartij was nog korter....
PS: Ton geeft een conclusie bij de eindstand die ongetwijfeld meer dan waar is. Wel jammer, dat hij er niet wat meer over schreef, want ik begrijp nog niet helemaal hoe het gaat, als wit die finesse er in houdt met bijvoorbeeld:
PDN     Diagram 2
27. ... 15-20 28. 43-38 10-14 29. 49-44 04-10 30. 44-40 10-15 31. 42-37 20-25 32. 26-21 25x32 33. 37x08 17x37 34. 08x28 27-32 35. 40-34 32x23 36. 41x32 Dit lijkt me een niet zo prima positie voor zwart, maar ik zit uiteraard volledig mis op het spoor. Wellicht zou Martin misschien kunnen helpen en aangeven hoe het moet met zwart?
 02-09-2020  Hanco Elenbaas:
Verraderlijke finesses Paul! Heel begrijpelijk dat Ton tijdig remise heeft aangeboden. yes
 02-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Zou ik zeggen, Hanco, zou ik zeggen...laugh
 02-09-2020 GMI Martin Dolfing:
Die stand lijkt mij nog lastig te beoordelen, Paul. Ik zou met zwart niet denken bevredigend spel te hebben.
 02-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Dank Martin! Dat is steun voor wat ik zelf eveneens dacht.
 03-09-2020 MI Wieger Wesselink:
De computer geeft aan dat zwart uitstekend staat in de eindstand. En dat vind ik zelf niet heel verwonderlijk, want als je de achtergebleven schijven op 6 en 46 verwijdert, dan ziet de witte omsingeling er treurig uit.
 03-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Ha, dank Wieger! De computer zegt dus ongeveer hetzelfde alsTon in zijn commentaar. Ik neem dat ook onmiddelijk aan, maar het ergert me, dat ik nog niet een allesverwoestende hoofdvariant ontdekt heb die verder praten zinloos maakt.
Wat jij aangeeft komt wellicht mooi tot zijn recht, als zwart direct op veld 24 afgaat, Wieger. Bijvoorbeeld:
PDN     Diagram 3
27. ... 15-20 28. 43-38 10-14 29. 49-44 14-19 30. 30-24 20x29 31. 33x24 19x30 32. 35x24 13-19 33. 24x13 18x09 Haal hier inderdaad 46 en 6 weg , zoals Wieger schrijft. Moeilijk te zien hoe wit nu nog constructief tegenspel kan bieden en afbreken is praktisch onmogelijk...
 03-09-2020 MI Wieger Wesselink:
Inderdaad Paul, de variant met 28.43-38 die jij aangaf wordt door de computer afgekeurd. Dat komt vooral door het stuk op 46. Als je die in de slotstand naar 49 zou verplaatsen, dan wordt het een heel ander verhaal. De witte formatie aan de linkerkant komt in de praktijk soms best goed tot zijn recht, maar ik denk dat je daar i.h.a. toch wat medewerking van de tegenstander voor nodig hebt.
 03-09-2020 GMI Martin Dolfing:
Hmm, toch wel goed spel voor zwart. Daar zat ik er behoorlijk naast.
Het is toch wel een beetje gek aangezien wit vrij normale zetten gedaan heeft.
 03-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
PS: Dank Wieger, het geheel is erg leerzaam. Hoe dieper je er in duikt, des te meer bekruipt je het gevoel dat het in de eindstand van de partij al aardig mis is gegaan voor wit en dat Ton het ijzersterk heeft gespeeld! Een echt soepel lopend afbraakplan is ook niet makkelijk te zien voor wit, na 27...15-20! Mocht het zo zijn geweest dat er inderdaad opnieuw bier voor de spelers aangerukt werd, zoals Martin zich afvroeg, dan had niemand daar meer recht op de eerste keuze dan Ton!
 03-09-2020  Kees Pippel:
PDN     Diagram 4
Ik vraag me af: gaat schijf 43 niet de verkeerde kant op? Zwart heeft een mooie aanvalsstand. Maar licht geforceerd, omdat zwart op de lange vleugel maar 5 (uit 13) speelbare schijven heeft. Een typische voorbeeldvariant van Kingsrow tegen Scan.

27. ... 15-20 28. (43-38) 42-38 10-14 29. 41-37 20-25 30. 46-41 25x34 31. 39x30 11-16 32. 37-32 06-11 33. 32x21 16x27 34. 41-37 13-19 35. 43-39 02-08 36. 37-32 11-16 37. 32x21 16x27 38. 39-34 08-13 39. 48-42 04-09 40. 42-37 23-28 41. 30-25 28x30 42. 25x34 27-32 43. 38x27 ≈≈
 03-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
@Kees: Ja. 43 gaat de verkeerde kant op. Ik had zelf ook al zo mijn twijfels over die zet, maar het was gebaseerd op de finesses die wit ter beschikking staan om 20-25 steeds onaantrekkelijk te maken voor zwart. Zwart doet die zet echter helemaal niet en dan staat wit met lege handen. Het lijkt me ook in de door jou aangegeven variant overigens de vraag of zwart die zet moet doen. Uiteraard ziet de opbouw zoals jij voorstelt er wel kansrijker uit om ergens tot afbraak te komen met wit, gewoonweg omdat wit zijn verdedigende formaties nog in stelling heeft. Die zet 43-38 is te radicaal en werd dus ook afgekeurd.
 03-09-2020 GMI Martin Dolfing:
Die variant is toch wel gelijkwaardig zeg.
 03-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
PS Kees: Jij was er toch bij, naar ik begreep? Waren er soms consequenties met betrekking tot de toereikendheid van de consumptievoorraad in geval van een wat langdurig uitgevallen partij, of was een kortere partij met name voordelig in verband met een vroegere aanvang van de broederlijke feestelijkheden? Een vraag om het historisch perspectief maar goed in beeld te krijgen...
 03-09-2020  Kees Pippel:
Als ik me niet vergis hebben we toen ook nog een bezoek gebracht aan de gerenommeerde schaakgrootmeester Smyslov. Die het (overmatige) drankgebruik niet ontging en daar ook een subtiele opmerking over plaatste.

@Paul, Er was in die periode gebrek aan van alles in de Sovjet Unie, maar mineraal water en bier vielen daar niet onder. Verder was het voor DCIJ ook een soort schoolreisje, waarbij het dammen niet per definitie op de eerste plaats kwam.
PDN     Diagram 5
@Paul, na 27. ... 15-20 28. 42-38 10-14 29. 41-37 kan zwart ook vervolgen met 14-19 wit rest niets anders dan afbreken met 30. 30-24 20x29 31. 33x24 19x30 32. 35x24 13-19 33. 24x13 18x09 34. 37-32 11-16 35. 32x21 16x27 36. 46-41 06-11 37. 41-37 09-13 38. 37-32 11-16 39. 32x21 16x27 40. 38-32 27x38 41. 43x32 met hanteerbaar nadeel voor wit.
 03-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Dank Kees! Het lijkt allemaal nog wel te houden voor wit. Die Smyslov moet een fijne vent geweest zijn...
 03-09-2020  Kees Pippel:
Bij nader inzien denk ik dat het niet Smyslov was maar Mikhail Botvinnik. Het was in ieder geval de Russische grootmeester die zich ook met computerschaak bezig hield.
 04-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Ah, dat is een nog grotere schaker, als ik me niet vergis, Kees. De laatste variant die jij gaf was overigens  de eerste die ik bekeek, maar ipv 14-19 speelde ik daar 4-10 met zwart. Dat is nog behoorlijk scherp allemaal, lijkt me.
 04-09-2020  Hanco Elenbaas:
Dan ben je op bezoek geweest bij een van de grootste schurken uit de denksportgeschiedenis van de Sovjet-Unie, Kees.

Ik wil je niet onthouden wat een welingelichte schaakspeler onlangs liet weten:

"Wat betreft Stalin, Oekraïne en de 2e wereldoorlog heb ik ook wat verhalen gehoord uit de schakerswereld.
Dr.Fyodor Bohatirchuk (1892-1984) was een sterk schaker uit Kiev die als arts onder meer manager van een ziekenhuis en hoofd van het Rode Kruis is geweest. In zijn memoires schrijft hij dat hij rond 1938 onder zware druk heeft gestaan omdat hij niet meer actief schaakte. Door toedoen van onder meer Konstantinopolski - de trainer van Bronstein die ook de piepjonge Koeperman nog onder zijn hoede heeft gehad - werd hij opgepakt en ervan beschuldigd dat hij de jongeren geen kans gaf om zich met hem te meten - en beter te worden voor de meerdere eer en glorie van de Sovjet Unie.

Het feit dat Bohatirchuk zijn medische praktijk (hij ontwikkelde de radiologie) de voorkeur gaf, werd hem zwaar aangerekend.

Hij was sowieso al "verdacht" als Oekraïener en omdat hij bij iedere gelegenheid Botwinnik probeerde te verslaan. Botwinnik heeft nooit één partij van hem gewonnen en wel diverse partijen verloren. Nadat Bohatirchuk hem versloeg in het grote internationale toernooi in Moskou in 1935 moest hij bij de KGB komen en zich verantwoorden voor deze daad die in strijd was met goed patriottisme. Hij wist zich toen te redden door een verhaal dat de buitenlandse spelers de uitmuntende Sovjet sportiviteit ook zo waardeerden naast de grote speelkracht. De man die het hem zo moeilijk maakte is overigens zelf door Stalin geëxecuteerd in 1938.

Door de manier waarop de Oekraïeners door Stalin werden behandeld werden de Nazi's door sommigen als bevrijders gezien, en nationalisten als Bohatirchuk zagen hun kans schoon toen generaal Vlassov zijn leger formeerde. Bohatirchuk had sowieso een probleem als notabele van Kiev want die werden door Stalin zonder pardon geëxecuteerd omdat ze niet genoeg moeite hadden gedaan de Nazi's te bestrijden. Verificatie deed Stalin niet aan..  Zoals we weten is het met Vlassov's leger niet goed afgelopen (Vlassov was overigens één van de twee belangrijke generaals in de USSR en als zodanig één van de twee machtigste mensen op militair gebied - daar zal Stalin niet goed van geslapen hebben).

Via Praag is Bohatirchuk uiteindelijk in Beieren terecht gekomen waar hij zich na de oorlog enige tijd voor de Russen moest verbergen met schuilnamen als Bogenhols. Uiteindelijk is hij met de Canadezen mee naar Canada gegaan en heeft daar zijn autoriteit als radioloog verder ontwikkeld. Van 1946 tot 1984 heeft hij in Toronto gewoond als medisch wetenschapper met aanzien, en af en toe schaakte hij nog wel eens (hij is de mentor van de Canadese schaakmeester Lawrence Day, ondertussen ook 70+).

En Bohatirchuk was nog een notabele in Kiev die de contacten en de middelen had om op tijd weg te komen toen de troepen van Stalin onderweg waren. De gemiddelde bewoner van Kiev was er veel slechter aan toen. De bondsbobo die het hem zo moeilijk maakte toen hij zich op zijn medische onderzoek wilde focussen en daarom niet meer aan officiële kampioenschappen wilde deelnemen was de beruchte Krylenko. Een rechterhand van Stalin die als hobby de schaakbond bestierde en de beschermheer van Botwinnik was. Iemand met bloed aan zijn handen, maar uiteindelijk heeft hij de situatie toch niet goed ingeschat want in 1938 werd hij zelf weggezuiverd.


Het meest gruwelijke verhaal in oorlogstijd overkwam de Leningrader meester, voormalig kampioen van de Sovjet Unie en geëerd trainer van de USSR Pjotr Romanovsky. Overigens een vriend en rivaal van Fyodor Bohatirchuk en een vijand van Michael Botwinnik (in de vroege jaren werd zijn zeer talentvolle pupil Alatortsev  stelselmatig gepasseerd ten bate van Botwinnik). Deze kwam vast te zitten in het beleg van de stad Leningrad en spoedig was er geen voedsel meer en de situatie volstrekt onleefbaar. Romanovsky werd zelf ziek en zijn familieleden probeerden te overleven. Hij zag ze vanuit zijn ziekbed één voor één overlijden van honger en uitputting, een vrouw en vier dochters als ik het wel heb, en hij bleef leven. Uiteindelijk is hij bewusteloos geraakt en wonder boven wonder meer dood dan levend gevonden toen de stad ontzet was. Tegen alle verwachting in is hij ook nog hersteld.

Botwinnik maakte overigens op schandalige wijze misbruik van zijn contacten, maar als je zijn memoires leest lijkt het erop dat het “normaal” is omdat hij volgens zichzelf nu eenmaal de beste was, en als het anders uitkwam dat natuurlijk gecorrigeerd moest worden. In de jaren '20 werd de grootmeestertitel in de sport van de USSR ingevoerd en de eerste houder van deze titel was Boris Verlinsky, doofstom maar geniaal.

Toen Botwinnik in 1931 voor het eerst kampioen werd, na een felle strijd met Nikolai Rjumin, werden door de federatie alle grootmeestertitels afgeschaft, en onmiddellijk weer ingevoerd. Zodat Michael Botwinnik in de boeken kwam als de eerste nationaal grootmeester.

Zo was hij in 1935 zeker niet beter dan de oude aristocraat Löwenfisch, die kampioen van de Sovjet-Unie werd. Dat moest uiteraard gecorrigeerd worden en dus werd deze verplicht een match om het kampioenschap te spelen tegen Botwinnik. Tot afgrijzen van de verantwoordelijken bij de bond won Botwinnik niet, tegen een oudere man die vanwege zijn achtergrond de enige topschaker was die geen stipendium kreeg en een leven van armoe leidde. En de kampioen van de USSR was uitgenodigd om in Engeland een toernooi te spelen waar regerend kampioen Euwe en Aljechin meededen. Uiteraard werd Löwenfisch met een smoes afgeserveerd en ging gewoon Botwinnik er heen.

Het volgende grote schandaal speelde zich af in 1940. In 1938 hadden Keres en Fine het AVRO toernooi gewonnen wat bedoeld was als uitdagerstoernooi voor een match tegen Aljechin (die meedeed en niet zo goed eindigde). De Rus Botwinnik en de Tsjech Flohr (met Russische contacten) lieten zich daar weinig aan liggen en gingen op eigen houtje met Aljechin in onderhandeling. Fine zat weer in Amerika nadat hij van zijn Nederlandse vrouw was gescheiden (de dochter van uitgever Keesing) en Keres was Est dus die had andere zaken aan zijn hoofd. Botwinnik zou volle ondersteuning krijgen van de bond, als hij het nationaal kampioenschap zou winnen.De nieuwe generatie blokkeerde dat, de eerste plaats werd gedeeld door exil-Hongaar Lilienthal (onlangs overleden en bijna 100 geworden) en Bondarevsky (latere trainer van Spassky), de jonge Smyslov, de Oekraïener Boleslavsky, Keres (ingelijfd) en op de zesde plaats Botwinnik. Vooral Lilienthal heeft daar wel wat over te melden in zijn autobiografie. Hij werd kampioen, gefêteerd en moest overal simultaans geven tot hij een half jaar laten ineens te horen kreeg dat hij de volgende dag moest aantreden in een toernooi.

“Het absolute kampioenschap van de USSR”, want volgens Botwinnik was de vraag wie de beste was niet beantwoord (omdat hij zelf niet gewonnen had, zo werkte dat in zijn brein). En niet de eerste twee, of drie of vier speelden, maar de eerste zes. En de enige die zich een half jaar had voorbereid, die überhaupt wist dat er iets aankwam was ..Botwinnik natuurlijk. Het hielp niet echt want in de eerste ronde kreeg hij al meteen een enorm pak slaag van Bondarevsky. Die kennelijk bij de bondsgedelegeerde op het matje moest komen want de andere partijen tegen Botwinnik heeft hij vervolgens als een beginneling verloren. Botwinnik “won” het toernooi, schreef toen nog een boek als propaganda om duidelijk te maken hoe goed hij wel niet gespeeld had. Maar door de oorlogssituatie was het helemaal niet meer mogelijk om tegen Aljechin te spelen dus alle vieze spelletjes voor niets... 

Volgende schandaal speelde zich na het einde van de oorlog af. Aljechin overleed in 1946 plotseling in Portugal, en de titel was vacant. De wereldschaakbond benoemde vervolgens de voorlaatste kampioen en dat was Euwe. Ook nog eens een speler waar Botwinnik nog nooit van had gewonnen..  De Russen hebben als enige geprotesteerd en binnen een dag een veto uitgesproken. In 1948 zou een toernooi worden georganiseerd met de 6 beste spelers. Waarvan Fine zich terugtrok omdat hij ondertussen afgestudeerd psycholoog was en zijn baan aan de universiteit niet in de waagschaal wilde stellen. De arme Euwe kreeg volledige ondersteuning van de bond maar moest daar wel wat voor terugdoen. Tegen de tijd dat het toernooi zou beginnen was hij uitgeput door de bijna dagelijkse simultaans, lezingen en wat al meer zij. Vervolgens werd bij de Russische grens zijn openingskarthotheek ingenomen. Door bemiddeling van Botwinnik kwam die wel weer terug maar ondertussen had iedere Rus kennis kunnen nemen wat Euwe het laatste jaar had voorbereid voor dit toernooi.

Botwinnik was ook perfect op Euwe voorbereid wat voordien nooit gelukt was. En Keres verspeelde zijn kansen door de eerste vier partijen allen als een kind van Botwinnik te verliezen. Toen deze kampioen was, speelde Keres in de laatste ronde voluit en vermorzelde Botwinnik. De weduwe Keres heeft later wel eens uit de doeken gedaan dat Keres in grote problemen was omdat hij in de oorlog in Duitsland had gespeeld. En dat die schuld hem zou worden kwijtgescholden als hij eraan zou “bijdragen” Botwinnik kampioen te maken.

 De eerste uitdager Bronstein werd tijdens de match gechanteerd met zijn vader in de Gulag, en zo ging het maar door. Het zal niemand verbazen dat de rivalen van Botwinnik gingen samenwerken en in de jaren '50 is het Smyslov en de zijnen inderdaad een keer gelukt om Botwinnik uit het Olympiadeteam te houden. Maar de gevallen van oplichting gingen gewoon door, zoals duidelijk geschonken partijen op een belangrijk moment...

In de damwereld weet iedereen dat Koeperman van alles heeft uitgevreten maar vergeleken met Botwinnik was hij een kleine jongen...

 Schaken in de Sovjet Unie is nog een erfenis van Lenin. Zelf een fanatiek schaker en hij dacht dat het de arbeidersmassa zou verheffen.

Bovendien was het een mogelijkheid je te profileren ten opzichte van het kapitalisme dus werden er vele mensen voor vrijgemaakt. Het klimaat voor denksport was dus gewoon goed. Je verdiende er meer mee dan met een professoraat of als arts."

 04-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Een fantastisch verhaal, Hanco. "De welingelichte bron" zal ongetwijfeld een persoon van moreel hoogstaande onkreukbaarheid en integriteit zijn, maar niettemin ben ik nog niet geheel overtuigd van het feitelijke waarheidsgehalte van de aantijgingen, zonder de naam van de goede man te kennen. Wel weet ik dat onze Hein Donner altijd niet dan met grote bewondering geschreven heeft over Botwinnik, zoals in de bundel met schaakverhalen "De Koning " (ook wel De Dikke Donner genaamd) te lezen is. Het is vrij bekend dat in de voormalige USSR binnen de denksportgelederen verdeling heerstte tussen meerdere onderling vijandelijke kampen, die welhaast opereerden als maffia-organisaties. Wie daaruit destilleren kan hoe de uiteindelijke waarheid lag, die beschikt wat mij betreft over een welhaast goddelijke alwetendheid. Voor wie nog nooit van Botwinnik heeft gehoord:  Wikki-pedia...wink
 04-09-2020  Hanco Elenbaas:
Hein Donner dweepte ook met Fidel Castro. En Donner werd venijnig als Ton Sijbrands iets onaardigs zei over de combines van Sovjet-dammers... 

Toen ik hem vertelde dat ik dit soort verhalen over Botwinnik nooit eerder gehoord of gelezen had, zelfs niet bij JanTimman (door wie Botwinnik bewierookt wordt), antwoordde mijn bron onder meer: 

"Wat ik over Botwinnik heb geschreven is gewoon algemeen bekend, alleen is het nog niet gebeurd dat iemand er een artikel over heeft geschreven.

En Jan Timman zal dat ook niet zo gauw doen want hij is idolaat van Botwinnik als schaker. Timman heeft zijn methodes zoals de kritische analyse van eigen partijen en publicaties als test al vanaf zijn jonge jaren overgenomen, en was ook een groot kenner van Botwinnik's spel. 

Natuurlijk weet hij ook over diens streken, maar zijn idool zal hij niet zo snel afvallen. Zelf heb ik mogen spelen tegen David Bronstein, en hoewel die misschien ook niet helemaal objectief is had die wel het één en ander te melden over Botwinnik.

Als zelfs een zachtmoedig en diep-gelovig man als Smyslov Botwinnik uit het Olympiade team wil werken dan kun je ervan uitgaan dat hij voorzichtig gezegd niet populair was.  ;-)  "

Was dit de man bij wie je op bezoek was, Kees? : 
Botwinnik - Euwe 1963
 04-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
PDN     Diagram 6
27. ... 15-20 28. 42-38 10-14 29. 41-37 04-10 Dit bedoelde ik dus, Kees. Op 30. 39-34 nu niet 20-25 (ivm 33-29), maar 2-8 eerst, terwijl 30. 30-24 x24 er ook slecht uit ziet voor wit.
 04-09-2020 GMI Martin Dolfing:
Dat ziet er beslist goed uit Paul. Ik vraag me af waar wit in zulk zwaar weer is gekomen.
 04-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Ja Martin, dat is de vraag. Het is echt moeilijk om daar een antwoord op te geven. Zelf ben ik met wit al een tijd afkerig van de traditionele Keller-variant en dat heeft te maken met dit soort voorzichtere varianten die zwart kan kiezen. Ook die variant met eerder 9. .... 21-27 van zwart en na 10. 30-24 eens achterlopen met 14-19, je weet wel (jij hebt dat ook wel eens aangehaald), daar zie ik niets in voor wit. Gevoelsmatig heb ik enige twijfel over 19. 47-42 in deze partij, maar kan dat eerlijk gezegd niet in ijzer gieten (smeden).
 04-09-2020  Kees Pippel:
Tijdens het naspelen van diagram4 kom ik er achter dat zwart in plaats van 35. ... 2-8; nog beter 35. ... 23-28; kan spelen met langdurig initiatief. Maar wat Paul aangeeft in diagram 6 is nog beter. Een boeiende uitspeelstand voor een training. Dan kan de trainer ook nog iets opsteken.
 04-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
PS: In de variant 6 is op 20-25 ipv 2-8 33-29 niet erg voor zwart, zoals ik wel aangaf, maar 34-29 kan nog wel voor wit, hetgeen zwart niet meer gunt met 2-8 (detail).
 05-09-2020 MI Wieger Wesselink:
Als je het mij vraagt, dan zou ik zeggen dat 18.29-24 niet zo'n succes is voor wit.
 05-09-2020 MI Paul Oudshoorn:
Nu je het zegt Wieger .....enlightened
 05-09-2020 GMI Martin Dolfing:
Ja dacht ik ook aan.