| |||||
| |||||
PDN Diagram 1 | |||||
Walgelijk remisespel, dat Fries dammen.
64. 06-01 17-06
65. 26-21 06-11
66. 21-16 11-06
| |||||
| |||||
Gelukkig hebben we het killer-dammen nog | |||||
PDN Diagram 2 | |||||
58. 26-21 30-35 59. 21-17 35-40 60. 17-11 40-44 61. 11-07 44-49 62. 07-02 49x21 63. 33-28 21-43 64. 02-35 43-21 65. 35-40 21-16 66. 40-01 16-43 67. 28-22 43-16 68. 01-34 Er had een heel moeilijk eindspel kunnen ontstaan, waarbij wit moet proberen door de fuik te komen. De punt van de fuik is veld 18. Het is een heel complex tempospel of wit door de fuik kan breken of niet. Wit mag maar drie maal achtereen met de dam zetten. Daarom is het zo lastig. In deze variant heeft zwart 1 goede zet om het remise te houden, andere zetten verliezen. Net zoiets fraais als het curriculum aan de 3 om 1 Academie, Ik overweeg coleges over het fuikeindspel te gaan geven ...
|