Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 20-07-2020  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands, 22 maart 1997

Boom presenteert ludieke stijl

Vandaag gaat in het Groningse Warffum de jaarlijkse wedstrijd om het Nederlands kampioenschap van start. Het toernooi telt traditiegetrouw veertien deelnemers.... 

Die voorwedstrijd, die in januari en februari gedurende de weekeinden in Ellecom (Gelderland) werd gehouden, bestond uit vier gelijkwaardige groepen van tien, waaruit steeds de hoogste twee aankomenden promoveerden naar de finale. In groep 1 ging de eerste plaats naar Gerrit Boom, die met 14 uit 9 überhaupt de meest produktieve speler van de halve finales was. De voor Doetinchem uitkomende Odin Mol (12 punten) finishte uiteindelijk als tweede, doch niet dan nadat hij eerst een barrage met zijn vroegere clubgenoot Arjan van de Berg had moeten spelen. Hieronder een partij van de groepswinnaar tegen Amsterdams kampioen Rob van Westerloo - neef van Herman want zoon van Chris van Westerloo - die zijn dammende familieleden in hoog tempo naar de kroon is gaan steken. De partij is zeer karakteristiek voor de ludieke stijl van Boom, die vrijwel altijd speltypes met opgedrongen randschijven nastreeft èn ook daadwerkelijk op het bord weet te krijgen.

Boom - R. van Westerloo (halve finales NK 1997)
1.33-28 19-23 2.28x19 14x23 3.39-33 10-14 4.34-30 18-22 5.31-27 22x31 6.36x27 12-18 7.30-25 14-19 8.25x14 19x10 9.35-30 17-22 10.41-36 22x31 11.36x27 11-17 12.46-41 17-22 13.37-31

Zie de inleiding. Van Westerloo gaat op de uitdaging in.

13...22-28 14.33x22 16-21 15.27x16 18x36 16.44-39 15-20 17.39-33 10-14 18.41-37 13-18 19.30-25 14-19 20.25x14 9x20 21.50-44 5-10 22.44-39 10-14 23.32-27(!)

Ter voorbereiding van de bezetting van veld 28.

23...6-11 24.37-31 8-12 25.38-32 3-8 26.43-38 8-13 27.33-28

Er is nu een gesloten klassieke stelling ontstaan, maar dan wèl een klassieke stelling van een buitengewoon kleurrijk soort!

27...4-9 28.31-26 11-17 29.39-33 20-25 30.42-37!

Zie diagram 1

30...23-29?

Overziet de combinatieve wending die wit met zijn laatste zet in de stand heeft gevlochten. Nu was ook 30...14-20?!, zwarts meest voor de hand liggende alternatief voor de tekstzet, bepaald niet zonder bezwaren geweest. Met 31.40-34! (dreigt 32.34-29! enz.) dwingt wit namelijk 31...9-14 af, waarna alleen al 32.33-29 25-30* 33.34x25 23x34 enz. wit allerlei fraaie kansen moet geven. Maar na het correcte 30...2-8(!) had de stand zich heel moeilijk laten beoordelen.

31.33x24 19x30 32.40-34!?

De inleiding tot een afwikkeling die in een winnend eindspel lijkt te resulteren. Maar zoals Frans Kalsbeek, de samensteller van het bulletin, dan wel Kalsbeeks computer terecht opmerkt, was een andere combinatie: 32.28-22! gevolgd door 33.32x23, 34.38-33, 35.49-43, 36.40-35 en 37.26x10 +, nog veel efficiënter geweest.

32...30x39 33.48-43 39x48 34.38-33 48x22 35.26-21 17x26 36.28x10 26-31 37.32-27! 31x22 38.10-5

Wit heeft nu zelfs twee stukken in zijn dam moeten investeren, maar desondanks lijkt de winst niet in gevaar te komen.

38...9-13 39.33-29 22-27 40.5-10 27-31 41.45-40(!) 18-22 42.40-34(!)

Zonder vrees voor de komende damvangst.

42...31-37 43.10x41 22-28 44.41x8 2x13 45.29-24! 7-11

Dit verliest snel. Maar ook na 45...7-12 46.34-29 12-18 47.49-43 1-7 48.43-38 18-22 (48...7-12 49.16-11! 12-17 enz. met dezelfde viervoudige oppositie als in de partij) 49.29-23 22-27 50.23-19 enz. had wit probleemloos gewonnen.

46.16x7 1x12 47.34-29! 12-18

Er is niet beter.

48.49-43 18-22 49.29-23!

Zwart geeft het op.