Sorteer commentaar op invoerdatum, nieuwste eerst
 27-02-2018  Hanco Elenbaas:
Ton Sijbrands op 8 november 1997:
 
Schwarzman moet er voor zwoegen

Behalve in de Hoofdklasse zijn (top)spelers uit de voormalige Sovjet-Unie eveneens actief in de Eerste Klasse, de op één na hoogste afdeling van de Nederlandse clubcompetitie. Daarnaast kunnen de Eindhovenaren in 'noodgevallen' (maar die zullen zich bij zo'n bezetting wel niet voordoen) de Wit-Russische meester Michaïl Kats inzetten. En het uit Hendrik Ido Ambacht afkomstige IDV, dat met 7 punten op de tweede plaats staat, heeft de sterke Toerkmeen Moestafa Durdijev (bekend van de WK-toernooien van 1994 en 1996) in de gelederen. Het ligt dan ook in de lijn der verwachting dat de ontmoeting tussen PSV en IDV, die voor de achtste ronde op het programma staat, beslissend zal zijn voor de vraag welk team kampioen wordt en naar de Hoofdklasse promoveert.

Toch treft men de sterkste (ex-) Sovjet-grootmeesters in dìe afdeling aan die in de volksmond '1B' genoemd wordt. Oud-wereldkampioen Alexander Dibman komt uit - ik schreef het vorige week al - voor Hiltex II. Voorts speelt Alexander Schwarzman, in veler ogen nog steeds de meest serieuze kandidaat voor Tsjizjovs opvolging, al enige tijd bij het Friese Mildam. En Vadim Virni, het voormalige wonderkind uit Charkov (Oekraïne), fungeert alweer gedurende ruim vijf seizoenen als de belangrijkste puntenleverancier voor het Nijmeegse NOAD. Het is bij diezelfde vereniging dat ook zijn vrouw (oud-wereldkampioene Jelena Altsjoel), zijn vader Alexander Virni en - sinds kort - zijn jeugdvriend Krasnjanski onderdak hebben gevonden...

Hieronder een zwaarbevochten winstpartij van Schwarzman uit de wedstrijd tussen Mildam en Hiltex II, die overigens in een verrassende 9-11 zege voor de Amsterdammers eindigde. Schwarzmans tegenstander in onderstaand duel is niet Bhiem Ramdien doch diens broer Johnny, die in het open toernooi van Den Haag bijna voor een sensatie zorgde door toernooiwinnaar Virni aan de rand van de afgrond te brengen (zie de Volkskrant van 6 september 1997).

Schwarzman - J. Ramdien

(Clubcompetitie 1997/'98)

1.33-29 17-22 2.39-33 11-17 3.44-39 6-11 4.50-44 1-6 5.31-26 20-25 6.35-30 14-20

Een theoretische onnauwkeurigheid. Als beter geldt 6...19-23.

7.30-24 19x30 8.29-23 18x29 9.33x35 10-14 10.38-33

Gebruikelijker is 10.36-31. Maar kennelijk koestert Schwarzman geen bezwaar tegen de nu volgende uitval:

10...22-27 11.32x21 16x27 12.42-38 13-18 13.37-32 11-16 14.32x21 16x27 15.41-37 7-11 16.37-32 11-16 17.32x21 16x27 18.33-28(!) 14-19 19.39-33(!)

Door gebruik te maken van de finesse 19...18-23? 20.38-32! en 21.35-30! enz., slaagt wit erin serieus tegenspel te creëren.

19...9-13 20.44-39 18-23(?)

En hierna komt zwart zelfs onder zware druk te staan. Daarom had Ramdien hoe dan ook 20...18-22 moeten doen.

21.34-29! 23x34 22.40x29 19-24 23.46-41 4-9 24.41-37 6-11 25.48-42 2-7 26.37-31 12-18 27.31x22 18x27 28.42-37 8-12 29.37-31 12-18 30.31x22 18x27 31.45-40 9-14 32.47-42 7-12 33.42-37 3-8 34.40-34

Zie diagram 1

34...24-30?

Dit als tijdelijk bedoelde offer verliest op slag, of beter: hàd op slag moeten verliezen. Daarentegen had wit na 34...14-19(!) nog veel te bewijzen gehad, bijvoorbeeld 35.37-32 24-30* 36.35x24 19x30 37.32x21 11-16 enz. of 35.29-23 24-29* enz.

35.35x24 14-19 36.49-44?

Maar ook Schwarzman ziet het niet. Met 36.37-31! 19x30 37.31x22 kon wit een volle schijf winnen: 37...12-18(?) is uitgeschakeld door de ongewone, en daardoor enigszins verborgen damzet 38.29-24!!, 39.33-29!, 40.29-24, 41.39-34, 42.38-33 en 43.43x3 +.

36...19x30 37.29-23!

Op het eerste gezicht lijkt het alsof zwart nu niet meer onder materiaalverlies uit kan. Immers: het terugruiltje 37...13-19? 38.23x14 20x9 faalt op 39.28-22(!!) met schijfwinst of dam. Maar Ramdien heeft een verrassende verdediging achter de hand:

37...11-16(!)

Met de giftige pointe 38.37-31? 16-21!!, 39...13-18 en 40...18x49. Vandaar het volgende schijnoffer:

38.23-19! 13x24 39.37-31

Zo houdt Schwarzman belangrijk voordeel. Maar het is de vraag of één en ander voldoende is voor de winst...

39...27-32 40.28x37 5-10 41.37-32 10-14 42.32-27 17-21 43.26x17 12x32 44.38x27 8-12?!

De analyse wijst uit dat zwart zich deze zet, ondanks de schijn van het tegendeel, nog juist kan permitteren. Maar 44...14-19 was minstens zo veilig geweest. In elk geval had 45.27-21 16x27 46.31x22, wits meest voor de hand liggende reactie, niet meer dan een puntendeling opgeleverd; men zie: 46...8-12 47.36-31 19-23!! en nu twee combinatieve variantjes:1) 48.31-26 23-28! 49.22-17 12x21 50.33x22 30-35 51.26x17 24-29! 52.34x23 35-40 53.44x35 25-30 54.35x24 20x27 =.2) 48.22-18 23-28!! 49.18x7 30-35, eveneens gevolgd door 50...24-29 en 51...35-40 enz. met remise.45.33-28(!)Wit mocht onder geen beding veld 22 betreden vanwege het verraderlijke 45/46...24-29!! gevolgd door 46/47...12-18 en 47/48...14-19 enz. Met de tekstzet neemt Schwarzman zijn beste kans waar.

45...12-17

Gedwongen in verband met de dreiging 46.34-29 +.

46.28-22(!) 17x28 47.27-21 16x27 48.31x33 14-19 49.36-31 30-35 50.31-27 24-30 51.27-22!

Alleen zo.

Zie diagram 2

51...19-23!

Zwart heeft geen andere keus dan zich ten koste van twee schijven een weg naar de damlijn te banen, want 51...19-24? 52.34-29! is kansloos, om van 51...20-24? 52.22-18! (52...15-20 53.43-38 +) maar helemaal te zwijgen.

52.33-29! 20-24 53.29x18 24-29 54.34x23 30-34 55.39x30 25x34 56.44-39!

Opnieuw wits enige werkelijke kans. Met de tekstzet verplicht hij zijn tegenstander een derde schijf te offeren.

56...35-40! 57.39x30 40-44?

Pas hiermee begaat Ramdien de beslissende fout. Na 57...40-45! had hij altijd remise kunnen forceren; één enkel voorbeeldje slechts: 58.18-12 45-50 59.22-18 50-44! 60.12-7 (60.18-13 of 60.23-19 is nauwelijks beter) 44-35! 61.30-25 15-20!! 62.25x14 35-19 =.De tekstzet heeft weliswaar het voordeel dat zwart één van de geofferde schijven terugwint, maar er staat tegenover dat hij er kostbare tijd mee verliest...

58.43-39! 44x33 59.18-13 33-39 60.13-8 39-43 61.8-2 43-48

Ik heb nog onderzocht of damhalen op 49 wellicht beter is, maar ik geloof nìet dat het wezenlijk verschil maakt. Er had bijvoorbeeld nog kunnen volgen 62.30-25 49-44 63.22-18 44-49 64.18-12 49-32 65.2-19 32-16 (speculeert op 66.12-8? 15-20! 67.25x14 16-7 = of 66.23-18? 15-20! 67.25x14 16-27! 68.19-13 27-21 69.12-7 21-12 =, terwijl een zet op de diagonaal 2/35 via 66...16-32 67.2/35-19* 32-16 enz. tot herhaling van zetten zou leiden; maar:) 66.19-5*! en redding voor zwart is in de verste verte niet te zien, ook niet meer na 66...16-2 67.23-18*! enz.

62.30-25 48-39 63.22-18 39-48 64.18-12 48-37 65.2-19 37-31 66.12-7 31-26 67.7-2 26-17 68.19-24 17-21 69.23-18

En na een strijd van vijfeneenhalf uur gaf de zwartspeler zich gewonnen.
 27-02-2018 CMF Thomas Wielaard:
PDN     Diagram 1
36. 37-31 19x30 37. 31x22 12-18 38. 29-24 20x40 39. 33-29 18x27 40. 29-24 30x19 41. 39-34 40x29 42. 38-33 29x38 43. 43x03 Lijkt logisch en voor de hand liggend als je het eenmaal ziet
 27-02-2018  Hanco Elenbaas:
Dank Thomas.
PDN     Diagram 2
57. ... 40-45 58. 18-12 45-50 59. 22-18 50-44 60. 12-07 44-35 61. 30-25 15-20 62. 25x14 35-19