Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 11-10-2018 MF Gerrit Boom:
PDN     Diagram 1
Deze damcombinatie is gevaarlijker voor wit dan voor zwart 18. 29-23 28x19 19. 33-28 22x33 20. 31x22 17x28 21. 26-21 16x27 22. 36-31 27x36 23. 47-42 36x38 24. 43x05
 11-10-2018  Fabrice Lamock:
Ton Sijbrands (TS) Volkskrant 13/04/1996 ("Fraai werk van een omsingelaar")::"Vandaag vindt in Steenwijk de laatste ronde van het Nederlands kampioenschap plaats. Het belooft één van de spannendste slotdagen van de laatste jaren te worden....  Dit betekent dus dat er momenteel nog liefst zes(!) serieuze kanshebbers voor de (al dan niet gedeelde) eerste plaats zijn en dat het -derhalve - nog steeds te vroeg is voor een terugblik op het toernooi. Daarom, evenals vorige week, snel over naar de techniek. Op de zesde speeldag revancheerde Bert Raven zich voor zijn nederlaag tegen Clerc (zie de rubriek van vorige week) door Geert van Aalten gedecideerd te verslaan. De witspeler kreeg al kort na de opening met een topzware rechter vleugel te kampen. Raven, die als omsingelaar als vaker fraaie dingen heeft laten zien, hield het voordeel stevig vast en gunde zijn gerenommeerde tegenstander geen kans op herstel."
 28-11-2018  Hanco Elenbaas:
PDN     Diagram 2
45. 34-29 17-21 46. 37-32 26-31 47. 38-33 27x38 48. 33x42 09-13 49. 36x27 21x32 50. 40-34 13-18 51. 35-30 03-09 52. 45-40 09-13 53. 40-35 14-19 variant uit de rubriek van Ton Sijbrands.
Rob Clerc in De Gelderlander van 13 april 1996:
https://imgur.com/wjv5GX1
TON SIJBRANDS, 13 april 1996

Fraai werk van een omsingelaar

Vandaag vindt in Steenwijk de laatste ronde van het Nederlands kampioenschap plaats. Het belooft één van de spannendste slotdagen van de laatste jaren te worden. Met nog twee ronden voor de boeg (ik schrijf deze regels voor aanvang van de voorlaatste ronde) gaan er namelijk drie spelers met een score van 'plus-twee' aan de leiding, gevolgd door drie andere spelers die allen op 'plus-één' staan.   

Dit betekent dus dat er momenteel nog liefst zes(!) serieuze kanshebbers voor de (al dan niet gedeelde) eerste plaats zijn en dat het -derhalve - nog steeds te vroeg is voor een terugblik op het toernooi. Daarom, evenals vorige week, snel over naar de techniek.

Op de zesde speeldag revancheerde Bert Raven zich voor zijn nederlaag tegen Clerc (zie de rubriek van vorige week) door Geert van Aalten gedecideerd te verslaan.
De witspeler kreeg al kort na de opening met een topzware rechter vleugel te kampen. Raven, die als omsingelaar al vaker fraaie dingen heeft laten zien, hield het voordeel stevig vast en gunde zijn gerenommeerde tegenstander geen kans op herstel.

Van Aalten-Raven
(NK 1996)

1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.34-30 17-21 5.40-34 20-25 6.44-40 5-10 7.50-44 11-17 8.42-37 7-11 9.32-28 23x32 10.37x28 18-23 11.28x19 14x23 12.31-26 13-18 13.41-37 9-13 14.46-41 21-27 15.37-31 18-22 16.33-29 23-28 17.38-33 1-7 18.41-37 27-32 19.48-42 32x41 20.31-27 22x31 21.26x46 12-18 22.33x22 17x28 23.42-37 7-12 24.43-38 10-14 25.47-41 11-17 26.38-32 13-19 27.32x23 19x28 28.37-32 28x37 29.41x32 4-9 30.39-33 17-22 31.44-39 8-13 32.46-41 2-8 33.49-43 22-27 34.32x21 16x27 35.33-28 18-22 36.28x17 12x21 37.41-37 21-26 38.29-23 6-11 39.43-38 11-16 40.39-33 14-20 41.33-29 20-24 42.29x20 25x14 43.30-24 13-18 44.23x12 8x17

Wit geeft het op. Een beetje vroeg, maar zeker niet ten onrechte: na 45.34-29 17-21 46.37-32 26-31 47.38-33 27x38 48.33x42 9-13 49.36x27 21x32 50.40-34/35-30 kan zwart in feite winnen zoals hij wil, want behalve simpel 16-21-26 enz. is ook 50...13-18 51.35-30/40-34 3-9! 52.45-40 9-13! 53.40-35 14-19! ruimschoots toereikend.

Een dag later boekte Gerrit Boom een mooie overwinning op Hein Meijer. Ook hier was het de omsingelende partij die, in een gevecht dat buitengewoon gecompliceerd was, aan het langste eind trok.

Meijer-Boom
(NK 1996)

1.32-28 17-22 2.28x17 11x22 3.37-32 12-17 4.41-37 6-11 5.46-41 8-12 6.34-29 19-23 7.40-34 14-19 8.45-40 10-14 9.32-28 23x32 10.37x28 16-21 11.41-37 5-10 12.38-32 21-26 13.43-38 3-8 14.29-23 18x29 15.34x23 20-25 16.31-27 22x31 17.36x27 19-24

Een theoretisch nieuwtje, al was het dat nìet voor Boom zelf: hij had 17...19-24 twee jaar geleden al eens gespeeld in een partij voor het Overijssels kampioenschap.

18.39-34 13-19 19.44-39 8-13 20.49-43 11-16 21.34-29 17-21 22.29x20 15x24 23.39-34 10-15 24.43-39 12-17 25.50-45 15-20 26.47-41 7-12 27.41-36 1-6 28.34-29 13-18 29.40-34 9-13

Zie diagram 1

30.48-43

Meijer had, zoals de witspeler zelf opmerkte, niet tijdig zien aankomen dat het schijnoffer 30.35-30 24x35 31.45-40 35x44 32.39x50 zou falen op 32...17-22! +. De tekstzet vormt de inleiding tot een positioneel offer dat wit niet meer zal kunnen redden. Maar in de diagramstand was ook 30.37-31 26x37 31.42x31 21-26 32.48-43 26x37 33.32x41 zeer slecht geweest wegens 33...2-8! met de dreiging 34...16-21! en 35...17-22 enz.

30...2-8 31.34-30 25x34 32.29x40 18x29 33.40-34 29x40 34.45x34 6-11!

Koelbloedig gespeeld.

35.34-29 4-9! 36.36-31

Want na 36.29-23 20-25 37.27-22 zou zwart een soort laatste tempozet hebben in 37...25-30! enz.

36...20-25 37.29x20 25-30 38.35x24 14x25 39.33-29

In opperste tijdnood wikkelt wit af naar een dammeneindspel waarin hij twee volle schijven minder heeft. Maar ook na 39.24-20 25x14 was er van reële compensatie niet of nauwelijks sprake geweest.

39...19x30 40.29-24 30x19 41.28-22 17x28 42.32x3 21x41 43.3-9 26x48 44.9x47 48-37 45.47-36 37-23 46.38-33 12-17 47.43-38 16-21 48.36-31 11-16 49.31-36 25-30 50.36-9 23-34

Wit geeft het op.

Op de tiende speeldag zette Gérard Jansen zijn opmerkelijke opmars in. Dat ging ten koste van Raven, die lange tijd op een solide remise leek aan te sturen maar in tijdnood een tweetal fouten beging. Daardoor kreeg Jansen onverwacht de gelegenheid een wonderschoon 3x3 eindspel op het bord te toveren, dat in alle varianten gewonnen bleek!

G. Jansen-Raven
(NK 1996)

1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37-32 10-14 4.41-37 5-10 5.34-29 23x34 6.39x30 20-24 7.30x19 13x24 8.44-39 8-13 9.32-28 14-19 10.46-41 18-23 11.40-34 23x32 12.37x28 12-18 13.45-40 7-12 14.42-37 18-23 15.50-45 23x32 16.37x28 12-18 17.41-37 1-7 18.47-41 7-12 19.31-27 10-14 20.34-30 18-23 21.27-22 23x32 22.37x28 13-18 23.22x13 9x18 24.30-25 18-23 25.40-34 23x32 26.38x27 12-18 27.43-38 2-8 28.49-43 4-9 29.48-42 17-21 30.36-31 21x32 31.38x27 11-17 32.31-26 8-12 33.42-38 17-22 34.41-36 22x31 35.36x27 6-11 36.38-32 11-17 37.43-38 18-23 38.34-30 9-13 39.27-21 16x27 40.32x21 12-18 41.21x12 18x7 42.39-34

Zie diagram 2

42...23-29

Heel misschien heeft de zwartspeler in een eerdere fase zelfs met de gedachte aan winst gespeeld, maar duidelijk is dat hij met de tekstzet op één punt aanstuurt. Of beter: probeert aan te sturen, want het zal - verrassend genoeg - nìet lukken...

43.34x23 19x39 44.30x10 15x4 45.45-40 3-9 46.25-20! 13-19(?)

Hoogst onvoorzichtig. Hoewel de tekstzet nog niet de beslissende fout is, was 46...7-12 of 46...13-18 veiliger geweest. Bij voorbeeld 46...7-12 47.26-21 13-18 48.20-14 (want op een zet met schijf 38 gaat zwart steeds 'uit' de oppositie staan: 48.38-33 18-22! = of 48.38-32 18-23! =) 9x20 49.40-34 39x30 50.35x15 18-22! (wèl de enige: 50...18-23? 51.38-33 12-18 52.21-17 23-29 53.33x24 18-23 54.24-19! 23x14 55.17-12 enz. +) 51.21-16 22-27! 52.16-11 27-31 53.11-6 31-36.
Nu blijkt zwart op 54.6-1 over het reddende 54...4-9!! 55.1x4 36-41 = te beschikken. En ook na 54.15-10 4x15 55.6-1 12-17 (of zelfs 55...12-18 56.1x23 15-20! 57.38-33 20-24! =; niet echter 55...15-20?? 56.1x15 36-41 57.15-10 +) 56.1-23 (of ook 56.1-6 17-21 57.6-28 15-20) 56...15-20 enz. is winst voor wit uitgesloten.

47.40-34! 39x30 48.35x13 9x18 49.20-14!

Dit is inderdaad wits beste praktische kans. Hoe zwart na 49.20-15 (of eerst 49.26-21 7-12! en dan pas 50.20-15) remise had gemaakt, valt uit de vorige aantekening op te maken.

49...18-22?

Pas hierna is zwart definitief verloren. Correct was 49...18-23! 50.38-33 7-12 51.26-21 12-18 52.21-17 23-29 53.33x24 18-23 en zwart ontsnapt op het nippertje. Een enkel voorbeeld: 54.17-12 23-28 55.12-7 28-32 56.7-2 32-38 57.24-20 4-9/10 58.14x3/5 38-43! =. Laat wit schijf 17 op veld 3 promoveren, dan rukt zwart met 23 òf naar 38, òf naar 39 op. Hij hoede zich evenwel voor 54.17-12 23-28 55.12-8 28-32 56.8-3 32-37?, want in dat geval zou wit het altijd verrassende 57.14-10!! 4x15 58.3-25!! + doen. Met 37 op 38 daarentegen is diezelfde offerwending ontoereikend wegens 58...15-20! =.

50.26-21! 7-12

Er is niet beter.

51.21-16!

De tijdnood is voorbij, de partij óók. 51...12-17 52.38-32 verliest vrijwel op slag, en na 51...22-27 52.16-11 27-31 53.11-6 klopt het allemaal prachtig voor wit, getuige de volgende variantjes:
1) 53...31-36 54.6-1 4-9 55.1x4 36-41 56.4-15! 41-46 57.15-10 +.
2) 53...4-9 54.14x3 31-36 55.3x17! 36-41 56.17-28! met - opnieuw - vangst van de zwarte dam. Raven overdacht nog een kwartier zijn zonden en gaf zich toen gewonnen.