| |||||
| |||||
Wat kun je als zwartspeler hier tegen doen? Misschien toch maar 1.17-22 en 2.12x21 dan.. | |||||
| |||||
Daar klaagde Jannes van der Wal ook al eens over. Er is niks te beginnen tegen 1. 32-28. | |||||
| |||||
Volledig mee eens, Eric. | |||||
| |||||
Dit geldt voor elke sport. Je gaat voor de winst of de remise of gelijkspel | |||||
| |||||
Na 1.32-28 is meteen ook duidelijk hoe belachelijk de 40-zetten regel is ..... | |||||
| |||||
Aan de andere kant, je kunt als spelers impliciet afspreken er een partij van te maken. Bij voorbeeld (18-22) en dan allebei een tikje kromme zet en dan wordt het nog wel een leuke partij. Met andere woorden, het ligt ook wel een beetje aan de spelers natuurlijk. | |||||
| |||||
Gefeliciteerd met de toernooizege Pim, gaat lekker met jou in Praag! Hein natuurlijk ook gefeliciteerd met de podiumplaats! | |||||
| |||||
Voor de jeugdige lezers en vergeetachtige ouderen onder ons: Eric van Dusseldorp refereert natuurlijk aan de partij Nimbi-Bastiaannet uit het WK 1978: https://toernooibase.kndb.nl/opvraag/applet.php?kl=18&Id=837&r=9&jr=0&wed=115550&view= In Dammagazine DB, nr 44, blz. 2149 schreef Jannes hierover: "HOE FIDELE NIMBI DE FINALE HAALDE. Een vervolgverhaal in drie delen, deel 3. Na twee flitsende overwinningen op Norden en Simonelli had Nimbi zijn voornaamste doel bereikt: een punt voorsprong op Smith. Nu moest hij nog één lastige klip omzeilen: hij moest Bastiaannet op remise zien te houden. Het is hem inderdaad gelukt dit resultaat te bereiken. Aanvankelijk was Bas van plan om nog fel op winst te gaan spelen, maar in de op het diagram afgebeelde stelling, waarin wit zojuist sterk 1. 32-28 heeft gespeeld, ging hij toch maar met remise accoord. Terecht? Tijdens het toernooi heeft Sjtsjegoljew mij meerdere keren op het hart gedrukt de slotstelling van deze partij aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen en dan mijn bevindingen in het "Dammagazine DB" te publiceren. Nu moet men altijd doen wat een grootmeester zegt, en ik ben dus ijverig aan het analyseren geslagen. Helaas is het me echter niet gelukt, waar Sjtsjegoljew naar vroeg, om uit de wirwar van ingewikkelde varianten een sluitende winst voor wit te destilleren. Wel kan ik inmiddels concluderen dat Bastiaannet terecht met remise accoord is gegaan, want zijn stand is aanzienlijk slechter. Ik geef slechts éën variant ter illustratie: 1 .... 18-23 2. 33-29 23x32 3. 37x28 20-25 4. 41-37 17-21 5. 37-32 15-20 6. 46-41 21-26 7. 41-37 19-24 8. 39-33 14-19 9. 44-39 10-14 10. 29-23 5-10 11. 34-30 25x34 12. 39x30 11-17 13. 43-39 17-21 14. 50-44 7-11 15. 31-27 1-7 16. 40-34 13-18 17. 44-40 18x29 18. 34x23 9-13 19. 40-34 13-18 20. 45-40 18x29 21. 34x23 8-13 22. 27-22 12-17 23. 40-34 7-12 24. 30-25 3-9 25. 34-30 13-18 26. 22x13 9x29 27. 28-22 17x28 28. 32x34 12-18 29. 34-29 4-9 30. 37-31 26x37 31. 42x31 9-13 32. 38-32 2-8 33. 32-28 11-17 34. 49-43 21-26 35. 31-27 26-31 36. 47-42 31x22 37. 28-23 19x28 38. 30x19 14x34 39. 25x5 18-23 40. 39x30 28x39 41. 5x50 22-27 42. 50x11 6x17 43. 30-24 met winst voor wit." waarmee overtuigend is aangetoond dat Pim een knap resultaat boekte door na 1. 32-28! een punt te pakken | |||||
| |||||
Haha, ja dat is een klassieker, Jan Pieter! Pim is nu toch kampioen? Hij was wel de sterkste , mooiste en beste, maar ik weet niet of het al veilig is..... |